31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 192 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2019

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister-President, de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), over de inzet van Nederland voor de 25e Conferentie van Partijen (COP25) bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (United Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCCC) in Madrid, Spanje van 2 december tot en met 13 december 2019. Recent is besloten dat Spanje gastheer wordt voor COP25. Het Chileense voorzitterschap blijft ongewijzigd.

Introductie

COP25 in Madrid staat in het teken van het operationaliseren van de Overeenkomst van Parijs. Voortbouwend op COP24 in december 2018 in Katowice, Polen, zal deze top gericht zijn op de afronding van de regels die invulling geven aan de Overeenkomst van Parijs (het Paris Agreement Work Program) om landen in staat te stellen om over te gaan tot implementatie. Tijdens COP24 in Katowice is al een groot deel van deze regelgeving aangenomen in het Katowice climate package, een belangrijke stap voor de implementatie van de Overeenkomst van Parijs1.

Landen kwamen in Katowice echter niet tot overeenstemming over de regels voor het gebruik van internationale marktmechanismen voor mitigatie (door handel in emissierechten), zoals benoemd in Artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs. Dit is het laatste resterende onderwerp van het Paris Agreement Work Program dat met een jaar is uitgesteld2. Tijdens COP25 moet een besluit genomen worden over deze regels voor het gebruik van internationale marktmechanismen voor mitigatie om daarmee Artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs te operationaliseren.

Tijdens COP25 wordt aandacht besteed aan de rol van de wetenschap in het vormen van klimaatbeleid, in het bijzonder de recente rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) over oceanen en ijs in een veranderend klimaat en over klimaatverandering en land. Zo worden speciale evenementen georganiseerd over deze IPCC-rapporten tijdens de COP.

Ook is er op 11 december een stocktake waarin de voortgang op het gebied van klimaatactie in de periode vóór 2020 wordt besproken. Er zal naar verwachting weer veel politieke aandacht zijn voor de mondiale actieagenda (Global Climate Action Agenda). Deze actieagenda ziet toe op bevordering van de samenwerking tussen landen en niet-statelijke actoren en het opschalen van concrete klimaatactie en -ambitie gericht op mitigatie en adaptatie via mondiale initiatieven en coalities.

Hoewel geen formeel onderdeel van de agenda zal, voortbouwend op de door VN-secretaris-generaal António Guterres georganiseerde klimaattop in New York van 23 september, en marge van COP25 ook aandacht zijn voor de mogelijke verhoging van nationale klimaatambities via de aanpassing van hun nationaal bepaalde bijdragen (Nationally Determined Contributions, NDC’s) en het indienen van langetermijnstrategieën in 2020. COP25 is een belangrijke tussenstap om mondiaal momentum te creëren voor meer klimaatambitie.

Hoofdlijnen van de Nederlandse inzet voor COP25

Tijdens de COP onderhandelt de Europese Unie (EU) als één en wordt met één mond gesproken. De inzet van de Nederlandse delegatie wordt daarom hoofdzakelijk vastgelegd in de EU-posities die voorafgaand aan iedere COP door de lidstaten en de Europese Commissie worden vastgesteld.

De conclusies van de milieuraad van 4 oktober 2019 vormen het kader voor de inzet voor deze COP en gaan onder andere over de volgende punten waarover internationale besluitvorming moet plaatsvinden in Madrid:

  • 1. Regels voor het gebruik van internationale marktmechanismen voor mitigatie.

  • 2. Herziening van het Warsaw International Mechanism for Loss and Damage.

  • 3. Aannemen van een nieuw Gender Action Plan en herziening van het Lima Werkprogramma inzake Gendergelijkheid.

Internationale marktmechanismen

De EU en Nederland hebben als inzet op de regels voor het gebruik van internationale marktmechanismen het overeenkomen van een geloofwaardig en helder systeem aan regels met prikkels voor ambitie, transparantie, milieu integriteit en duurzame ontwikkeling. Gebrekkige regels brengen risico’s met zich mee, bijvoorbeeld als een land dat emissierechten verkoopt aan een ander om te gebruiken voor mitigatie, vervolgens de daarmee gepaard gaande emissiereducties zelf ook meetelt (dubbeltelling). Voor de EU en Nederland is het belangrijk dat het gebruik van internationale marktmechanismen door landen voor hun NDC’s of voor andere internationale mitigatiedoelen (bijv. de mitigatiedoelstelling van de internationale luchtvaart) uiteindelijk daadwerkelijk emissiereducties oplevert waarmee het lukt om de langetermijndoelen van Parijs binnen bereik te houden. Dat vergt bijvoorbeeld regels voor het voorkomen van dubbeltelling en tijdige en reguliere rapportages van landen om transparantie te bevorderen. Ook vergt het een zorgvuldige afweging of het gebruik van Kyoto Protocol marktmechanismen nog gepast is, waarbij het doel om ambitie te borgen onder de Overeenkomst van Parijs voorop moet staan.

Loss and Damage

Ook is in Madrid de herziening van het Warsaw International Mechanism for Loss and Damage (WIM) aan de orde. Het WIM is opgericht in 2015 (Warschau, COP19), om schade en verlies (loss and damage) door de effecten van klimaatverandering in ontwikkelingslanden te adresseren. De verwachting is dat de politieke discussie zich in Madrid zal toespitsen op de «autoriteit en aansturing» van het WIM (in welke samenstellingen en hoe frequent landen de kwestie bespreken) en op eventuele aanvullende financiering voor kwetsbare ontwikkelingslanden. De EU en Nederland willen de huidige situatie voor wat betreft de aansturing van het WIM zoveel mogelijk behouden. Ook zijn de EU en Nederland geen voorstander voor het starten van nieuwe financieringsstromen in de UNFCCC om voor loss and damage te compenseren.

Gendergelijkheid

Dit jaar zullen het Lima werkprogramma (LWP) en het Gender Action Plan (GAP) aflopen en vernieuwd moeten worden. De EU en Nederland hechten zeer aan het bevorderen van een genderperspectief in klimaatbeleid. Inzet is erop gericht om tijdens COP25 een versterkt actieplan overeen te komen met een grotere impact door concrete afspraken en verantwoordelijke actoren vast te leggen.

Nederland ziet de IPCC-rapporten die tijdens COP25 aan bod zullen komen als belangrijke input voor de besluitvorming over het klimaatbeleid op zowel mondiaal, Europees als nationaal niveau. Deze rapporten schrijven weliswaar geen beleid voor, maar bieden wetenschappelijke inzichten in de aard en ernst van het klimaatprobleem, in alternatieve handelingsopties en in de consequenties daarvan. Het is daarom voor Nederland en de EU van belang dat de IPCC-rapporten een plek behouden in de mondiale besluitvorming in de UNFCCC.

Voor wat betreft de stocktake over klimaatactie vóór 2020 zal de EU voorbeelden aandragen van de vooruitgang die geboekt is op klimaatbeleid in de periode t/m 2020. In de mondiale actieagenda zal Nederland zich tijdens COP25 onder andere richten op landbouw, landgebruik en bossen, circulaire economie, adaptatie, duurzaam transport en energie.

Ook zal Nederland zich en marge van de COP25 inzetten voor het verder vergroten van de kopgroep van ruim 60 landen die zich sterk wil maken voor een klimaatbestendige toekomst en zich committeert aan verhoging van de nationale klimaatambities en het beperken van de opwarming van de aarde met maximaal 1,5 graden, door te streven naar klimaatneutraliteit in 2050. Gedurende de Klimaattop in New York heeft Chili als inkomend COP25-voorzitter een nieuwe coalitie gelanceerd van landen, steden en bedrijven die deze doelen nastreeft. Nederland heeft zich hierbij met verschillende andere EU-landen aangesloten. Meer werk is nodig om ook achterblijvende landen tot actie te bewegen.

Evenementen bewindspersonen tijdens COP25

Bij de opening van de COP zal de Minister-President deelnemen aan de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders, op uitnodiging van de Spaanse Minister-President Pedro Sánchez Pérez-Castejón. Deze bijeenkomst dient als openingsceremonie van COP25 en zal in het teken staan van de mondiale klimaatambities. Hiernaast zal de Minister-President de nationale speech uitspreken.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat neemt als hoofd van de Nederlandse delegatie deel aan het high-level segment van de COP in de tweede week. Hij zal in dat kader deelnemen aan ministeriële bijeenkomsten over energie en over ambitie in mitigatie en aan de ministeriële bijeenkomst EU-coördinatie gericht op de onderhandelingen. Ook zal de Minister aandacht besteden aan het belang van de transitie in de industrie- en energiesector naar klimaatneutraliteit en zal hij zich inzetten voor het opschroeven van de nationale ambities van landen in 2020.

Naast de Ministers voor klimaat heeft de Chileense COP-President, en tevens Minister voor milieu, Carolina Schmidt de Ministers voor Financiën, Energie en Klimaat uitgenodigd. Van 4 t/m 10 december zullen meerdere high-level en ministeriële bijeenkomsten plaatsvinden gericht op wetenschap en innovatie, bossen, klimaat-slimme landbouw, water, financiën, circulaire economie, energie en adaptatie.

Tijdens haar bezoek zal de Minister voor BHOS, mede vanuit haar rol als coördinerend Minister voor internationaal milieu- en klimaatbeleid, bijzondere aandacht geven aan de rol van jongeren en de private sector in het nemen van ambitieuze klimaatactie. Verder zal de Minister aandacht besteden aan de ondersteuning en financiering van ontwikkelingslanden in hun strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering. Zo zal de Minister als co-voorzitter van het Nationally Determined Contributions Partnerschap (NDCP)3, samen met haar Costa Ricaanse counterpart voortbouwen op het werk dat is verricht in de aanloop naar de Klimaattop in New York. Vanuit meer dan 50 ontwikkelingslanden is concrete belangstelling getoond voor NDCP. Daarnaast is er veel interesse en bereidheid van institutionele partners (zoals de Wereldbank en UNDP) en van donorlanden om via het Partnerschap steun te bieden aan het verbeteren en uitvoeren van nationale klimaatplannen. De eerste resultaten van dit samenwerkingsverband zullen tijdens COP25 worden gepresenteerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal tijdens COP25, in haar rol als commissaris van de Global Commission on Adaptation, oproepen tot actief en adequaat optreden gericht op klimaatbestendige infrastructuur en een sterker beheer van water om de veerkracht van steden, landbouw en natuur te vergroten.

In samenwerking met de Europese Investeringsbank (EIB), Luxemburg en België zal Nederland een paviljoen beheren waar evenementen georganiseerd zullen worden, waaronder evenementen met deelname van bewindspersonen, beleidsmakers en Nederlandse vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld.

Tot slot

Het kabinet legt de lat hoog in klimaatbeleid en neemt haar verantwoordelijkheid voor de implementatie van de Overeenkomst van Parijs. Tijdens COP25 staan belangrijke onderwerpen op de agenda die de realisatie van de langetermijndoelen uit deze Overeenkomst mogelijk moeten maken. Het kabinet zal zich daarom inzetten voor de afronding van het Paris Agreement Work Program, met daarin robuuste regels voor internationale marktmechanismen, een eerlijke herziening van het WIM en het aannemen van een nieuw Gender Action Plan.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerbrief van 18 februari 2019 «Resultaten VN-klimaattop COP24 in Katowice, Polen». Kamerstuk 31 793, nr.185

X Noot
2

Kamerbrief van 13 november 2018 «Inzet van Nederland voor de 24e Conferentie van Partijen (COP24) bij het VN klimaatverdrag in Katowice te Polen, van 2 december tot en met 14 december 2018, en appreciatie van het speciale IPCC rapport over opwarming van 1,5 graad». Kamerstuk 31 793, nr. 182.

X Noot
3

Dit platform van meer dan 150 landen, internationale instellingen en andere partners, steunt o.a. via het Climate Action Enhancement Package ontwikkelingslanden bij het verhogen en uitvoeren van hun nationale klimaatambities.

Naar boven