31 899 Nota Overgewicht

Nr. 23 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2014

Met deze brief geef ik invulling aan de toegezegde jaarlijkse voortgangsrapportage van het Convenant Gezond Gewicht1. Ik doe dit mede aan de hand van de moties over gezonde schoolkantines en de EPODE-aanpak die uitgevoerd worden door het Convenant (2010–2014)2.

Tijdens het notaoverleg met uw Kamer over het preventiebeleid op 27 januari jl. (Kamerstuk 32 793, nr. 137), heb ik reeds stilgestaan bij de stand van zaken van het Convenant Gezond Gewicht en voornoemde moties. In deze brief noem ik daarom enigszins beknopt enkele resultaten. Tevens sta ik stil bij de ontwikkeling van het Convenant.

Voortgang Convenant

Het Convenant zet zich samen met de 26 betrokken partijen in om de trend in overgewicht én obesitas bij zowel kinderen als volwassenen om te buigen. De titel van haar jaarverslag 2013 «Samen werkt. De kracht van lokale initiatieven»3 onderschrijf ik dan ook. Ik vind het positief dat, met steun vanuit het landelijke Convenant, steeds meer lokale verbinding en energie ontstaat om overgewicht effectief aan te pakken. Ik zie dit als samenspel tussen landelijke en lokale, publieke en private partijen.

Naast de concrete vorderingen op de gezonde schoolkantine (motie Vendrik) en voor een integrale lokale aanpak overgewicht (motie Wiegman), zie ik goede ontwikkelingen. Zoals de afgesproken uitrol van het concept de gezonde kantine in domeinen werk, sport en recreatie. Via een oproep tot ideeën vanuit het Nationaal Programma Preventie bleek veel aandacht en initiatief te zijn op dit soort kantineconcepten. Ik heb het Convenant verzocht om voor de gezonde sportkantine een coördinerende rol op zich te nemen. Dit betekent dat zij samen met diverse partijen (binnen en buiten het Convenant) actief sportverenigingen benadert. Na de voorbereidingen met partners eind 2013, is het project begin dit jaar van start gegaan. Dit houdt o.a. in dat 300 sportverenigingen in 2014 worden bezocht. Het doel daarvan is om de kennis en positieve houding over een gezond(er) voedingsaanbod en verantwoord alcoholgebruik te vergroten. De doelgroepen zijn sportbesturen, verenigingen en bezoekers van sportkantines. Naast bewustwording zet men ook in op advies en begeleiding, zodat de sportvereniging geholpen wordt het aanbod in de kantine te verbeteren. Dit gebeurt met behulp van zoegnaamde Gezonde Sportkantine Adviseurs. Deze personen zijn verbonden aan sportbonden, sportsupport of sportserviceorganisaties. Betrokken partners van dit project zijn onder andere NOC*NSF, Koninklijke Horeca Nederland, het Voedingscentrum, Maatschappelijk Verantwoord Verenigen, de Koninklijke Nederlandse Hockeybond en het Trimbos-instituut.

Voor het domein werk is in 2013 gewerkt aan de Menukaart Gezonde Werkvloer. Diverse convenantpartners hebben hiervoor input verzameld en ontwikkeld. Het resultaat is een digitale tool, speciaal samengesteld om de gezonde keuze op het werk te stimuleren. Bedrijven en organisaties kunnen hier laagdrempelig en praktisch mee aan de slag om zo een gezonde leefstijl op de werkvloer te bevorderen. Daarnaast zet het deelconvenant Werk zet zich samen met o.a. de Veneca en de Vrije Universiteit in om gezondere bedrijfsrestaurants en kantines op de kaart te zetten. Het deelconvenant Werk heeft nadrukkelijk aansluiting gezocht met het beleid van duurzame inzetbaarheid via het Actieplan Gezond Bedrijf van het Ministerie van SZW.

Voortgang JOGG-gemeenten

Motie Wiegman (Kamerstuk 31 899, nr. 10) is gericht op de implementatie van de EPODE-aanpak in Nederlandse gemeenten. Het doel is om ten minste 75 JOGG-gemeenten in 2015 te hebben die volgens deze methode integraal beleid op overgewicht inzetten.

Momenteel zijn er 55 JOGG-gemeenten en een JOGG-provincie.4 Dat is ten opzichte van 2012 een toename van 30 gemeenten; toen waren het er 25. Nog belangrijker is dat JOGG zich niet alleen in kwantitatieve zin ontwikkelt, maar ook in kwalitatieve zin. In toenemende mate zie ik goede voorbeelden en concrete resultaten van JOGG-gemeenten. Ik kom hier verder in deze brief op terug.

JOGG is een gefundeerde methode om overgewicht lokaal aan te pakken. De lokale behoefte en situatie van een gemeente en andere relevante partijen zijn leidend bij de invulling van JOGG-methode in een gemeente of wijk. Dit geeft lokale en regionale accenten en verschillen. Ondanks de uitvoeringsverschillen, is het overkoepelende doel gelijk: verandering realiseren op het eet- en beweeggedrag en de ontwikkeling van overgewicht bij jongeren. Het is goed om te zien dat gemeenten, gedurende de periode dat zij actief zijn met de JOGG-methode, hierop positieve ontwikkelingen laten zien. Zoals:

  • Gemeente Zwolle: Het percentage basisschoolkinderen met overgewicht is gedaald van 12,1% in 2009 naar 10,6% in 2012.5

  • Gemeente Dordrecht: door middel van hun «Doe ff Gezond»-programma wijzen de resultaten van de jaarlijks terugkerende fittesten op een daling van overgewicht. Bij een eerste vergelijking tussen 2011 en 2012, waarbij scholen én leerlingen beide meetjaren meededen, is het overgewicht met 3,1% gedaald. Deze resultaten zetten door; in 2013 is het overgewicht bij scholen die beide meetjaren meededen, ten opzichte van 2012 wederom gedaald (van 35,2% naar 34,1%). Met name het percentage kinderen met ernstig overgewicht is gedaald, van 12,1% naar 10,5%.

  • Gemeente Rotterdam: Op twee Rotterdamse Lekker Fit! basisscholen drinken kinderen 100 ml met suiker gezoete drankjes minder per dag. Dit is het resultaat van de Rotterdamse JOGG-aanpak en haar watercampagne.

  • Gemeente Amsterdam: in stadsdeel Nieuw-West wordt na een JOGG-pilot van 2 jaar gezien dat peuters op de voorschool meer zijn gaan bewegen, vaker fruit eten en meer water drinken. Op de basisscholen is vooruitgang geboekt bij het middageten en wordt meer water en minder (ge)zoete drank gedronken. Voor kinderen in de buurt is een programma, gebaseerd op sociale marketing techniek, voor buitenspelen ontwikkeld.

Meerdere gemeenten zijn nu enige tijd bezig en aangesloten bij JOGG. Daar waar het aanvankelijk vaak een nieuwere vorm van beleid maken en samenwerken was, beklijft deze aanpak lokaal steeds meer. Dit betekent dat ik verwacht dat de JOGG-gemeenten en de ondersteuning vanuit het JOGG-bureau naar een volgende fase gaan en doorontwikkelen. Gezien de ervaring en de uitvoeringsfase van een grote groep JOGG-gemeenten, verwacht ik het komende jaar meer resultaten uit deze groep te zien.

Harde resultaten op de ontwikkeling van overgewicht worden vaak vooraf gegaan door procesresultaten: indicatoren die de lokale dynamiek van gezond gewicht beleid en het samenspel tussen partijen laten zien. Ter illustratie van deze positieve lokale ontwikkelingen en procesresultaten noem ik twee voorbeelden:

  • Gemeente Amsterdam: 18 extra openbare watertappunten in 4 stadsdelen. En 922 kinderen en ouders die het eetspreekuur in hun buurt bezochten en daar stappen hebben gezet in het aanmeten van een gezonde(re) leefstijl.

  • Gemeente Veghel: men onderzoekt lokaal de mogelijkheden van een stichting, waarin de JOGG-methode met behoud van gezamenlijke verantwoordelijkheid kan worden geborgd. In veel trajecten wordt juist de stap van het borgen nagelaten, waardoor gedane investeringen en inspanningen vaak snel verloren gaan. Doordat dit in Veghel wel gebeurt, laat men zien dat men gezamenlijke inspanningen voor de lange termijn wil bestendigen.

Bovengenoemde voorbeelden en resultaten laten zien dat er een positieve beweging gaande is. En dat deze groeiende is via (momenteel) 55 JOGG-gemeenten. Ik ben dan ook positief over het halen van onze doelstelling, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin.

Voortgang Gezonde Schoolkantine

Motie Vendrik (Kamerstuk 31 899, nr. 8) heeft als doel om beleid te ontwikkelen gericht op 100% gezonde schoolkantines in 2015. Deze doelstelling is een prioriteit van het deelconvenant School van het Convenant.

Om de doelstelling te verwezenlijken heb ik het afgelopen jaar extra ingezet op het project De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum.6 Dit heeft ertoe geleid dat vorig jaar 350 schoollocaties aan de slag zijn gegaan met het Gezonde Schoolkantineprogramma dankzij de inzet van de Schoolkantine Brigade. Samen met de 400 schoollocaties die al voor 2013 bezig waren, is het aantal schoollocaties die het veranderproces zijn ingegaan nu gegroeid naar 750. Ook in 2014 wordt extra ingezet. Ik verwacht dat het aantal locaties dat actief aan de slag gaat met het inrichten van een gezonde schoolkantine dit jaar verder groeit tot 1.200 (er zijn in totaal 2.000 schoollocaties met een kantine in Nederland).

Een goede ontwikkeling is bovendien dat een ruime meerderheid van de ouders van MBO- en VO-leerlingen vindt dat samenwerking tussen scholen en ouders nodig is om te werken aan een gezond aanbod in de schoolkantine en de automaten.7 Vanuit het deelconvenant School wordt ingezet om ouders vroegtijdig bij gezonde voeding en bewegen op school te betrekken. Op basis van behoefte is daarom de toolkit Ouderbetrokkenheid en Gezond Gewicht in 2013 vernieuwd. Het materiaal voor professionals werkzaam voor kinderdagverblijven en peuter-speelzalen is uitgebreid om hen handvatten te geven om ouders te betrekken.

Ik ben me ervan bewust dat een bezoek door de Schoolkantine Brigade en advisering nog niet automatisch leidt tot een gezond aanbod in de kantines. Naast de inzet op de stimulering van de vraagkant, wordt daarom ook actief ingezet op het gezonder maken van de aanbodkant. Inmiddels hebben 38 partijen het Handvest Gezonder Voedingsaanbod op Scholen ondertekend. Waar 2011 en 2012 in het teken stonden van een groei van het aantal deelnemende partijen, is in 2013 ingezet op monitoring van de inzet van partijen op een gezonder aanbod. Deze monitoring laat zien dat een aantal koploperpartijen mooie stappen zet en daadwerkelijk streeft naar een gezonder aanbod (van 75% basisproducten en 25% extra’s), daar waar ook een aantal partijen achterblijft.

Deze verschillen zijn onlangs met de Handvestpartijen besproken. Verbeterslagen voor 2014 zijn hierbij aan de orde geweest. Eind 2014 loopt het Handvest in de huidige vorm af. Dit jaar maakt het Convenant afspraken met de partijen over de inhoud van een eventueel vervolg. Deze afspraken zijn mede afhankelijk van de resultaten die uiteindelijk eind 2014 worden bereikt. Het idee is dat we verder gaan met partijen die zich daadwerkelijk inzetten en zich verbinden aan de doelstellingen van het Convenant.

2014 en daarna

Dit jaar verwacht ik dat het aantal JOGG-gemeenten nog fors toeneemt en dat steeds meer gemeenten positieve resultaten kunnen laten zien op de daling van overgewicht bij hun doelgroepen. Ook de inzet op gezonde kantines moet bijdragen aan onze ambitie om via de makkelijke keuze, de gezonde keuze te stimuleren.

Dit jaar is bovendien het laatste jaar van het Convenant Gezond Gewicht in haar huidige vorm. Ik ben met het Convenantbureau en de huidige partners in gesprek om ons te oriënteren op een volgende fase. Zodra ik meer zicht heb op inzet na 2014 bij een te vormen samenwerking gericht op het bevorderen van gezond gewicht, zal ik u nader berichten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 31 899, nr. 15 Convenant Gezond Gewicht.

X Noot
2

Kamerstuk 31 899, nr. 14 Uitvoeren aangenomen moties inzake nota Overgewicht.

X Noot
4

JOGG-gemeenten: Aa en Hunze, Alkmaar, Almere, Alphen aan den Rijn, Amsterdam, Assen, Bonaire, Borger-Odoorn, Breda, Coevorden, Cuijk, Delft, Den Bosch, Den Haag, De Wolden, Dongen, Dordrecht, Elburg, Emmen, Ermelo, Gouda, Haarlem, Haarlemmermeer, Hardenberg, Harderwijk, Heerhugowaard, Hellevoetsluis, Hoogeveen, IJsselstein, Katwijk, Leiden, Meppel, Midden-Drenthe, Nijkerk, Noordenveld, Nunspeet, Oldebroek, Ommen, Oss, Purmerend, Putten, Roermond, Roosendaal, Rotterdam, Saba, Sint-Eustatius, Smallingerland, Stichtse Vecht, Tilburg, Tynaarlo, Utrecht, Veghel, Zaanstad, Zwijndrecht en Zwolle. Daarnaast is Drenthe JOGG-provincie.

X Noot
5

Leefstijlonderzoek (ChecKid 2012) onder ruim 9500 kinderen verspreid over 38 basisscholen uit Zwolle.

X Noot
6

Kamerstuk 31 899, nr. 21 Begrotingsakkoord 2013 extra middelen tegengaan obesitas bij kinderen

Naar boven