31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2020

Met deze brief reageer ik op de gewijzigde motie met Kamerstuk 21 501-20, nr. 1521 van het lid Ouwehand c.s.1

Het kabinet heeft eerder toegezegd uw Kamer nauwgezet te betrekken bij deze standpuntbepaling, waarin een integrale benadering wordt gehanteerd waarbij voor- en nadelen, waaronder ook de in de motie genoemde zorgen, worden meegenomen.2 Daarbij is aangegeven dat de teksten van het EU-Mercosur Associatieakkoord momenteel juridisch geschoond en vertaald worden. De verwachting is dat deze later dit jaar beschikbaar zullen komen en niet voor november 2020 aan de EU-Raad zullen worden voorgelegd. Het kabinet zal geen standpunt innemen voordat de daartoe benodigde stukken beschikbaar zijn.

Zoals eerder is aangegeven, heeft het kabinet nog geen positie ingenomen over het voorgenomen associatieakkoord tussen de Europese Unie en de Mercosur-landen en kan deze derhalve ook niet intrekken. Het kabinet zal de balans opmaken van de voor- en nadelen van dit associatieakkoord als alle daartoe noodzakelijke stukken beschikbaar zijn, zoals de teksten van de akkoorden en de tariefcontingenten.3 De uitkomsten van de Sustainability Impact Assessment en het lopende onderzoek naar aanleiding van de motie-Voordewind c.s. zullen daarbij ook worden meegenomen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Zie ook de gewijzigde motie met Kamerstuk 35 154, nr. 28.

X Noot
2

Kamerstuk 34 952, nr. 101.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen 2018/2019, nr. 3399.

Naar boven