Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2019
Op 11 april 2019 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
mij verzocht om uiterlijk donderdag 9 mei 2019 een toelichting aan uw Kamer te sturen
op het initiatief van mijn ministerie in het kader van de operatie Inzicht in Kwaliteit.
Tevens verzoekt de commissie mij om aan te geven op welke wijze uw Kamer geïnformeerd
wordt over de voortgang van het initiatief, zodat de Kamer goed geïnformeerd blijft.
Zoals aangekondigd in het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst (bijlage bij Kamerstuk
34 700, nr. 34) is het kabinet vorig jaar gestart met de Operatie «Inzicht in Kwaliteit» (hierna:
de operatie). Het doel van de operatie is om de maatschappelijke toegevoegde waarde
van publiek geld te vergroten door meer inzicht in de impact van beleid te krijgen:
wat werkt wel en wat niet, waarom is dat zo en welke kosten zijn hiermee gemoeid.
Met het antwoord op deze vragen kunnen we bestaand beleid verbeteren en de effecten
van nieuw beleid vergroten.
De operatie heeft twee sporen. Het eerste spoor gaat over het vergroten van de maatschappelijk
toegevoegde waarde van overheidsbeleid door aan de hand van concrete activiteiten
het inzicht in de impact van beleid te vergroten en te werken aan zichtbare verbeteringen.
Het tweede spoor gaat over de overheid als lerende organisatie.
In het kader van het eerste spoor hebben alle departementen initiatieven geselecteerd.
Het initiatief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is
de evaluatie van de Garantstelling Landbouw/Borgstelling MKB landbouwkredieten. Deze
evaluatie is gekozen op grond van de selectiecriteria van de operatie: [a] de overtuiging
dat meer inzicht op dit terrein het mogelijk maakt om de maatschappelijke toegevoegde
waarde te verhogen; [b] het potentiële leereffect voor de operatie in de zoektocht
naar een structurele versterking van het evaluatiestelsel; en [c] de diversiteit van
het totale portfolio aan initiatieven om het totale leereffect te maximaliseren. De
potentieel maatschappelijk toegevoegde waarde van het initiatief van LNV is een doeltreffender
(in termen van verdiencapaciteit/welvaart, duurzame agrarische productie en innovatie)
en doelmatigere inzet van een instrument waarmee de staat voor maximaal 120 miljoen
euro per jaar garantstellingen verstrekt. Het potentiële leereffect voor het evaluatiestelsel
is het leren van een evaluatie met sterke kwantitatieve componenten en datakoppeling
uit verschillende bronnen. De evaluatie van de Garantstelling Landbouw/Borgstelling
MKB landbouwkredieten is een pilot-evaluatie, waarin statistische en econometrische
analyses worden uitgevoerd met voor het eerst door het CBS op bedrijfsniveau gekoppelde
data over de jaren 2010–2016. Uiteraard met zorgvuldige inachtname van de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG).
De Kamer wordt op twee manieren geïnformeerd over de voortgang van het initiatief.
Enerzijds via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages van de Minister van Financiën
over de operatie. De eerste voorgangsrapportage is op 4 februari 2019 aan de Tweede
Kamer aangeboden (Kamerstuk 31 865, nr. 126). Maar ook ik zelf zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van de evaluatie Garantstelling
Landbouw 2010–2016, tezamen met mijn beleidsreactie daarop. In die brief zal ik ook
ingaan op de leerervaringen met betrekking tot de mogelijkheden van de gebruikte data-koppeling
voor LNV-beleidsevaluaties.
De evaluatie heeft, juist ook door het pilot-karakter en de zorgvuldigheidsprocedures
in verband met de AVG, langer geduurd dan gepland maar wordt naar verwachting in mei
afgerond. Daarna kan ik mijn beleidsreactie voorbereiden, welke ik u net voor of kort
na het zomerreces hoop aan te bieden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten