De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding van de memorie van antwoord op
het voorlopig verslag van de vaste commissie voor economische zaken twee vragen. Hierbij
beantwoord ik deze vragen.
De leden van de PVV-fractie vragen of het in het verleden is voorgekomen dat de begrenzing
of status van een Natura 2000-gebied is gewijzigd.
Wijzigingen in de begrenzing van Nederlandse Natura 2000-gebieden die op basis van
de Habitatrichtlijn kwalificeren, komen met enige regelmaat voor. Dit geldt met name
in de periode tussen plaatsing van het gebied op de lijst van gebieden van communautair
belang en de vaststelling van het aanwijzingsbesluit. In deze periode wordt nader
ecologisch onderzoek verricht ten behoeve van het bepalen van de instandhoudingsdoelstellingen
van het gebied en hebben belanghebbenden gelegenheid een zienswijze in te dienen op
het ontwerpaanwijzingsbesluit. Beide kunnen aanleiding zijn voor de conclusie dat
een begrenzing bij nader inzien aanpassing behoeft. Dit wordt dan in de standaard
gegevens formulieren en in het definitieve aanwijzingsbesluit gecorrigeerd. Enkele
van de meest recente voorbeelden zijn het gebied Noordzeekustzone, waarvan de zuidwaardse
grens is verlegd van Petten naar Bergen aan Zee en het gebied Olde Maten en Veerslootslanden
in Overijssel, waar in het noordoosten een deel van het gebied buiten de begrenzing
is gebracht.
Ook voor de Klaverbank ben ik voornemens de begrenzing aan te passen als gevolg van
nieuwe inzichten. In het FIMPAS-project is vastgesteld dat het te beschermen habitattype
noordelijker voorkomt dan aanvankelijk bekend was. Concreet zal het gebied ten opzichte
van de huidige begrenzing naar het noorden opschuiven.
De gebieden die zijn aangewezen op grond van de Vogelrichtlijn, zijn inmiddels allemaal
definitief aangewezen. Bij deze gebieden zijn wijzigingen zeldzamer en meestal gericht
op het gelijktrekken van de grenzen van het Vogelrichtlijngebied met de grenzen van
het Habitatrichtlijngebied of op het herstel van een wetenschappelijke begrenzingsfout.
Voorbeelden zijn de gebieden Hollands Diep, Biesbosch en Oosterlijke Vechtplassen.
Het geheel vervallen van de status van een gebied als Natura 2000-gebied komt niet
vaak voor. In Nederland zijn recent de drie gebieden Groot Zandbrink, Boddenbroek
en Teeselinkven op verzoek van de regering door de Europese Commissie van de lijst
van gebieden van communautair belang gehaald. Hiermee is ook de status van deze gebieden
als Natura 2000-gebied vervallen.
Voorts vragen deze leden of het bekend is in hoeverre onderwatergeluid veroorzaakt
door windmolens op zee, effect heeft op natuurwaarden.
Het onderwatergeluid dat wordt geproduceerd bij de aanleg en exploitatie van windmolenparken
op zee heeft effecten op de daar aanwezige natuurwaarden. Naar de grootte van deze
effecten is de afgelopen jaren veel onderzoek verricht, zowel nationaal als internationaal.
De resultaten van deze onderzoeken zijn beschikbaar op de rijkswebsite Noordzeeloket.nl.1 Er zijn ook nog steeds kennisleemtes, waarvoor onderzoek loopt of staat gepland,
zoals onderzoek naar gehoorachteruitgang en gedragsverandering bij bruinvissen en
zeehonden door heigeluid, onderzoek naar de gevolgen van heien op vislarven en juveniele
vissen en ontwikkeling van modellen om geluidsproductie en geluidspropogatie te berekenen,
die kunnen leiden tot een internationale meetmethodiek voor onderwatergeluid.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma