31 892
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet inzake geldtransactiekantoren en intrekking van de Wet op het grensoverschrijdend betalingsverkeer ter implementatie van richtlijn nr. 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEU L 319)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG

Ontvangen 24 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel C, wordt na artikel 514, onder n, een definitie ingevoegd, luidende: na. micro-onderneming: onderneming die bij het sluiten van de raamovereenkomst een micro-onderneming is als bedoeld in de bijlage van aanbeveling nr. 2003/361/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 mei 2003 (PbEU L 124).

II

In artikel II, onderdeel C, wordt in artikel 539 «consument» telkens vervangen door: consument of micro-onderneming.

III

In artikel II, onderdeel C wordt in artikel 550, tweede lid, «consument» vervangen door: consument of micro-onderneming.

IV

In artikel II, onderdeel C wordt in artikel 551, tweede lid, «consument» vervangen door: consument of micro-onderneming.

Toelichting

Kleine ondernemingen hebben niet eenzelfde onderhandelingsmacht tegenover banken, instellingen die vanouds het merendeel van de betaaldiensten verlenen, als grotere ondernemingen. Het is daarom van belang de positie van deze kleine ondernemingen, ook wel genoemd micro-ondernemingen, te verbeteren, zodat betaaldienstverleners bijvoorbeeld niet contractueel aansprakelijkheid kunnen afschuiven.

In de richtlijn is in artikel 30 en in artikel 51 bepaald dat lidstaten de titels III en IV van de richtlijn op dezelfde wijze mogen toepassen op micro-ondernemingen als op consumenten. Blijkens de transponeringstabel in de memorie van toelichting zijn de bepalingen van de titels III en IV van de richtlijn neergelegd in boek 7 BW en in de Wft. Dit amendement regelt – zoals toegelaten door de richtlijn – dat de micro-ondernemingen in deze bepalingen gelijk worden gesteld met consumenten.

Een micro-onderneming is een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal ten hoogste € 2 miljoen bedraagt. In artikel 4 van de Richtlijn wordt de micro-onderneming gedefinieerd als een onderneming die op het tijdstip van sluiting van het betalingsdienstencontract een micro-onderneming is als bedoeld in de bijlage van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie. In het amendement is aangesloten bij deze definitie van de micro-onderneming, waarbij rekening is gehouden met de terminologie van het Burgerlijk Wetboek en derhalve wordt gesproken over raamovereenkomst in plaats vanbetalingsdienstencontract.

Irrgang

Naar boven