31 899 Nota Overgewicht

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2012

Onlangs heb ik uw Kamer toegezegd1 te reageren op het RIVM-rapport Nederland de Maat en aangegeven u te informeren over de stand van zaken van het Convenant Gezond Gewicht. Ik doe dit aan de hand van de moties over gezonde schoolkantines en de EPODE-aanpak die uitgevoerd worden door het Convenant Gezond Gewicht (2010–2014)2. Met deze brief geef ik tevens invulling aan de toegezegde jaarlijkse voortgangsrapportage van het Convenant Gezond Gewicht3.

A: Rapport RIVM Nederland de Maat

Voor de onderbouwing van het volksgezondheidsbeleid is het belangrijk om actuele kennis te hebben over het vóórkomen van leefstijl- en risicofactoren voor (het ontstaan van) chronische ziekten. Daarom heeft het RIVM in 2009–2010 een monitoringsstudie uitgevoerd «NL de maat genomen, 2009–2010. Monitoring van risicofactoren in de algemene bevolking». Deze studie geeft een overzicht van de prevalentie van de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten en diabetes, waaronder overgewicht. In deze studie zijn gemeten in plaats van zelfgerapporteerde waarden verzameld.

Uit de metingen blijkt dat met betrekking tot de risicofactor overgewicht 60% van de mannen en 44% van de vrouwen tussen de 30 en 70 jaar te zwaar is (BMI van 25 of meer). Verder heeft 27% van de mannen abdominaal obesitas (buikomvang van 102 centimeter of meer) en 39% van de vrouwen heeft abdominaal obesitas (buikomvang van 88 centimeter of meer). Dit buikvet is een belangrijke indicator voor risico’s op diabetes en hart- en vaatziekten. Gemiddeld voldeed 30% van de mannen en vrouwen aan de fitnorm (minimaal drie keer per week 20 minuten of meer zwaar intensieve inspanning). Voor een overzicht van alle onderzoeksgegevens verwijs ik u naar de site van het RIVM4.

Ontwikkelingen in de tijd laten zien dat met name de buikomvang bij vrouwen in de leeftijd van 30 tot 39 jaar flink is toegenomen. De gemeten gegevens uit deze studie spreken voor zich en zijn verontrustend. Om het tij te keren is de inzet nodig van alle betrokken partijen.

Naast de eigen inzet van mensen betekent dat ook de inzet van bedrijfsleven, zorgprofessionals, scholen, sport- en recreatieverenigingen en de (lokale) overheid.

Om dit belang en de gezamenlijke aanpak te onderstrepen, zijn gezondheid en preventie topprioriteit van dit kabinet. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de Landelijke nota Gezondheidsbeleid en Beleidsbrief Sport die ik in mei vorig jaar aan uw Kamer heb gestuurd. We nemen onze verantwoordelijkheid daar waar dat nodig is en zijn al flink in de weer om het probleem van overgewicht en obesitas breed en integraal aan te pakken. Ik wil de omslag naar een gezondere leefstijl maken door sport in de buurt stevig te stimuleren. Daarom gaat vanaf 2012 jaarlijks 70 miljoen euro naar het programma Sport en Bewegen in de Buurt, waar de inzet op buurtsportcoaches onder valt. Samen met de industrie ben ik bezig om te kijken hoe we voedsel minder calorierijk, met minder verzadigd vet en zout aan kunnen bieden. Er lopen diverse projecten waarin private en publieke partijen bezig zijn om van de gezonde keuze de makkelijke keuze te maken. Het Convenant Gezond Gewicht maakt hier belangrijk onderdeel van uit. Naast deze initiatieven zet ik in op toegankelijke en betrouwbare informatie via het Voedingscentrum, zodat mensen een eigen keuze kunnen maken. Door het beschikbaar stellen van deze middelen en faciliteiten worden mensen in staat gesteld om hiervan gebruik te kunnen maken. De ontwikkeling van één landelijk voedselkeuze logo kan mensen ook ondersteunen in het maken van een gezonde keuze. Ik verwijs voor het beleid naar de Landelijke nota Gezondheidsbeleid.

B: Voortgang Convenant Gezond Gewicht 2011 en moties Vendrik en Wiegman

Voortgang Convenant Gezond Gewicht 2011

In 2011 heeft het Convenant stimulerende resultaten geboekt die onderdeel zijn van onze gezamenlijke inspanning om de trend in overgewicht én obesitas bij zowel kinderen als volwassenen om te buigen. Naast de vorderingen op de gezonde schoolkantine (motie Vendrik) en voor een integrale lokale aanpak overgewicht (motie Wiegman), zijn dit resultaten zoals:

  • Een overzicht van programma’s over eten en bewegen voor het onderwijs ter bevordering van integrale aanpak gezond eten en bewegen op school;

  • De dialoog tussen sector horeca, supermarktbranche en levensmiddelenindustrie over gezond en verantwoord aanbod, portiegrootte en gezond verleiden van de consument of klant;

  • Online MBO lesmodules voor horeca, retail en levensmiddelenindustrie gericht op de toekomstige foodprofessionals met als doel bewustwording over gezondheidsaspecten van voedsel en het gezonder maken van het aanbod;

  • Het vinden en ontsluiten van goede voorbeelden om gezond gewicht op de werkvloer vorm te geven.

Hiertoe wordt o.a. jaarlijks het symposium De Gezonde Werkvloer georganiseerd;

  • De introductie van werknemerskrant LIJF. Samen met vakcentrales CNV, MHP en FNV heeft het Convenant het belang, praktische tips en de rechten en plichten omtrent vitaliteit en gezonde leefstijl richting leden gecommuniceerd; en

  • De start van project Gezonde Sportkantine: een initiatief om een gezond aanbod in de sportkantine uit te rollen. Hiervoor is gebruik gemaakt van het concept van De Gezonde Schoolkantine.

Overgewicht en het behouden van gezond gewicht zijn een complex maatschappelijk probleem. Het rechtvaardigt een multifactoriële aanpak. Het Convenant bundelt daarom commitment en activiteiten van in totaal 27 publieke en private partijen. Namens de rijksoverheid leveren de ministeries van OCW en VWS inhoudelijke en financiële bijdrage aan het Convenant. De afgesproken rijksbijdrage is € 777 500 per jaar en ligt in principe vast voor de looptijd van het Convenant. We zien inzet, enthousiasme en financiële bijdrage van andere partijen echter toenemen. Zo bedroeg de bijdrage van private partners en gemeenten in 2010 € 453 305 in totaal. Dit is in het jaar 2011 gestegen naar € 601 200.

Op basis van de begroting 2012 zien we dat deze lijn zich voortzet. Ik vind dit een positieve ontwikkeling, passend bij de publiekprivate constructie en gezamenlijke verantwoordelijkheden waar we onze handtekening voor hebben gezet.

Voortgang Gezonde Schoolkantine

Motie Vendrik (31 899, nr. 8) heeft als doel om beleid te ontwikkelen gericht op 100% gezonde schoolkantines in 2015. De doelstelling is opgenomen als prioriteit van het Convenant; zo wordt draagvlak en consistentie tussen partijen gestimuleerd en bewaakt.

Om deze doelstelling te verwezenlijken wordt door middel van het stimuleringsproject De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum ingezet op de vraagkant: scholen kunnen bijvoorbeeld meedoen aan de Schoolkantine Award. In 2010 was het doel om 75 scholen te werven voor de voorloper van de Award (de stimuleringsprijs voor Gezonde Schoolkantine). Dat zijn uiteindelijk

90 scholen geworden. De ambitieuze doelstelling van het afgelopen jaar was om 150 scholen mee te laten doen. Dit is bijna gehaald door de uiteindelijke aanmelding van 139 scholen. Daarnaast heeft de Schoolkantine Brigade momenteel in totaal al meer dan 75 scholen geholpen bij het realiseren van een gezondere schoolkantine.

Daarmee heeft al 20% van het voortgezet onderwijs meegedaan aan dit project en de animo blijft onverminderd groot: de Gezonde Schoolkantine is in 2011 de meest bezochte interventie (van de in totaal 3000 interventies) in de gehele database van het Loket Gezond Leven (RIVM).

Naast de vraagkant van de school zet ik stevig in op de aanbodkant.

Op 7 december 2011 was ik bij de ondertekening van het Handvest Gezonder Voedingsaanbod op Scholen. Gemotiveerde partijen uit onder andere de cateringbranche, de automatenbranche en het onderwijs hebben het handvest getekend. Zij committeren zich daarmee aan het gezonder maken van het aanbod op scholen, waarbij iedere partij binnen de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden stappen zet vanuit een gezamenlijk geformuleerde ambitie. Deze stappen zullen jaarlijks geëvalueerd worden. Ik ben erg positief over deze publiekprivate aanpak, mede omdat het aantal partijen dat dit handvest wil ondertekenen nog steeds groeit Inmiddels beslaat het handvest met het groeiende aantal voorlopers al 25% van de schoolcateringmarkt.

Tot slot: begin maart verschijnt het RIVM rapport Overgewichtpreventie in het voortgezet onderwijs in 2010–2011 5. Dit rapport geeft onder meer een beeld weer van de ontwikkelingen in schoolkantines. Hieruit blijkt onder meer dat, vergeleken met 2006–2007, het assortiment in de kantines gezonder is geworden.

Kortom, we lijken hier met zowel de vraagkant als de aanbodkant op de goede weg te zitten om schoolkantines gezonder te maken vanuit het idee dat de gezonde keuze, de makkelijke keuze wordt.

Voortgang Jongeren op Gezond Gewicht

Motie Wiegman (31 899, nr. 10) is gericht op de implementatie van de EPODE-aanpak in Nederlandse gemeenten. Het doel is om ten minste 75 JOGG-gemeenten in 2015 te hebben die volgens deze methode integraal beleid op overgewicht inzetten.

De EPODE-aanpak is passend gemaakt voor de Nederlandse situatie en context en heet Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De uitvoering vindt plaats vanuit het Convenant Gezond Gewicht met betrokkenheid van alle 27 partners. Om de uitvoering van de motie Wiegman te ondersteunen heeft JOGG eind 2010 nog

zes specifieke landelijke partners aangetrokken. Deze partijen geven de publiekprivate samenwerking niet alleen landelijk nog meer vorm, maar zetten ook kennis en middelen in op lokaal niveau voor het bereiken van gezond gewicht. Daarnaast werkt JOGG nauw samen met het Centrum Gezond Leven-RIVM en relevante programma’s, partijen en kennisinstituten om uitwisseling en verspreiding van de aanpak te bevorderen.

Door de gezamenlijke inspanningen zijn er momenteel 13 JOGG-gemeenten en is Drenthe JOGG-provincie. Dit zijn Zwolle, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Veghel, Tynaarlo, Borger-Odoorn, Breda, IJsselstein, Delft, Leiden en Meppel.

De gevormde inhoudelijke basis en ervaring van de eerste JOGG-gemeenten is richtinggevend voor toekomstige opschaling. De opschaling gebeurt in een passend tempo met aandacht voor kwaliteit en lokale dynamiek. Het is echter aan de gemeente om binnen het lokaal gezondheidsbeleid al dan niet te kiezen voor het thema overgewicht, de JOGG- aanpak en vervolgens deel te nemen aan het geboden programma; dit wordt niet door de rijksoverheid opgelegd.

Het doel voor 2012 is om 20 nieuwe JOGG-gemeenten te werven. Met betrokken partners binnen en buiten het Convenant werken we zo toe naar verdere uitrol in de ten doel gestelde 75 gemeenten.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Vragenuurtje TK 47/31-1-2012

X Noot
2

TK 2009–2010 31 899-14 Uitvoeren aangenomen moties inzake nota Overgewicht.

X Noot
3

TK 2009–2010 31 899-15 Convenant Gezond Gewicht.

X Noot
5

RIVM Rapport 260701007/2011

Naar boven