32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar de exclusieve economische zone

Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 201

Ontvangen 3 april 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 22a als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «De paragrafen 2 en 3 zijn niet van toepassing op activiteiten» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de paragrafen 2 en 3, of verschillende artikelen of onderdelen daarvan, met uitzondering van artikel 19b in samenhang met artikel 19a, niet van toepassing zijn op bij of krachtens die maatregel aangewezen activiteiten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het ontwerp van een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

II

In artikel II, onderdeel B, wordt artikel 1a als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Deze wet is niet van toepassing op activiteiten» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat deze wet, of verschillende artikelen of onderdelen daarvan, niet van toepassing is op bij of krachtens die maatregel aangewezen activiteiten.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het ontwerp van een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Toelichting

Dit amendement regelt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat artikelen of onderdelen daarvan uit de Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en Faunawet niet van toepassing zijn op bij of krachtens die maatregel aangewezen activiteiten in het kader van de visserij in de exclusieve economische zone. Het amendement strekt er tevens toe om ten aanzien van deze algemene maatregelen van bestuur een voorhangprocedure in de wet op te nemen. Met het hard uitsluiten van bepaalde specifieke posten in de Wet, beperkt de regering zichzelf onnodig en wordt de Wet ongewenst inflexibel. Uitsluitingsposten kunnen via een algemene maatregel van bestuur met voorhang geregeld worden. Hierdoor belemmert de regering zichzelf niet onnodig en is de invloed van de Kamer maximaal. Daarnaast brengt dit amendement de nodige flexibiliteit zodat indien gewenst of noodzakelijk wegens nieuwe regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, aanpassingen gemakkelijker kunnen plaatsvinden.

Van Gerven


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging van de Toelichting.

Naar boven