31 839 Jeugdzorg

Nr. 1019 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2024

Bij brief van 14 maart 2024 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd om een reactie op de brief die zij heeft ontvangen inzake een klacht over de werkwijze van een gecertificeerde instelling met betrekking tot de omgangsregeling met een kind. Ik heb de beantwoording van uw brief overgenomen van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet.

Ik heb kennis genomen van de inhoud van deze brief. Als Minister ben ik stelselverantwoordelijk voor de jeugdbescherming. Het past niet bij mijn stelselverantwoordelijkheid om deze individuele casuïstiek te onderzoeken en te beoordelen. Ik zal in deze brief dan ook niet ingaan op deze individuele casus. Er zijn andere instanties in het stelsel die hiervoor verantwoordelijk zijn.

Wel kan ik in algemene zin aangeven dat als een ouder of kind niet tevreden is over het handelen van een instantie, hij of zij daarover direct een formele klacht kan indienen bij de klachtencommissie van die instantie. De ervaring leert dat het goed is een klacht eerst te bespreken met bijvoorbeeld de gezinsvoogd om samen naar een oplossing te zoeken, maar dat hoeft niet. Als de klager niet tevreden is over de wijze waarop de formele klacht is behandeld of ontevreden is over de opvolging door de instantie, dan kan deze zich wenden tot de Nationale ombudsman of Kinderombudsman. Deze organisatie doet als tweedelijnsinstantie onderzoek naar de klacht en komt met een oordeel dat door de organisatie gebruikt kan worden om het werk te verbeteren.

Als een ouder of kind een klacht heeft over het individueel beroepsmatig handelen van een professional kan hij of zij rechtstreeks een tuchtklacht indienen bij het College van Toezicht van Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ).

Ouders en kinderen kunnen bij het indienen van een (tucht)klacht hulp krijgen van Stichting JeugdStem vertrouwenspersonen akj (het voormalige Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ)). Dit is de organisatie van de vertrouwenspersonen voor de jeugdhulp. Ieder kind, iedere jongere en iedere ouder/verzorger die te maken krijgt met een vorm van jeugdhulp, kan bij hen terecht voor (gratis) informatie, advies en ondersteuning.

Een optie is ook om juridisch advies in te winnen bij een advocaat of (gratis) bij het Juridisch Loket.

Mensen kunnen zich daarnaast wenden tot de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De taak van IGJ is om toezicht te houden op onder andere de kwaliteit van de jeugdbescherming. Het Landelijk Meldpunt Zorg – onderdeel van IGJ – geeft informatie en advies over wat iemand kan doen met een klacht. Daarnaast registreren zij de klacht die wordt gemeld. De IGJ kan dit gebruiken in haar toezicht op de zorg en jeugdhulp.

Tot slot wil ik u er graag op wijzen dat binnen mijn ministerie momenteel volop wordt ingezet op verbetering van de rechtsbescherming van ouders en kinderen binnen de jeugdbescherming. Ook het systeem van klachtbehandeling speelt daarbij een rol. Ten aanzien van het verbeteren van de uitvoeringspraktijk van klachtprocedures wordt gewerkt langs twee sporen1. Allereerst door de informatievoorziening voor kinderen en ouders te verbeteren en de toegankelijkheid van klachtenprocedures te vergroten. Daarnaast door het verkennen van mogelijkheden die op relatief korte termijn doorgevoerd kunnen worden om het klachtrecht in de Jeugdwet te verbeteren. Bij het verbeteren van de klachtenprocedures werken wij ook samen met mensen met ervaring met klachten over de Jeugdzorg. Wij hechten waarde aan dergelijke persoonlijke ervaringen. Zij zijn voor ons belangrijk bij de ontwikkeling van nieuw beleid.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerbrief d.d. 24 april 2024 inzake beleidsreactie op het rapport Kinderen en ouders met recht goed beschermd van de Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (Kamerstuk 31 839, nr. 1018).

Naar boven