31 936 Luchtvaartbeleid

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1055 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2023

Tijdens het tweeminutendebat op 6 april 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 71, debat over het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit) het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit i.v.m. het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit (hierna: ontwerpbesluit) heeft Kamerlid Kröger van GroenLinks een motie ingediend (Kamerstuk 33 118, nr. 252). Met die motie wordt de regering verzocht om zakelijk vliegen mee te nemen in de rapportageverplichting zodat omvang en ontwikkeling van zakelijk vliegen beter in beeld komen.

In de appreciatie is aangegeven dat het in kaart brengen van zakelijke vliegreizen een goed idee is. Dit kan echter niet als onderdeel van de rapportageverplichting van het ontwerpbesluit, zoals de motie van Kamerlid Kröger verzoekt. Vliegreizen zijn namelijk conform het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342) uitgezonderd van het ontwerpbesluit.

Tijdens het debat heeft de Staatssecretaris aangegeven samen met de sector te willen verkennen hoe het zakelijk vliegen beter in beeld kan worden gebracht. Daarbij heeft de Staatssecretaris toegezegd om voor de stemming over de motie de Kamer de tijdlijn voor deze verkenning toe te sturen. Met deze brief wordt tegemoet gekomen aan deze toezegging.

In de verkenning van de mogelijkheden gaat het om twee onderdelen:

  • 1. nagaan of, en zo ja op welke wijze, werkgevers en de luchtvaartsector op dit moment zakelijke vliegreizen registreren; en

  • 2. de juridische verkenning naar de mogelijkheden om het registreren van zakelijke vliegreizen in relatie tot de CO2-uitstoot buiten het ontwerpbesluit wettelijk verplicht te stellen.

Beide onderdelen vergen tijd vanwege de benodigde verkenning. Richting het einde van het jaar wordt de Kamer geïnformeerd over de resultaten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven