Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2021
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft Minister
Kaag per brief van 20 mei verzocht om een brief met de Nederlandse inzet tijdens de
virtuele klimaatonderhandelingen van het UNFCCC, die van 31 mei tot 17 juni 2021 worden
gehouden. Als eerstverantwoordelijke binnen het kabinet voor de Nederlandse inbreng
in het UNFCCC, informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken,
met deze brief.
Het verzoek gaat over de zogenoemde SB (subsidiary bodies, ofwel hulporganen)-sessie
die normaal gesproken ieder jaar in juni in Bonn gehouden wordt. Dat zijn geen formele
onderhandelingen, maar de technische voorbereidingen op de COP.
Dit jaar wordt de sessie voor het eerst virtueel gehouden1 en omdat verschillende partijen bezorgd zijn over de mate waarin er op inclusieve
wijze vergaderd kan worden, hebben ze een extra informeel karakter. Dat betekent dat
er geen besluiten over voortgang richting de COP worden genomen. Mogelijk zullen de
voorzitters van het hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en van
het hulporgaan inzake de uitvoering op eigen titel conclusies trekken uit de besprekingen
en die vastleggen in non-papers, die tijdens COP26 in november als basis voor de onderhandelingen
kunnen dienen.
Zoals gebruikelijk doet de Nederlandse delegatie mee als onderdeel van de EU delegatie.
De inzet is er op gericht om, ondanks de moeilijke omstandigheden, de COP in november
zo goed als mogelijk voor te bereiden. Inkomend COP26-voorzitter Alok Sharma heeft
aangegeven dat wat hem betreft de afronding van het zogenaamde Paris Rulebook een
van de belangrijkste opdrachten aan partijen zal zijn tijdens de COP. Dat zijn de
besluiten waarmee landen uitvoering kunnen geven aan de afspraken uit de Overeenkomst
van Parijs, die grotendeels in 2018 al zijn vastgesteld. Besluiten voor de uitvoering
van internationale samenwerking, o.a. via internationale markten, voor de uitvoering
van gemaakte rapportage afspraken en voor gemeenschappelijke termijnen van Nationally Determined Contributions resteren nog. Ik deel de opvatting dat afronding van het Rulebook prioriteit heeft
en mijn delegatie zal tijdens de juni sessie en in aanloop naar de COP er alles aan
doen om die uitkomst mogelijk te maken.
Vooralsnog streeft het Verenigd Koninkrijk er naar om de COP26 in november in fysieke
vorm plaats te laten vinden. Zodra er meer bekend is over de organisatie van de COP
en over de agenda, zal ik uw Kamer zoals gebruikelijk nader informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
D. Yeşilgöz-Zegerius