31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2012

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de VN-klimaatconferentie, die van 26 november tot en met 7 december plaatsvond in Doha, Qatar. Ik beperk me hier tot de kernresultaten van de onderhandelingen met het oog op snelle informatievoorziening aan uw Kamer voor het Algemeen Overleg van woensdag a.s. over de Milieuraad van 17 december.

Het komen tot een mondiale aanpak voor klimaatverandering is taaie materie. Veel onderdelen van die aanpak staan inmiddels op de rails, maar de klimaatonderhandelingen blijven moeizaam verlopen. Uiteenlopende belangen en het multipolaire krachtenveld bemoeilijken de ambitieuze en gemeenschappelijke stappen die nodig zijn.

Desondanks zijn in Qatar opnieuw noodzakelijke stappen gezet waar ik tevreden mee ben. De kern van deze uitkomst kan samengevat worden in de volgende drie onderdelen.

Ten eerste zijn de Partijen een verlenging van het Kyoto-protocol overeengekomen. Het betreft hier de vaststelling van de tweede verplichtingenperiode, die volgens deze nieuwe afspraak loopt van 2013 tot en met 2020. De Europese Unie heeft zich daarvoor ingeschreven met een reductiepercentage van 20 procent ten opzichte van het peiljaar 1990. Die inspanning is conform de afgesproken EU-interne regelgeving. Andere ontwikkelde landen die naar verwachting deel zullen nemen aan deze tweede verplichtingenperiode zijn, onder andere, Australië, Noorwegen, en Zwitserland.

Ik stuur de amendering van het Kyoto-protocol zo spoedig mogelijk ter goedkeuring naar uw Kamer, conform de daarvoor geldende wetgevende procedure. Vervolgens ronden de Europese Unie en de Lidstaten gezamenlijk de ratificatieprocedure af, door gezamenlijke indiening van hun aktes van aanvaarding bij de VN. Het amendement treedt in werking als driekwart van de Kyoto-Partijen het hebben aanvaard.

Ik realiseer me dat deze verlenging alleen het mondiale klimaatvraagstuk niet zal oplossen. Toch is deze stap onder het Kyoto-protocol noodzakelijk als overgang naar een nieuw, meer omvattend regime vanaf 2020.

De ontwikkeling van een nieuw mondiaal klimaatarrangement is het tweede onderdeel van de uitkomst. In Doha is hiervoor een solide werkprogramma overeengekomen, waarmee het tempo van die onderhandelingen nu duidelijk vastligt. Winst is vooral de afspraak om de conceptteksten van het akkoord eind 2014 al op tafel te hebben.

Parallel aan die onderhandelingen start in 2013 ook een algehele review waarbij Partijen bekijken of de collectieve inspanningen adequaat zijn om het langere-termijndoel van het Raamverdrag te realiseren. De review moet in 2015 zijn afgerond. Daarnaast is afgesproken dat we vroeg in 2013 initiatieven in kaart brengen die pre-2020 acties katalyseren. Aan de inrichting van een nieuw mondiaal akkoord, de review, en pre-2020 acties wil ik een actieve en ambitieuze bijdrage leveren. Ik zal de uitwerking van deze inspanningen ook onderdeel maken van de klimaatvisie die ik uw Kamer voor de zomer toestuur.

Het derde onderdeel van de Doha-uitkomst wordt gevormd door de afspraken over klimaatfinanciering. Partijen zijn een werkprogramma overeengekomen om mogelijke trajecten voor opschaling van internationale klimaatfinanciering ten behoeve van ontwikkelingslanden te identificeren met het oog op het mobiliseren van USD 100 miljard per jaar vanaf 2020. Ik heb in Doha bekendgemaakt dat Nederland in 2013 in totaal 200 miljoen euro zal bijdragen aan internationale klimaatfinanciering.

Over adaptatie is een werkprogramma afgesproken voor het adaptatiecomité en is afgesproken om internationaal aandacht te besteden aan verlies en schade door klimaatverandering, hoe de kans hierop te verkleinen en hoe om te gaan met de risico’s.

Tijdens de jaarlijkse klimaatconferentie gebeurt er ook veel waardevols en marge van de formele bijeenkomst. De conferentie is een plek waar het bedrijfsleven, jongeren, steden, milieubeweging e.d. samenwerken aan nieuwe initiatieven en oplossingen voor de klimaatproblematiek. Ik heb in Doha kennis kunnen maken met een aantal van deze initiatieven, waar Nederland actief bij betrokken is of zich bij aansluit.

Zo heb ik bijvoorbeeld aangekondigd dat Nederland lid wordt van de Climate and Clean Air Coalition, een nieuw en groeiend internationaal samenwerkingsverband dat zich inzet voor de aanpak van kortlevende luchtvervuilende stoffen zoals smog, methaan en roet. Het reduceren van emissies van deze stoffen biedt zowel gezondheidsvoordelen als klimaatbaten.

Ook heb ik deelgenomen aan de Cartagena Dialoog, een informele groep van rond de 40 landen die samen constructief tot oplossingen komen voor de formele onderhandelingen. Dit is een uitstekende arena om nieuw ideeën te toetsen en draagvlak te creëren, zoals voor de Nederlandse visie op een dynamisch en flexibel nieuw klimaatinstrument, of voor een modern aanpak voor adaptatie. Een ander initiatief dat ik actief zal steunen, is ontwikkeld door Ecofys, gericht op het verhogen van de mondiale ambitie voor 2020 via bottom-up acties (door steden, bedrijven etc).

Afsluitend vermeld ik graag dat alle concept-besluitteksten uit Doha beschikbaar zijn op de website van het VN klimaatsecretariaat (www.unfccc.int). Begin 2013 stuur ik uw Kamer een vervolgbrief met een meer gedetailleerd overzicht van de Doha-resultaten.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven