nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID KOOPMANS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 131
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.1 komt onderdeel PP te luiden:
PP
Artikel 6.1, tweede lid, onder a, komt te luiden:
a. een bezwaarschrift indien het een omgevingsvergunning betreft
met betrekking tot een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder b, g of h, of 2.2, eerste lid, onder a, b, c of g, of een wijziging
van voorschriften van een omgevingsvergunning die betrekking hebben op een
activiteit als hiervoor bedoeld;.
II
In artikel 1.1 wordt na onderdeel PP een onderdeel ingevoegd, luidende:
PPa
In artikel 6.2 vervalt het eerste lid, alsmede de aanduiding «2.»
voor het tweede lid.
III
In artikel 9.10, onderdeel LLL, onder 2, komt het voorgestelde tweede
lid te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid treedt een besluit als bedoeld
in artikel 8.40a of 8.42 in werking met ingang van de dag na zijn bekendmaking,
tenzij deze is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene
wet bestuursrecht.
Toelichting
Het amendement beoogt om het bovengenoemde artikel te schrappen aangezien
de wetgever moet uitmaken wanneer wel of niet sprake behoort te zijn van een
uitstel van het van kracht worden. De wet algemene bepalingen omgevingsrecht
heeft beoogt om de vigerende wetgeving neutraal om te zetten. Met bovengenoemde
artikel is een nieuwe bevoegdheid voor het bevoegd gezag gecreëerd zodat
ze kan bepalen dat een beschikking tot onomkeerbare gevolgen zou leiden en
daarom niet van kracht wordt. Het amendement strekt ertoe deze bevoegdheid
niet te verstrekken, welke anders zou kunnen leiden tot een verzwaring en/of
vertraging van procedures. Actal meldt dat de vergunninghouder hierdoor sneller
van zijn vergunning gebruik kan maken. Hoewel dit geen directe gevolgen heeft
voor de administratieve lasten volgens de definitie uit Meten is Weten 2,
heeft het wel een positief effect op de regeldruk zoals deze door bedrijven
wordt ervaren1.
Koopmans