31 766 Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten

Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID PETERS

Ontvangen 14 februari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 2 aan het vierde lid een zinsnede toegevoegd, luidende: waarbij in ieder geval regels worden gegeven voor het beheer van de gelden waarvoor geen rechthebbenden gevonden zijn en de aanwending van de gelden voor andere doeleinden dan uitkering aan de rechthebbenden.

Toelichting

Collectieve beheersorganisaties kunnen een deel van het geïnde geld aanwenden voor andere doelen dan uitkering aan rechthebbenden. Vaak gebeurt dit omdat voor een deel van het geld geen rechthebbenden te vinden zijn. Voorbeelden van dit soort uitgaven zijn het sponsoren van evenementen of promotiecampagnes.

Waar dit op zich een besluit is van een private organisatie, heeft het geld naar mening van de indiener gedeeltelijk een publiek karakter. Door het monopolie van collectieve beheersorganisaties wordt het betalen van vergoedingen ervaren als een publiekelijk verplichte heffing.

Vanwege dit karakter is het volgens de indiener wenselijk dat het College van Toezicht toeziet op deze vormen van aanwending van geïnd geld en bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld over het beheer en de aanwending van deze gelden. Dit moet volgens de indiener leiden tot een vergroot draagvlak onder betalingsplichtigen.

Peters

Naar boven