31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 236 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2023

De Algemene Rekenkamer wil met haar onderzoek bijdragen aan het presteren en functioneren van de Rijksoverheid en de daarmee verbonden organen. Wat kan zinniger, zuiniger of zorgvuldiger?

Het is belangrijk dat we niet alleen onze wettelijke taken correct uitvoeren, maar ook weten welke impact onze onderzoeken hebben gehad. Net als andere Supreme Audit Institutions («Algemene Rekenkamers» in andere landen) stelt ook de Nederlandse onafhankelijke externe controleur van het Rijk zich de vraag hoe impact te meten. Een manier om dit te doen, is door de opvolging van onze aanbevelingen te onderzoeken. Onze publicatie Voortgangsmeter 2023 geeft inzicht in ons onderzoek hiernaar.

De Voortgangsmeter biedt u inzicht in een deel van de impact van de Algemene Rekenkamer. De hoofdbevinding is dat van de 513 aanbevelingen die de AR heeft gedaan over de periode 2017–2022 71% van de aanbevelingen in onze onderzoeken wordt vertaald naar verbeteracties door de betrokken Ministers. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage uit de vorige Voortgangsmeter uit 2021 (Kamerstuk 31 865, nr. 197).

Bij 52% van de aanbevelingen waar een toezegging is gedaan, wordt uiteindelijk alsnog actie ondernomen.

Figuur 1. Acties op aanbevelingen Algemene Rekenkamer. Periode 2017–2022, stand per juli 2023.

Figuur 1. Acties op aanbevelingen Algemene Rekenkamer. Periode 2017–2022, stand per juli 2023.

Het is lastig om dit percentage van 71% als hoog of (te) laag te kwalificeren. Het is in ieder geval niet zo dat Ministers of hun ministeries niets doen met de conclusies en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Bij een (ruime) meerderheid van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer wordt uiteindelijk actie ondernomen. Uiteraard is dat geen 100% en ook niet bijna 100%. Ook is het mogelijk dat de resterende aanbevelingen juist de meer fundamentele of belangrijkste aanbevelingen betreffen.

Ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid en het realiseren van beleidsdoelen alsmede voor het functioneren van hun ministerie en het stelsel dat is ingericht om beleidsdoelen te behalen. Het is aan de bewindslieden om de conclusies van onze rapporten af te wegen en om te besluiten verbeteracties in te zetten. Dat kan soms tijd kosten. Wij ondersteunen het dat uitvoerbaarheid van beleid stevig wordt meegewogen in de vorming of wijziging van beleid.

We constateren dat er verschillen zijn tussen ministeries in de mate waarin acties worden ondernomen naar aanleiding van onze aanbevelingen. Zo worden op het terrein van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid en Defensie ten aanzien van meer dan 80% van onze aanbevelingen acties ondernomen. Bij Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken en Klimaat wordt ten aanzien van minder dan 50% een actie ondernomen. We zien daarnaast dat op een aantal terreinen, bijvoorbeeld milieucriminaliteit, leren van evaluaties en de capaciteit van het elektriciteitsnet, de opvolging van aanbevelingen al langere tijd om aandacht vraagt.

Bij de vorige publicatie van de Voortgangsmeter in 2021 constateerden wij dat Ministers steeds minder toezeggingen deden op onze aanbevelingen. Die ontwikkeling is inmiddels gekeerd (zie figuur 2).

Figuur 2. Jaarlijks aandeel toezeggingen (in %) op aanbevelingen Algemene Rekenkamer. Periode 2017–2022.

Figuur 2. Jaarlijks aandeel toezeggingen (in %) op aanbevelingen Algemene Rekenkamer. Periode 2017–2022.

Op 28 september publiceren wij de Voortgangsmeter 2023 op onze website: https://www.rekenkamer.nl/onderwerpen/voortgangsmeter. In deze rapportage kijken wij zes jaar terug, vanaf 2017 tot en met 2022. Wij staan rijksbreed en per begrotingshoofdstuk stil bij de toezeggingen op, en acties naar aanleiding van, onze aanbevelingen. De Voortgangsmeter is gebaseerd op een zelfrapportage van ministeries. Wij vragen aan de ministeries welke maatregelen zij hebben getroffen naar aanleiding van onze aanbevelingen. Deze antwoorden toetsen wij vervolgens zelf nog op plausibiliteit.

We onderzoeken voor deze publicatie aanbevelingen die zijn gedaan aan Ministers in de voorgaande zes jaar. Andere manieren waarop wij impact bereiken, zoals gesprekken met de Staten-Generaal, media-optredens of congressen, worden in deze publicatie niet meegenomen.

In onze brieven met aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2024 schenken wij aandacht aan enkele van onze aanbevelingen. De brieven met aandachtspunten bij de ontwerpbegroting worden u separaat aangeboden. Het staat u uiteraard vrij om naar aanleiding van onze aandachtspunten in de begrotingsbrieven bewindspersonen aan te spreken op het (gebrek aan) vervolg op een aanbeveling.

Een afschrift van deze brief sturen wij aan de voorzitter van de Eerste Kamer en aan alle Ministers.

De voorzitter van de Algemene Rekenkamer, drs. P.J. (Pieter) Duisenberg

De secretaris, drs. C. (Cornelis) van der Werf

Naar boven