nr. 22
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK EN JASPER
VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 151
Ontvangen 9 september 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel I, wordt artikel 163b als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «bestuurders of toezichthouders»
een zinsnede ingevoegd, luidende: of indien sprake is van onvoldoende leerresultaten
als bedoeld in artikel 10a, eerste lid,.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede
ingevoegd, luidende: of van onvoldoende leerresultaten.
II
In artikel III, onderdeel J, wordt artikel 103g als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «bestuurders of toezichthouders»
een zinsnede ingevoegd, luidende: of indien sprake is van onvoldoende leerresultaten
als bedoeld in artikel 23a1, eerste lid,.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede
ingevoegd, luidende: of van onvoldoende leerresultaten.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de minister een aanwijzingsbevoegdheid heeft
wanneer sprake is van onvoldoende leerresultaten. Het is niet voldoende dat
de minister nu slechts een aanwijzingsbevoegdheid heeft wanneer sprake is
van financieel wanbeheer of van wanbeheer in wet en regelgeving. Het is wel
degelijk van belang dat de minister ook een aanwijzingsbevoegdheid
heeft indien er sprake is van onvoldoende onderwijskwaliteit. Het kan niet
zo zijn dat een bestuur van een school met slechte onderwijsresultaten nooit
een aanwijzing kan krijgen, tenzij er sprake is van financieel wanbeheer.
Een bestuur is ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs. De minister
moet een bestuur hier op kunnen afrekenen.
Dezentjé Hamming-Bluemink
Jasper van Dijk