nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID PECHTOLD
Ontvangen 9 september
2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel I, wordt artikel 163b als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd,
luidende: De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien de inspectie
op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel 11 of artikel 15 van de
Wet op het onderwijstoezicht, in het inspectierapport, bedoeld in artikel
20 van genoemde wet, tot het oordeel is gekomen dat sprake is van een zeer
zwakke school, en die school bij een vervolgonderzoek van de inspectie na één
schooljaar nog steeds zeer zwak is.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede
ingevoegd, luidende: of van de situatie, bedoeld in het eerste lid, tweede
volzin,.
II
In artikel III, onderdeel J, wordt artikel 103g als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd,
luidende: De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien de inspectie
op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel 11 of artikel 15 van de
Wet op het onderwijstoezicht, in het inspectierapport, bedoeld in artikel
20 van genoemde wet, tot het oordeel is gekomen dat sprake is van een zeer
zwakke school, en die school bij een vervolgonderzoek van de inspectie na één
schooljaar nog steeds zeer zwak is.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede
ingevoegd, luidende: of van de situatie, bedoeld in het eerste lid, tweede
volzin,.
Toelichting
Dit amendement voegt aan de instrumenten van de minister om ervoor te
zorgen dat scholen niet langer dan een jaar «zeer zwak» kunnen
zijn, de mogelijkheid van de aanwijzingsbevoegdheid toe. Op dit moment zijn
de gronden voor de aanwijzingsbevoegdheid beperkt tot redenen van bestuurlijk
wanbeheer. Het betreft gevallen waarin een bekostigingsmaatregel de leerlingen
en het personeel zou treffen. Juist in het geval van een zeer zwakke school,
waar de Onderwijsinspectie bij de tussentijdse evaluatie na een jaar vaststelt
dat de kwaliteit onvoldoende verbetert, kan een bekostigingsmaatregel de kwaliteit
van het onderwijs verder ondermijnen. Aangezien de oorzaak van het zeer slechte
onderwijs op deze scholen in de meeste gevallen schuilt in slecht bestuur,
is de aanwijzingsbevoegdheid een passende mogelijkheid om te voorkomen dat
kinderen nog langer zeer slecht onderwijs krijgen. De aanwijzingsbevoegdheid
vormt op deze manier bovendien een extra trede in de interventieladder met
als ultieme sanctie het sluiten van de school of het beëindigen van de
bekostiging.
Het amendement voegt aan de uitsluitende opsomming van gronden voor een
aanwijzing toe dat de minister ook in het geval de Onderwijsinspectie bij
de tussentijdse evaluatie van een zeer zwakke school constateert dat deze
nog steeds zeer zwak is, kan ingrijpen middels een aanwijzingsbevoegdheid.
Op deze aanwijzingsbevoegdheid zijn dezelfde voorwaarden van toepassing als
die nu in de tekst zijn opgesomd voor bestuurlijk wanbeheer.
Pechtold