Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2021
Met de aanbevelingen die voortkomen uit ons onderzoek willen wij bijdragen aan het
presteren en functioneren van de rijksoverheid en de daarmee verbonden organen. Wat
kan zinniger, zuiniger of zorgvuldiger? Jaarlijks doen wij ongeveer 100 aanbevelingen
in onze doelmatigheidsonderzoeken.
In onderstaande figuur geven wij aan hoe vaak Ministers toezeggingen doen in reactie
op onze aanbevelingen.
Op 62% van de aanbevelingen volgt een toezegging
Figuur 1: Jaarlijks aandeel toezeggingen (in %) op aanbevelingen Algemene Rekenkamer.
Periode 2015–2020.
Uit de figuur blijkt dat het jaarlijks percentage toezeggingen vanaf 2018 daalt. In
2018 is het percentage toezeggingen 78% van de aanbevelingen, terwijl in 2020 het
percentage toezeggingen 50% van de aanbevelingen is. Een opvallende daling waarvoor
we, op dit moment, nog geen duidelijke verklaring hebben.
Deze daling van het jaarlijkse percentage toezeggingen is ook zichtbaar bij de meeste
departementen. Zo was in 2018 het percentage toezeggingen bij het Ministerie van Defensie
83%, terwijl hier in 2020 het percentage toezeggingen 57% was.
Wij vragen elke twee jaar aan de ministeries welke maatregelen zij hebben getroffen
naar aanleiding van onze aanbevelingen. Wij leggen de resultaten van dit onderzoek
vast in de Voortgangsmeter aanbevelingen. Op 6 oktober 2021 publiceren wij voor de
vijfde keer de Voortgangsmeter aanbevelingen op onze website: https://www.rekenkamer.nl/onderwerpen/voortgangsmeter
Op onze website treft u een rapportage aan waarin wij zes jaar terugkijken, vanaf
2015 tot en met 2020. Op onze website zijn openbare datasets opgenomen met rijksbreed
en per begrotingshoofdstuk de achterliggende gegevens van de rapportage en dus voor
iedereen beschikbaar: onze aanbevelingen, de bestuurlijke reacties van de Ministers
en de zelfrapportages van de ministeries.
In onze brieven met aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2022 schenken wij aandacht
aan aanbevelingen die nog geen opvolging hebben gekregen. De brieven met aandachtspunten
bij de ontwerpbegroting worden u separaat aangeboden.
Een afschrift van deze brief sturen wij aan de voorzitter van de Eerste Kamer, de
Koning, de Minister-President en aan alle Ministers.
Voor de Algemene Rekenkamer
drs. A.P. (Arno) Visser, directeur
drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris