Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 januari 2015
Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken van
9 december 2014 is besloten het kabinet te verzoeken om een kabinetsreactie op een
bericht in The Guardian van 2 november 2014 inzake het meest recente IPCC-rapport.
Daarnaast heeft het lid Van Veldhoven tijdens de Regeling van Werkzaamheden van woensdag
10 december (Handelingen II 2014/15, nr. 35, Regeling van Werkzaamheden) het kabinet
verzocht om een brief waarin de positie van Nederland in de Climate Change Performance
Index nader wordt geduid. Met deze brief kom ik tegemoet aan beide verzoeken.
Guardian-artikel over het meest recente IPCC-rapport
Het bericht in The Guardian gaat over het zogenoemde Syntheserapport van het IPCC,
dat op 2 november 2014 aan de pers is gepresenteerd. Hierover heb ik u op 16 december
jl. een reactie doen toekomen (Kamerstuk 31 793, nr. 111).
Climate Change Performance Index
GermanWatch en het Climate Action Network publiceren elk jaar de Climate Change Performance
Index, een ranglijst van 58 landen op basis van hun klimaatprestaties. Deze landen
zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 90% van de energiegerelateerde CO2-uitstoot in de wereld. Nederland staat in deze ranglijst op plaats 42. De eerste
drie plaatsen zijn net als in het rapport van vorig jaar leeg gelaten. Het rapport
vergelijkt de klimaatprestaties van landen op basis van een brede set indicatoren.
80% van de score is gebaseerd op emissie-indicatoren (30% emissieniveaus, 30% emissietrends),
energiebesparing (5% score op efficiency en 5% ontwikkeling van efficiency) en duurzame
energie (8% recente ontwikkeling en 2% aandeel in de totale energievoorziening). De
overige 20% is gebaseerd op nationale en internationale klimaatbeleidsanalyses door
ca. 300 experts.
De relatief lage plek op de ranglijst voor Nederland is op basis van de summiere informatie
in het rapport niet exact te herleiden, maar er zijn een aantal factoren aan te wijzen
die een negatieve invloed hebben op de score van Nederland. In de analyse zijn bijvoorbeeld
alleen CO2-emissies meegenomen. Die keuze is gemaakt omdat alleen wat betreft CO2 voor alle geanalyseerde landen data beschikbaar zijn. De significante vooruitgang
die Nederland heeft geboekt bij het terugdringen van andere broeikasgassen dan CO2, conform de afspraken onder het Kyoto-protocol, is in de score dus niet meegenomen.
De gebruikte CO2-emissiedata gaan bovendien niet verder dan 2012, wat betekent dat de effecten van
het huidige kabinetsbeleid, waaronder de uitvoering van het Energieakkoord, hierin
nog nauwelijks zichtbaar zijn. Verder speelt mee dat de energie-intensiteit per hoofd
van de bevolking in Nederland vrij hoog is door de structuur van de economie.
Overigens scoort Nederland redelijk goed op het vlak van beleid – zowel nationaal
als internationaal. Het kabinet maakt zich dan ook sterk voor een ambitieus en effectief
Europees klimaatbeleid, bijvoorbeeld door in EU-verband in te zetten op structurele
versterking van het Europese emissiehandelssysteem. Hierover bent u met de kabinetsbrief
van 9 december jl. (Kamerstuk 21 501-08, nr. 543) nader geïnformeerd. Na het uitvoeren van alle maatregelen uit het Energieakkoord
scoort Nederland naar verwachting ook een stuk hoger op het terrein van CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld