31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 914 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2022

Naar aanleiding van het commissiedebat Infrastructuur en Waterstaat over Luchtvaart op donderdag 24 februari jl. geef ik in deze brief een toelichting op de status van de Luchtvaartnota 2020–2050 (Kamerstuk 31 936, nr. 820) in het licht van het Coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77). Ook ga ik in op het verzoek uit uw Kamer om een korte reactie te geven op het strategiepaper dat het ministerie heeft ontvangen van Groningen Airport Eelde en haar aandeelhouders.

Luchtvaartnota 2020–2050

Op 20 november 2020 is uw Kamer de definitieve door het kabinet vastgestelde Luchtvaartnota 2020–2050 aangeboden (Kamerstuk 31 936, nr. 820). De besluitvorming hierover heeft een uitgebreid proces gevolgd. Zo is er een participatietraject doorlopen, is een Ontwerp Luchtvaartnota gepubliceerd, is een plan-MER opgesteld inclusief de formele zienswijzen en adviezen van de commissie m.e.r., en zijn diverse andere adviezen gevraagd en verwerkt. Met uw Kamer is op 18 juni 2020 in een Notaoverleg over de Ontwerp Luchtvaartnota gesproken (Kamerstukken 31 936 en 25 295, nr. 793). De aangenomen moties voortkomend uit dit Notaoverleg zijn verwerkt. In eerdergenoemde aanbiedingsbrief met bijlagen is dit verder toegelicht. De Uitvoeringsagenda Luchtvaartnota, met daarin de voorgenomen uitvoeringsacties voor de komende jaren, was ook bij deze brief gevoegd.

De Luchtvaartnota 2020–2050 is een beleidsnota met de koers voor de Nederlandse luchtvaart, inclusief de Nederlandse gemeenten in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De planhorizon van de nota loopt tot 2050 met voor klimaat een doorkijk naar 2070. In de nota zijn geen projectbesluiten genomen. In deze luchtvaartnota staat een omslag van kwantiteit naar kwaliteit centraal op basis van vier publieke belangen. Veiligheid, internationale bereikbaarheid, duurzaamheid en leefomgevingskwaliteit zijn bepalend voor de toekomst van de luchtvaart.

Ook voor dit kabinet staan de publieke belangen in het luchtvaartbeleid centraal waarmee de Luchtvaartnota 2020–2050 een goede basis is voor het luchtvaartbeleid. Er is dan ook geen aanleiding om deze beleidsnota aan te passen. De energie wordt gericht op implementatie van deze koers, in lijn met het coalitieakkoord. Groei of krimp van luchtvaart is géén vertrekpunt voor dit kabinet. «Krimp» van de negatieve effecten op de gezondheid van mens, natuur en het klimaat is dat wél. Ik wil de basis in deze kabinetsperiode op orde krijgen. Er moeten al dit jaar belangrijke besluiten worden genomen. En het is belangrijk om deze besluiten te verankeren vanwege de rechtszekerheid voor de luchthavens en belanghebbenden.

De Uitvoeringsagenda Luchtvaartnota (Bijlage bij Kamerstuk 31 936, nr. 820) die gelijktijdig met de Luchtvaartnota aan Uw Kamer is aangeboden geeft het overzicht van de beleidsacties voor de komende jaren die het Rijk in samenwerking met andere partijen onderneemt om invulling te geven aan de koers. Deze agenda is adaptief. In de inleiding van de Uitvoeringsagenda staat dat deze met enige regelmaat geactualiseerd wordt.

Het coalitieakkoord legt nieuwe accenten voor de vervolgbesluiten met (nog) meer aandacht voor verduurzaming en leefomgevingskwaliteit. De accenten leiden tot aanvulling en aanscherping van de Uitvoeringsagenda. In de beleidsbrief die voor de zomer wordt verstuurd, zal worden ingaan op deze accentverschillen. De op basis daarvan aangepaste Uitvoeringsagenda wordt later dit jaar aan uw Kamer verzonden.

Strategiepaper Groningen Airport Eelde

Tenslotte, op verzoek van onder andere het Kamerlid Graus, een korte reactie op het strategiepaper dat het Ministerie van Groningen Airport Eelde en haar aandeelhouders mocht ontvangen.

Ik waardeer het initiatief om strategisch te kijken naar de toekomst van de luchthaven, en ik ben positief over de ambities die in dit paper worden genoemd. Wat ik in uw Kamer heb aangeven is dat ik zeer hecht aan een regionale verkenning, alvorens we hier als verantwoordelijk ministerie op kunnen reageren. Zoals aangegeven in de Luchtvaartnota ligt het initiatief bij de luchthaven om een regionale verkenning te starten, waarbij de uitkomsten hiervan, evenals de economische onderbouwing en de uitkomsten van de MER, moeten leiden tot een aanvraag vanuit de luchthaven voor een Luchthavenbesluit. Het is vervolgens mijn verantwoordelijkheid om deze uitkomsten mee te wegen in het uiteindelijke Luchthavenbesluit. Het ministerie heeft Groningen Airport Eelde dan ook opgeroepen snel de regionale verkenning uit te voeren. Ik heb inmiddels begrepen dat de luchthaven hiermee een start heeft gemaakt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven