31 839 Jeugdzorg

Nr. 233 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2012

In het Begrotingsakkoord 2013 is, naar aanleiding van het besluit om voor de collectieve sector (uitgezonderd de premiegefinancierde zorg) voor 2012 en 2013 uit te gaan van een nominale nullijn, een budgettair tekort ontstaan voor de jeugdzorg. De doeluitkering jeugdzorg aan provincies en de instellingssubsidies voor jeugdzorgplus worden namelijk via de VWS-begroting gefinancierd. Deze begrotingsmiddelen worden niet geïndexeerd voor de nominale ontwikkelingen. Het kabinet heeft echter ook besloten om de verplichtingen uit het OVA-convenant1 te respecteren. Uit hoofde daarvan ben ik gehouden jaarlijks een overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA) beschikbaar te stellen aan werkgevers in de jeugdzorg. Als gevolg van de bovengenoemde maatregelen, heb ik een dekkingstekort op mijn begroting.

Ik zie mij daarom genoodzaakt vanaf 1 januari 2013 een volumekorting van 2,65% toe te passen op de doeluitkering jeugdzorg en op de instellingssubsidies voor jeugdzorgplus. Om provincies, stadsregio’s en instellingen voor jeugdzorgplus voldoende tijd te geven zich hierop voor te bereiden, heb ik hen hier heden over geïnformeerd. Ik zal op 9 juli a.s. met het IPO bestuurlijk overleg voeren over deze maatregel.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Zie TK 1999–2000, 25 999, nr. 8 van 22 oktober 1999.

Naar boven