31 839 Jeugdzorg

31 066 Belastingdienst

Nr. 948 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2023

Met deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Staatssecretaris van Financiën –Toeslagen en Douane over de voortgang van de aanpak voor gedupeerde gezinnen die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing.1

In het eerste deel van deze brief beschrijf ik kort de inzet en resultaten van de ondersteuningsaanpak. Het tweede deel van deze brief geeft inzicht in de voortgang die wordt geboekt inzake onderzoek en reflecties. Mijn toezeggingen en – waar mogelijk – reacties op de aangenomen moties tijdens het debat van 29 maart jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 67, item 10) komen aan bod onder de verschillende thema’s.

Over de acties die de jeugdbescherming in den brede betreffen, informeer ik uw Kamer voor het jeugdbeschermingsdebat op 29 juni 2023.

I. Inzet en resultaten

De aanpak beoogt bij te dragen aan erkenning, inzicht en oplossingen voor de getroffen ouders en kinderen. De behoeften van deze ouders en kinderen vormen daarbij het vertrekpunt. Aan elk gezin wordt maatwerk geleverd. De ondersteuning is dus persoons- en situatieafhankelijk en heeft daarmee ook geen vaste uitkomsten. Zo kan de ondersteuning bijvoorbeeld bijdragen aan persoonlijk herstel of beter contact tussen ouders en kinderen.

Steeds meer gedupeerde ouders en kinderen die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing weten hun weg te vinden naar hulp en ondersteuning en er worden resultaten geboekt. Inmiddels hebben 421 mensen zich aangemeld bij het Ondersteuningsteam.2 Uit de meest recente voortgangsrapportage3 over februari en maart (zie bijlage) blijkt dat de ondersteuning door het Ondersteuningsteam onder meer bijdraagt aan persoonlijk herstel (147), bestaanszekerheid (46), verbetering van de bezoekregeling (27), voorkomen van uithuisplaatsing (6), contactherstel met kind(eren) (14) en terugplaatsing (16). Een uitvoeriger kwantitatief beeld is als bijlage bijgevoegd.

Structureel spreek ik ook zelf met gedupeerde ouders en kinderen die te maken kregen met uithuisplaatsing. Ik waardeer het zeer dat deze ouders en kinderen hun vaak aangrijpende verhalen delen en mij daarmee ook de gelegenheid bieden daarvan te leren en hun ervaringen te benutten.

Het Ondersteuningsteam, gemeenten, de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG), Gecertificeerde Instellingen (GI’s), de Raad voor de Kinderbescherming en de Raad voor Rechtsbijstand leveren allen een extra inspanning voor de gedupeerde gezinnen die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing. Er zijn evaluaties gehouden met het Ondersteuningsteam, gemeenten, GI’s en de Raad voor de Kinderbescherming. Dit heeft inzicht gegeven in de verbeterpunten in de samenwerking en ondersteuning. Hierover ben ik voortdurend met de verschillende organisaties in gesprek zodat de ondersteuning verder kan worden verbeterd.

Leerrapportage Ondersteuningsteam

Het Ondersteuningsteam presenteerde op 1 mei 2023 hun tweede leerrapport, dat als bijlage is toegevoegd. Via dit leerrapport geeft het Ondersteuningsteam een overzicht van de inzichten die zijn opgedaan in de uitvoering van hun opdracht.

Ik waardeer dat het Ondersteuningsteam naast de ondersteuning van ouders en kinderen via dit leerrapport ook concrete lessen trekt en dat zij daarbij oog heeft voor bredere thema’s in de jeugdbeschermingsketen en de hersteloperatie. Met haar dissertatie «Boemerangbeleid» heeft Sharon Stellaard recent laten zien dat één van de redenen dat stelselwijzigingen vaak niet het beoogde effect sorteren is gelegen in de cultuur en werkwijzen binnen het stelsel. Deze leerrapportage biedt inzicht en verbetermogelijkheden voor het verbeteren van juist díe aspecten van het jeugdstelsel. Ik ben met de betrokken organisaties in gesprek hoe opvolging wordt geven aan de adviezen en hoe de ervaringen van het Ondersteuningsteam benut kunnen worden in het werken aan een duurzame verbetering van het stelsel via het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.

Verklarende analyse

Het Ondersteuningsteam is in het najaar van 2022 begonnen met het inzetten van meen zogenaamde «gedeelde verklarende analyse» in gevallen waarin ouders zich niet herkennen in de analyse van de Gecertificeerde Instelling, zich niet gehoord voelen of waarbij hun situatie is veranderd. Een verklarende analyse geeft inzicht in de situatie van ouders en hun mogelijkheden in het contact met hun kind. Daar waar het wordt ingezet, is er sprake van complexe situaties en spanningen in de samenwerking tussen ouder en professional. De procesbegeleider van het Ondersteuningsteam maakt de inschatting of een verklarende analyse van toegevoegde waarde kan zijn voor de ouders en hun gezinssituatie.

Het aantal ingezette verklarende analyses (15) is nog te beperkt om conclusies te trekken maar een eerste evaluatie heeft wel geleid tot verbeterpunten in de uitvoering van de verklarende analyse en tot verbetering in de onderlinge samenwerking van betrokken organisaties. Ik informeer uw Kamer in de volgende voortgangsbrief van november verder over de inzet van dit instrument.

Kosteloze rechtsbijstand UHP KOT

Sinds 1 juni 2022 kunnen gedupeerden kosteloze rechtsbijstand aanvragen voor procedures over een uithuisplaatsing of gezagsbeëindiging. Zij kunnen zich aanmelden bij de Raad voor Rechtsbijstand via de website om gekoppeld te worden aan een gekwalificeerd advocaat. De Raad voor Rechtsbijstand stelt vervolgens aan de gedupeerde ouder drie rechtsbijstandverleners voor waaruit de ouder kan kiezen. De ouder kan ook zelf een voorkeursadvocaat opgeven, mits gekwalificeerd. Tot dusver hebben 44 ouders zich aangemeld.4 De subsidieregeling loopt tot eind 2024. Medio volgend jaar bezie ik of verlenging van de regeling wenselijk en noodzakelijk is.

Zoals ik tijdens het debat van 29 maart jl. heb toegezegd, informeer ik uw Kamer voor het jeugdbeschermingsdebat van 29 juni 2023 over de pilot die ziet op kosteloze rechtsbijstand voor alle, ook niet-gedupeerde, ouders die te maken krijgen met een procedure over een gezagsbeëindiging en uithuisplaatsing.

Wetsvoorstel uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT

Op 4 april 2023 heeft uw Kamer het wetsvoorstel uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT (Kamerstuk 36 275) aangenomen. Het wetsvoorstel is op 30 mei 2023 ook aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 69, item 19) door de Eerste Kamer en kan daarom op korte termijn in werking treden (Handelingen II 2022/23, nr. 34, item 6).

Zoals ik tijdens de wetsbehandeling heb toegezegd, stel ik de brief over de beschikbare ondersteuning op in overleg met ouders. Zo wil ik komen tot een duidelijke en toegankelijk brief die goed aansluit bij de behoefte van gedupeerde ouders. In de brief wordt ook expliciet ingegaan op de mogelijkheid om gegevens te laten verwijderen en de wijze waarop dat kan.

Initiatief Van Raan – Peters

Het lid van Raan (Partij voor de Dieren), in dezen opgevolgd door het lid Peters (CDA), heeft samen met een advocaat het initiatief genomen om met behulp van onafhankelijke deskundigen voor deze specifieke doelgroep onafhankelijke contra-expertise te organiseren. Hoewel de wet hier voor de rechter al in voorziet, zijn er lange wachttijden waardoor in de praktijk nauwelijks van dit instrument gebruik kan worden gemaakt.

Er wordt momenteel een pool van deskundigen samengesteld die op verzoek van ouders lopende uithuisplaatsingen opnieuw kunnen onderzoeken. Deze onderzoeken zijn – in tegenstelling tot de verklarende analyse – gericht op beslisdiagnostiek. Dat is een onderzoek dat er op gericht is de rechter te ondersteunen bij het nemen van het juiste besluit. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de criteria en werkwijze. De begeleidingsgroep komt de komende maand bijeen om deze criteria en de werkwijze vast te stellen. Daarna kan naar verwachting op korte termijn een pilotzaak starten om de werkwijze te beproeven. Ik informeer uw Kamer in november 2023 over de voortgang.

II. Onderzoek en reflectie

Net als uw Kamer vind ik het belangrijk om inzicht te hebben in de samenloop tussen de toeslagenaffaire en de uithuisplaatsingen én om lessen te trekken voor de toekomst. Daarom hecht ik waarde aan de onderzoeken en reflecties die plaats (gaan) vinden.

Centraal Bureau voor de Statistiek

Het CBS heeft op mijn verzoek halfjaarlijkse analyses uitgevoerd om te komen tot een inschatting van het aantal uithuisplaatsingen bij gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire. Ik heb uw Kamer op 30 november 2022 geïnformeerd over de uitkomsten van de meest recente analyse.5

Het CBS heeft mij recent laten weten dat het deze analyses niet zal voortzetten. Om die reden ontbreekt bij deze brief de actualisatie die ik eerder voor eind mei 2023 heb aangekondigd. Het CBS heeft de afgelopen periode op basis van de bij hen beschikbare data inschattingen kunnen maken van het aantal uithuisgeplaatste kinderen onder gedupeerden. Dit gaf echter een onvolledig beeld, zoals het CBS ook altijd aangaf, omdat de data waarover het beschikt teruggaat tot 2015. Het CBS geeft aan dat met de aanstaande inwerkingtreding van de Wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT het mogelijk wordt om een completer beeld te krijgen. Het CBS ziet daarom geen toegevoegde waarde om door te gaan met het publiceren van hun analyse op basis van een onvolledige omvang van deze groep.

Ik snap de overwegingen van het CBS en ik zal uw Kamer in het najaar informeren over de uitkomsten van de koppeling die zal plaatsvinden op grond van de tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT.

Onderzoek Inspectie JenV

Op 1 november 2022 publiceerde de Inspectie Justitie en Veiligheid haar rapportbrief6 met de resultaten van het eerste deelonderzoek naar de kinderopvangtoeslagaffaire en jeugdbescherming. Ik heb in de tweede voortgangsbrief uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag7 mijn beleidsreactie gegeven.

Momenteel vindt het tweede deelonderzoek plaats. De Inspectie analyseert een selectie van de dossiers op factoren die mogelijk een rol hebben gehad in de beoordeling van de veiligheidssituatie van de kinderen bij de gedupeerde gezinnen. Hierbij wordt onder andere gesproken met gedupeerde ouders, kinderen, betrokken jeugdbeschermers en medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming. De uiteindelijke grootte van de selectie wordt bepaald aan de hand van saturatie, met een minimum van twintig casussen. Dat betekent dat de Inspectie steeds nieuwe casussen analyseert totdat zij geen nieuwe factoren kan identificeren en aanvullend casusonderzoek geen nieuwe inzichten oplevert. Het tweede deelonderzoek is naar verwachting gereed in september 2023.

Commissie Hamer

Op verzoek van uw Kamer is per 1 februari 2023 de onafhankelijke onderzoekscommissie «Commissie onderzoek uithuisplaatsingen in relatie tot de toeslagenaffaire» ingesteld (de Commissie Hamer). De commissie is gestart en komt frequent bijeen. De eerste contouren van het plan van aanpak krijgen vorm op basis van de eerste verkenningen en gesprekken. De gesprekken worden de komende tijd geïntensiveerd en het onderzoek wordt gestart. Naast ouders wordt er ook gesproken met experts en ketenpartners binnen het gehele stelsel. De commissie zal uw Kamer zelf informeren over haar voortgang en werkwijze. Op deze wijze benadrukt de commissie haar onafhankelijke rol en verantwoordelijkheid. De commissie heeft mij laten weten bereid te zijn om na het zomerreces haar plan van aanpak en eerste impressies te presenteren.

Reflectie rechtspraak

De familie- en jeugdrechters hebben een breed reflectietraject uitgevoerd waarin zij reflecteren op de taak, rol en aanpak in gezags- en omgangskwesties, civiele jeugdbeschermingszaken en de dilemma’s die daarbij spelen. Het rapport is op 2 februari 2023 verschenen.8 De aanbevelingen zijn in de eerste plaats gericht tot jeugdrechters zelf. Een aantal aanbevelingen sluit aan bij de aanpak ter verbetering van de rechtsbescherming in de jeugdbescherming.9 Ik informeer uw Kamer voor het jeugdbeschermingsdebat van 29 juni 2023 over de voortgang van deze aanpak.

Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT zal de rechtspraak ook dossieronderzoek kunnen doen naar zaken waarin ouders gedupeerd zijn in de kinderopvangtoeslagaffaire. Ook hier zal een externe begeleidingscommissie komen waarin (onafhankelijke) wetenschappers zitting zullen hebben. De Rechtspraak is op dit moment bezig met de voorbereidingen en verwacht dat het reflectieonderzoek ongeveer driekwart jaar zal duren vanaf het moment dat de definitieve UHP KOT-kindlijst in het kader van het wetsvoorstel is ontvangen. De Rechtspraak verwacht dat de resultaten van de reflectie in 2024 openbaar zullen worden gemaakt.

Reflectie GI’s en RvdK

Op dit moment ontwikkelen de GI’s een gezamenlijke aanpak voor het reflectietraject zodat opbrengsten vergeleken en gecombineerd kunnen worden. Het reflecteren wordt breed benut om van te leren. Bij de voorbereidingen en uitvoering worden de Raad voor de Kinderbescherming, ervaringsdeskundigen en een onafhankelijk derde betrokken. De GI’s zijn hun reflectietrajecten gestart aan de hand van de hen nu al bekende gedupeerde gezinnen en betrekken hier ook beschikbare onderzoeken bij, zoals dat van de Inspectie Justitie en Veiligheid. De GI’s verwachten eind dit jaar het reflectietraject te kunnen afronden.

De Raad voor de Kinderbescherming treft momenteel de voorbereidingen voor het interne reflectietraject. De reflectie heeft vooral tot doel om lessen te trekken voor de toekomst met oog op het verbeteren van het beleid en de uitvoeringspraktijk van de Raad voor de Kinderbescherming. De intentie is om aan de hand van een dossieranalyse te inventariseren wat de samenhang is van de factoren die speelden bij gedupeerde gezinnen waarvoor de Raad voor de Kinderbescherming een uithuisplaatsing heeft verzocht en in hoeverre bekend was dat er sprake was schuldenproblematiek. De Raad voor de Kinderbescherming verwacht, na ontvangt van de UHP KOT-kindlijst in het kader van het wetsvoorstel uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT, ongeveer zes maanden nodig te hebben voor het reflectietraject en zal de bevindingen openbaar maken.

Motie lid Omtzigt twee onafhankelijke onderzoeken

In reactie op de motie van het lid Omtzigt over het bevorderen van ten minste twee onafhankelijke onderzoeken naar uithuisplaatsingen en de kinderopvangtoeslagenaffaire10 kan ik het volgende melden. Op dit moment is de Commissie Hamer zoals gezegd bezig met het opstellen van het onderzoeksplan. Dan is duidelijk of onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek daar deel van uitmaakt. Daarnaast is naar verwachting het tweede deelonderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid in september 2023 gereed. Ik wacht het onderzoeksplan van de commissie Hamer en de uitkomsten van de Inspectie af en bekijk aan de hand hiervan of en zo ja, welk voor aanvullend onderzoek er nog nodig is. Ik informeer uw Kamer in de volgende voortgangsbrief van november 2023 over de stand van zaken.

Motie Verkuijlen feitenonderzoek

De motie van het lid Verkuijlen c.s.11 vraagt om bij de Raad voor de Kinderbescherming, GI’s en de Raad voor de rechtspraak de kwaliteit van feitenonderzoeken onder de aandacht te brengen en dit mee te nemen bij de reflectie. Het doen van goed feitenonderzoek is een inherent onderdeel van het werk van de Raad voor de Kinderbescherming, de GI’s, alsmede Veilig Thuis. Het heeft hun continue aandacht. Daarnaast werken zij ook gezamenlijk aan verbeteringen. Voor de zomer informeer ik uw Kamer hierover, in combinatie met de eindevaluatie van het Actieplan.

Ik ben in gesprek met de betreffende organisaties en heb hen op de hoogte gebracht van de wens van uw Kamer om het feitenonderzoek ook te betrekken bij de reflecties. Omdat de organisaties zelf het reflectietraject vormgeven en hiervoor zelf verantwoordelijk zijn, is het aan hen om te bepalen of zij in het onderzoek ook specifiek ingaan op het feitenonderzoek.

De Rechtspraak heeft in haar eerdergenoemde rapport «Recht doen aan kinderen en ouders» al stil gestaan bij het feitenonderzoek. Het rapport roept de jeugdrechters op om in iedere zaak de relevante feiten actief te onderzoeken, deze met partijen op de zitting te bespreken en het resultaat van dat onderzoek transparant voor alle procesdeelnemers zichtbaar te maken.

Tot slot

De urgentie voor deze ouders en kinderen wordt breed gezien en hier wordt gezamenlijk met de betrokken partijen ook naar gehandeld. De ondersteuningsaanpak is en blijft nodig voor erkenning en herstel voor gedupeerde ouders en kinderen. Ik blijf me daar ook de komende periode met overtuiging voor inzetten en zal uw Kamer eind 2023 opnieuw informeren over de voortgang.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Steeds waar staat vermeld uithuisplaatsing worden zowel uithuisplaatsingen met kinderbeschermingsmaatregel, als uithuisplaatsingen zonder kinderbeschermingsmaatregel en gezagsbeëindiging bedoeld, tenzij anders vermeld.

X Noot
2

Peildatum 16 mei 2023.

X Noot
4

Op peildatum 28 april 2023.

X Noot
5

Kamerstukken 31 066 en 31 839, nr. 1137.

X Noot
6

Briefrapport Bevindingen Inspectie JenV onderzoek naar kinderopvangtoeslagaffaire en jeugdbescherming, 1 november 2022 (Bijlage bij Kamerstukken 31 839 en 31 066, nr. 908).

X Noot
7

Kamerstukken 31 839 en 31 066, nr. 909.

X Noot
8

Rechtspraak, Recht doen aan kinderen en ouders, 2023.

X Noot
9

Kamerstuk 31 839, nr. 913.

X Noot
10

Kamerstuk 36 275, nr. 17.

X Noot
11

Kamerstuk 36 275, nr. 19.

Naar boven