31 929 Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek

H BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 augustus 2013

In mijn brief van 22 maart jl.1 heb ik gereageerd op de vragen van uw Kamer betreffende het besluit om de schadevergoedingen van de Rooms-katholieke Kerk (RKK) in Nederland in verband met seksueel misbruik uit te zonderen van de middelentoets in de Wet werk en bijstand (WWB). In de Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid rees toen de vraag waarom deze uitzondering wordt beperkt tot schadevergoedingen vanwege misbruik in de RKK en waarom geen andere schadevergoedingen worden uitgezonderd.

Ik heb aangegeven dat wat betreft de regelingen in verband met seksueel misbruik in instellingen en pleeggezinnen, naar aanleiding van de aanbevelingen van het onderzoeksrapport van de commissie Samson, ik in overleg zou treden met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, of deze vergoedingen opgenomen dienen te worden in de Regeling WWB. Door middel van deze brief informeer ik u over mijn besluit in deze.

Gezien de aard van de schade en het karakter van de financiële tegemoetkoming heb ik besloten deze uit te zonderen van de middelentoets in de WWB en de tegemoetkoming op te nemen in de Regeling WWB.

Bij het «Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen en pleeggezinnen» (het Statuut) stelt het slachtoffer de instelling of de pleegzorgorganisatie onder wiens verantwoordelijkheid het misbruik heeft plaatsgevonden, aansprakelijk. De hoogte van de schadevergoeding hangt af van de ernst van het misbruik. De vijf categorieën van schadevergoeding zijn:

€ 5.000, € 7.500, tussen de € 10.000 en € 20.000, € 25.000 en maximaal € 100.000.

De «Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen» (de Tijdelijke regeling) is voor slachtoffers die niemand kunnen of willen aanspreken op de geleden schade. De beschuldigde persoon en de instelling of pleegzorgorganisatie blijven bij deze regeling geheel buiten beeld. De uitkering wordt bepaald aan de hand van de aard en ernst van het misbruik en is een tegemoetkoming in de schade van het slachtoffer. De bedragen in deze regeling kunnen variëren van € 1.000 tot maximaal € 35.000 in zeer uitzonderlijke gevallen.

De wijziging is voorgelegd aan het Uitvoeringspanel van gemeenten. Het Uitvoeringspanel heeft positief geadviseerd over de uitvoerbaarheid van de aanpassing van de regeling. Gemeenten zullen over de wijziging van de regeling WWB geïnformeerd worden middels de Verzamelbrief.

Ik hoop dat ik u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstukken I, vergaderjaar 2012–2013, 31 929 , G.

Naar boven