31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 1054 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2023

Tijdens het Commissiedebat Luchtvaart van 6 oktober 2022 is aan de leden Koerhuis (VVD) en Graus (PVV) toegezegd1 dat de Kamer wordt geïnformeerd over de stand van zaken rondom de gegevensuitwisseling van misdragende passagiers tussen luchtvaartmaatschappijen. Vervolgens is het kabinet met de motie van de leden Van der Molen en Koerhuis2 verzocht in overleg te gaan met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens over een tijdpad voor het zo snel als mogelijk delen van zwarte lijsten. Zoals is aangegeven tijdens het Tweeminutendebat Luchtvaart van 21 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 38, item 11) is het Ministerie van IenW in overleg met de luchtvaartmaatschappijen om tot een dergelijke tijdpad te komen. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de uitkomsten en worden de motie en de toezegging afgedaan.

Allereerst is het belangrijk te benadrukken dat de problematiek rondom misdragende passagiers de volledige aandacht heeft van het Ministerie van IenW. Om deze reden is het ministerie actief betrokken bij het Platform Unruly Passengers (PUP) waarbinnen publieke en private partijen actief samenwerken om deze problematiek het hoofd te bieden. Hierbij wordt naar het gehele ketenproces van vluchten- en passagiersafhandeling gekeken. Daarbij wordt nagedacht over maatregelen die kunnen bijdragen aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers. Hier valt te denken aan een recent door de Koninklijke Marechaussee (KMar) ontwikkeld digitaal aangifteformulier voor overtredingen door passagiers (aan boord).

Ook de luchtvaartmaatschappijen zetten zich gezamenlijk in voor de aanpak van misdragende passagiers. Zo wordt onder andere geïnvesteerd in training van grond- en cabinepersoneel om tijdig in te grijpen bij misdragingen. Dit wordt gedaan in nauwe samenwerking met de luchthavens en de Kmar. De Nederlandse luchtvaartmaatschappijen hebben daarnaast een stappenplan opgesteld dat beschrijft welke (vervolg)stappen noodzakelijk zijn om zwarte lijsten met unruly passengers onderling te kunnen gaan delen. In de brief van 5 september 20223 is al aangegeven dat voor de luchtvaartmaatschappijen KLM en Transavia voor eind van 2022 mogelijk zou worden om de zwarte lijsten onderling te delen. Dit is inmiddels gerealiseerd. Op basis van die ervaring en kennis kan nu het gezamenlijke stappenplan worden doorlopen.

Met het doorlopen van het stappenplan moet blijken in hoeverre het delen van de zwarte lijsten significant bijdraagt aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers. Vanuit de verantwoordelijkheid voor luchtvaartveiligheid is het Ministerie van IenW nauw betrokken bij de uitvoering van dit stappenplan.

Stappenplan Nederlandse luchtvaartmaatschappijen voor delen zwarte lijsten

Naast KLM en Transavia deelt ook TUI binnen haar organisatie met andere Europese dochtermaatschappijen zwarte lijsten. Deze privacygevoelige informatie kan namelijk op dit moment enkel binnen dezelfde moederorganisatie van deze luchtvaartmaatschappijen worden gedeeld. Onderstaand stappenplan beschrijft wat er nodig is om ook tussen Nederlandse luchtvaartmaatschappijen van verschillende moederorganisaties zwarte lijsten te kunnen delen.

Stap 1

De eerste stap van het stappenplan betreft het in beeld brengen van het effect van het delen van zwarte lijsten bij KLM/Transavia en TUI. Op basis van data-analyse zal door de luchtvaartmaatschappijen worden onderzocht in welke mate het delen van zwarte lijsten bijdraagt aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers en wat daarbij bepalende elementen zijn. Naar verwachting is dit onderzoek in het vierde kwartaal van 2023 gereed.

Stap 2

Parallel aan de eerdergenoemde stap wordt door de luchtvaartmaatschappijen beoordeeld of de kwalificatie van de overtredingen geharmoniseerd kan worden. Hierbij zullen de «levels of threat 4 van de International Civil Aviation Organization (ICAO) als uitgangspunt worden genomen. Naar verwachting zal deze stap in het vierde kwartaal van 2023 uitgevoerd zijn.

Stap 3

Naar aanleiding van bovenstaande analyses zal met de Autoriteit Persoonsgegevens een gesprek plaatsvinden over de concrete invulling van de vergunningseisen. Naar verwachting wordt deze stap in het vierde kwartaal van 2023 uitgevoerd.

Stap 4

Vervolgens zullen de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen op basis van deze analyses bepalen of het bedrijfsmatig opportuun is om de zwarte lijsten onderling te delen. Hierbij wordt de effectiviteit van het delen van de zwarte lijsten afgezet tegen de daarvoor benodigde middelen en inzet. Deze laatste stap zal waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2024 afgerond zijn.

Het Ministerie van IenW zal de uitvoering van dit stappenplan voor het delen van de zwarte lijsten op de voet volgen en waar nodig dit proces ondersteunen en aanjagen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 29 665, nr. 444

X Noot
2

Kamerstuk 31 936, nr. 1019.

X Noot
3

Kamerstuk 31 936, nr. 991.

X Noot
4

Annex 17 van International Civil Aviation Organisation (ICAO).

Naar boven