nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS
Ontvangen 26 oktober 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel A wordt artikel 107a als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid vervalt de zinsnede «, mits de werknemers
in dienst van de vennootschap en de groepsmaatschappijen in meerderheid binnen
Nederland werkzaam zijn».
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
5. Het bepaalde in de twee voorgaande leden is niet van toepassing
indien de werknemers van de vennootschap en de rechtspersonen en vennootschappen
waarmee zij in een groep verbonden is, in meerderheid buiten Nederland werkzaam
zijn.
II
In onderdeel B wordt artikel 134a als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt de zinsnede «, mits de werknemers
in dienst van de vennootschap en de groepsmaatschappijen in meerderheid binnen
Nederland werkzaam zijn».
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
3. Het bepaalde in de twee voorgaande leden is niet van toepassing
indien de werknemers van de vennootschap en de rechtspersonen en vennootschappen
waarmee zij in een groep verbonden is, in meerderheid buiten Nederland werkzaam
zijn.
III
Onderdeel C, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde
lid worden twee leden ingevoegd, luidende:.
2. In het derde lid van artikel 135 vervalt de zinsnede «,
mits de werknemers in dienst van de vennootschap en de groepsmaatschappijen
in meerderheid binnen Nederland werkzaam zijn».
3. Na het derde lid van artikel 135 wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Het bepaalde in de twee voorgaande leden is niet van toepassing
indien de werknemers van de vennootschap en de rechtspersonen en vennootschappen
waarmee zij in een groep verbonden is, in meerderheid buiten Nederland werkzaam
zijn.
IV
In onderdeel D wordt artikel 144a als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt de zinsnede «, mits de werknemers
in dienst van de vennootschap en de groepsmaatschappijen in meerderheid binnen
Nederland werkzaam zijn».
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
3. Het bepaalde in de twee voorgaande leden is niet van toepassing
indien de werknemers van de vennootschap en de rechtspersonen en vennootschappen
waarmee zij in een groep verbonden is, in meerderheid buiten Nederland werkzaam
zijn.
Toelichting
Het amendement beoogt de twee in bovengenoemde bepalingen besloten liggende
reikwijdtecriteria, die geheel los van elkaar staan, te verzelfstandigen.
In de huidige opzet, is de werking van het uitbreidende criterium «ondernemingsraad
bij een dochter» afhankelijk gesteld van het beperkende «werknemerscriterium».
Dit strookt niet met de op dit punt unanieme adviezen van de SER, en is ook
overigens onjuist: er is geen enkel verband tussen beide criteria en deze
dienen dan ook los van elkaar te worden gehanteerd. Bovendien wijkt de voorgestelde
regeling af van de in artikel 2:153 lid 3, aanhef en sub b BW geregelde vrijstelling,
die model heeft gestaan voor de voorstellen van de SER.
Het amendement beoogt tot slot het werknemerscriterium bij het spreekrecht
voor ondernemingsraden in overeenstemming te brengen met het werknemerscriterium
bij het structuurregime (zie artikel 2:153 lid 3 sub b Burgerlijk Wetboek
dat de samenstelling van het werknemersbestand van de vennootschap en haar
groepsmaatschappijen tot uitgangspunt neemt en dat beslissend acht of die
werknemers «in meerderheid buiten Nederland werkzaam»)
Weekers