31 954 Regels met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

31 958 Regels met betrekking tot de financiële functie van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hun bevoegdheid tot het heffen van belastingen en hun financiële verhouding met het Rijk (Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

D BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2012

Aanleiding

Bij de behandeling van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WOLBES) in de Tweede Kamer heeft de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de toezegging gedaan binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet met de Tweede Kamer te spreken over de te hanteren criteria.1 Bovendien is toegezegd dat ook de Eerste Kamer schriftelijk wordt geïnformeerd over de toetsingscriteria die gehanteerd zullen worden bij de evaluatie van de wet over vijf jaar.2

Ingevolge artikel 239 van die wet dient de evaluatie binnen zes jaar plaats te vinden. Een vergelijkbare bepaling is opgenomen in artikel 102 van de Wet financiën Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FINBES). Het voornemen is dat de evaluatie ongeveer vijf jaar na de transitiedatum wordt afgerond.

Inhoud van de evaluatie

De implementatie van de WOLBES en de FINBES omvat het instellen van ambtelijke en bestuurlijke functies (eenmalige invoeringstaken en vaststellen van verordeningen) en het invoeren van processen met een structureel, terugkerend karakter (opstellen begrotingen, jaarrekeningen en -verslagen). De openbare lichamen dienen bestuurd te worden conform de inrichting, samenstelling en bevoegdheden zoals benoemd in de WOLBES; de totstandkoming en inrichting van de begroting en rekening, financieel beheer en -controle en het financieel toezicht wordt afgewogen aan de hand van de FINBES. Op die gronden zal worden geëvalueerd.

Doelstelling

De WOLBES en de FINBES hebben in feite het openbaar bestuur op de Caribisch-Nederlandse eilanden omgevormd naar Nederlands, dualistisch model. Dit model heeft, net als in de Gemeentewet van 2002, als doel om het bestuur te professionaliseren tot een kwalitatief hoogwaardig bestuur: integer en met minder belangenverstrengeling, een goede betrokkenheid van burgers en een deugdelijke financiële huishouding waarbij uiteindelijk de horizontale verantwoording afdoende zou moeten zijn.

De evaluatie zal een kwalitatieve toets met heldere ijkpunten bevatten over het functioneren van de instellingen, alsmede een meer kwantitatieve toets, waarbij de inbreng van de betrokkenen op de eilanden cruciaal is. Hierna beschrijf ik per doel een aantal indicatoren dat – niet limitatief – prominent in de evaluatie aan bod zal moeten komen.

Goed bestuur (WOLBES)

Goed bestuur kenmerkt zich door een hoge mate van professionaliteit, integriteit, slagvaardigheid en controleerbaarheid. Belangenverstrengeling zou hierbij idealiter uitgesloten zijn. De volgende indicatoren dienen zich daarbij aan:

  • Controlerende functie eilandsraad: aantal vergaderingen, gebruik passieve informatieplicht, openbaarheid vergaderingen, instellen rekenkamer;

  • Uitvoerende functie bestuurscollege: aantal vergaderingen, voldoen aan actieve informatieplicht, voldoen aan passieve informatieplicht;

  • Mate van scheiding tussen eilandsraad, bestuurscollege en ambtelijk apparaat: functioneren secretaris en griffier;

  • Positie en bevoegdheden gezaghebber: voorzitter eilandsraad en college; training openbare orde en veiligheid; bestuurlijk toezicht;

  • Positie Rijksvertegenwoordiger: bevordering samenwerking ministeries en openbare lichamen; bestuurlijk toezicht (toetsing besluiten openbare lichamen op behoorlijk bestuur);

  • Kwaliteit bestuurders en eilandsraadsleden op bestuurlijk terrein;

  • Kwaliteit en onafhankelijkheid ambtelijk apparaat: opleidingsniveau, integriteit.

Burgerbetrokkenheid (WOLBES)

De volgende indicatoren kunnen bij dit doel worden onderscheiden:

  • Aandacht in de lokale media;

  • Opkomst bij verkiezingen of eventuele referenda;

  • Deelname aan inspraakprocedures;

  • Verzoeken om informatie;

  • Aantal bezwaarschriften en klachten;

  • Frequentie raadsvergaderingen en mate van bijwonen door burgers.

Deugdelijke financiële huishouding (FINBES)

De FINBES is gericht op een deugdelijke financiële huishouding van de openbare lichamen. De volgende indicatoren dienen zich daarbij aan:

  • Ordelijkheid financiële huishouding van de eilanden op basis van democratische besluitvorming;

  • Totstandkoming en inrichting van de begroting en rekening van de openbare lichamen;

  • Zorgvuldige omgang met besluiten met financiële gevolgen, waaronder deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen, vervreemden van bezittingen van een openbaar lichaam, alsmede handelingen betreffende geldleningen en liquiditeitstekorten;

  • Volstaan controlerende en corrigerende taak van het College financieel toezicht ten aanzien van de beheersing van het begrotingsproces en het financieel beheer;

  • Mate van gebruikmaking van de bevoegdheid van het openbaar lichaam tot oplegging van lokale eilandbelastingen;

  • Kwaliteit bestuurders en eilandsraadsleden op financieel terrein;

  • Kwaliteit ambtelijk apparaat: financiële administratie;

  • Grootte en opzet BES-fonds: adequaatheid financiële middelen voor takenpakket;

  • Beleid/mogelijkheden van de eilanden om eigen inkomsten te genereren;

  • Naleving artikel 87 FINBES door het Rijk: in kaart brengen financiële gevolgen beleidsvoornemens Rijk.

Tot slot

Ik neem mij voor u over de voortgang en resultaten van de evaluatie tijdig te informeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 31 954, nr. 15.

X Noot
2

Kamerstukken I 2009/10, 31 954, C.

Naar boven