31 839 Jeugdzorg

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2011

Op 11 oktober 2011 heb ik een verzoek ontvangen van de algemene commissie Jeugdzorg om naar aanleiding van mijn brief van 5 oktober 2011 (kamerstuk 31 839, nr. 129) inzake de stand van zaken van de acute financiële problematiek bij bureaus jeugdzorg zo spoedig mogelijk het rapport van de Algemene Rekenkamer alsmede de afzonderlijke provinciale accountantsrapporten ter zake te ontvangen.

Zoals ik in mijn brief aan de Tweede Kamer van 25 mei 2011 (kamerstuk 31 839, nr. 114) heb gemeld, heeft de Algemene Rekenkamer aangegeven dat zij een onderzoek wil uitvoeren naar de voorwaarden waaronder de ontwikkeling van een adequate en uniforme administratie van gegevens kan plaatsvinden, gelet op de berekening van de kostprijs. Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer aangegeven onderzoek te doen naar de toereikendheid van de tarieven, de wijze waarop de bureaus met de door hen geconstateerde tekorten omgaan en het daarop gebaseerde vraagstuk dat sommige bureaus beter uitkomen met de tarieven dan andere bureaus.

Daarbij kan de Algemene Rekenkamer (AR) ook gebruik maken van de inzichten van provinciale accountants en provinciale rekenkamers. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer is niet gericht op individuele bureaus met acute financiële problemen.

De Algemene Rekenkamer heeft eerder aangegeven dat de onderzoekresultaten in het najaar van 2011 gepresenteerd kunnen worden. Ik heb inmiddels begrepen dat het rapport van de Algemene Rekenkamer in de loop van november 2011 verwacht kan worden. De Algemene Rekenkamer zal u en mij dit rapport zo spoedig mogelijk toezenden.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven