nr. 12 Herdruk1
AMENDEMENT VAN HET LID KOOPMANS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van het vierde lid vervalt een beperking of een voorschrift
waarbij krachtens artikel 8.17, tweede lid, van de Wet milieubeheer is bepaald
dat de betrokken vergunning slechts geldt voor een bepaalde termijn.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de termijn die aan vergunningen zijn gesteld
krachtens artikel 8.17, tweede lid, van de Wet milieubeheer komt te vervallen
bij overgang naar de WABO. Het amendement beoogt om in het overgangsrecht
op te nemen dat de vergunningvoorschriften waarin de einddatum van deze vergunningen
staat, van rechtswege te laten vervallen. Enkele bedrijven hebben namelijk
in de afgelopen jaren een tijdelijke vergunning gekregen op basis van art.
8.17, lid 2 Wm (kortweg de afvalverwerkende bedrijven). Het amendement strekt
er toe om te zorgen dat de huidige Wm-vergunningen één–op–één
overgaat in een omgevingsvergunning, exclusief het vergunningvoorschrift waarin
de einddatum van de vergunning is opgenomen. Als het vergunningvoorschrift
wel zou worden overgenomen, betekent dat immers dat die bedrijven in de aankomende
tien jaar toch nog eenmaal een andere vergunning moeten aanvragen, ook als
daar zogezegd niets is veranderd. Dit zou in strijd zijn met de gedachte van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is, dat dit niet meer noodzakelijk
is.
Koopmans
BIJLAGE
Geachte Voorzitter,
Op 29 juni 2009 ontvingen wij een adviesaanvraag over drie amendementen
van het Lid Koopmans bij de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(31 953, nrs. 12, 13 en 14).
Wij hebben advies uitgebracht over de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
op 22 december 2005 (ons kenmerk: RL/JS/2005/361) en over het Besluit
Omgevingsrecht, de Ministeriële regeling omgevingsrecht en de wijziging
Wet algemene omgevingsrecht vanwege de invoering van de landelijke voorziening
omgevingsloket op 12 februari 2009 (ons kenmerk SvE/JS/1920/2009/019).
De amendementen richten zich, in lijn met het wetsvoorstel, op het terugdringen
van de administratieve lasten en regeldruk. Wij hebben de gevolgen voor de
administratieve lasten van de drie amendementen van het lid Koopmans getoetst.
Deze toetsing heeft plaatsgevonden op de volgende hoofdpunten:
1. Zijn de te verwachten administratieve lasten gekwantificeerd en
is de berekening daarvan voldoende onderbouwd?
2. Is er voldoende aandacht besteed aan alternatieven, die mogelijk
minder administratieve lasten voor burgers en/of bedrijven opleveren?
3. Is er binnen het doel van de wet of regeling ook gekozen voor
het minst belastende alternatief?
4. Is gekozen voor een uitvoering en toezicht met minimaIe administratieve
lasten?
Wij hebben separaat informatie ontvangen over de gevolgen voor de administratieve
lasten van de amendementen. Wij adviseren u om deze gevolgen op te nemen in
de Toelichting op de amendementen.
In beeld brengen administratieve lasten
Amendement 12: reeds verleende tijdelijke milieuvergunningen
voor afvalinrichtingen van rechtswege aan te merken als vergunningen voor
onbepaalde tijd.
Uit de berekening volgt dat er een eenmalige reductie van 450 000
euro kan worden gerealiseerd. Deze reductie komt tot stand door het feit dat
ook voor reeds verleende vergunningen voor afvalinrichtingen geldt dat zij
voor onbepaalde tijd zullen gelden. Deze vergunningen hoeven dus niet afzonderlijk
te worden aangepast.
Amendement 13: schrappen van de bevoegdheid van het bevoegd
gezag om te bepalen dat een beschikking niet één dag maar zes
weken na de bekendmaking in werking treedt.
De vergunninghouder kan hierdoor sneller van zijn vergunning gebruik maken.
Hoewel dit geen directe gevolgen heeft voor de administratieve lasten volgens
de definitie uit Meten is Weten 2, heeft het wel een positief effect op de
regeldruk zoals deze door bedrijven wordt ervaren. Een kanttekening die wij
bij de berekening van de administratieve lasten plaatsen, is dat het afschaffen
van de bovengenoemde bevoegdheid tot latere inwerkingtreding van een beschikking
zal leiden tot minder bezwaren. Hierdoor zullen de administratieve lasten
van bezwaar en beroep afnemen, zodat de daling van de administratieve lasten
van dit amendement groter wordt. De extra daling is niet door het ministerie
in beeld gebracht. Naar verwachting is de daling echter zeer gering.
Amendement 14: strekt er toe dat voor het onderdeel lozingen
geen extra administratieve lasten optreden voor vaak internationaal concurrerende
bedrijven (schrappen mogelijkheid tot toekenning van een exclusief recht aan
waterschappen).
Dit amendement zorgt niet voor een extra reductie van de administratieve
lasten voor bedrijven. De aanvrager heeft hoe dan ook slechts te maken met één
loket en één bevoegd gezag.
Alternatieven en uitvoering
Wij constateren dat de amendementen 12 en 13 een minder belastend alternatief
vormen voor de betreffende bepalingen in de Invoeringswet.
Op grond van bovenstaande overwegingen over de gevolgen voor de administratieve
lasten adviseren wij om de amendementen in te dienen.
Hoogachtend,
S. R. A. van Eijck
Collegevoorzitter