31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 87 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 28 maart 2014

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 10 december 2013 inzake de reactie op een brief over het niet meer vergoeden van dyslexiezorg via remedial teacher met Master Special Educational Needs (MSEN) per 2014 (2013Z24366).

De op 14 februari 2014 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de Minister bij brief van 27 maart 2014 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

Adjunct-griffier van de commissie, Clemens

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggende brief. Genoemde leden hebben nog een aantal vragen bij de brief.

De Minister geeft aan dat medebehandelaren op verschillende manieren vergoed kunnen worden voor hun diensten. Eén van die mogelijkheden, het tijdschrijven op de DBC, is voor remedial teachers niet mogelijk op grond van de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit omdat remedial teachers niet opgenomen zijn in de GGZ-beroepentabel. Wat is de reden dat deze beroepsgroep niet opgenomen is in de betreffende beroepentabel?

Zorgverzekeraars die het Protocol Blomert volgen staan niet meer toe dat een hoofdbehandelaar een remedial teacher inzet bij de behandeling van dyslexie. Door wie is dit protocol opgesteld? Hoeveel zorgverzekeraars volgen dit protocol niet?

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over het niet meer vergoeden van dyslexiezorg via remedial teacher per 2014. Leerlingen met dyslexie hebben de juiste hulp en begeleiding nodig om onderwijs te kunnen volgen. Genoemde leden hebben naar aanleiding van de brief een aantal vragen.

Uit de brief maken de leden van de PvdA-fractie op dat de zorgverzekeraars de inzet van remedial teachers uitsluiten. Deze leden begrijpen dat er drempels worden opgeworpen, zodat niet iedereen kinderen met dyslexie kan begeleiden en zodat niet iedereen dit beroep kan uitoefenen. Genoemde leden vragen echter of de eis van een academische graad wel een proportionele eis is voor het geven van lesbegeleiding. Is het volgens de Minister een proportionele eis? Welke alternatieven ziet de Minister die wellicht meer in proportie staan tot lesbegeleiding door bekwame mensen?

Vanaf 1 januari 2015 wordt dyslexiezorg de verantwoordelijkheid van gemeenten. Hoe gaat de financiering van dyslexiezorg na deze transitie lopen? De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de financiering moet lopen via gemeenten. Welke afspraken zijn hierover gemaakt? Gaat het kabinet ook praten met veldpartijen, waaronder de Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers (LBRT), over de uitgangspunten van dyslexiezorg en de wijze waarop dit binnen de transitie van de jeugdzorg in 2015 wordt vormgegeven? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben de brief van de Minister met belangstelling gelezen. Zij begrijpen dat de hoofdbehandelaar eindverantwoordelijk is en bij het leveren van dyslexiezorg een medebehandelaar kan betrekken. Genoemde leden zijn van mening dat de verlengde arm-constructie niet wenselijk is. Tegelijkertijd constateren deze leden wel dat zorgverzekeraars de door de Minister genoemde mogelijkheid om remedial teachers als medebehandelaar in te zetten uitsluiten in de voorwaarden waaronder zij dyslexiezorg inkopen. Dat is wat de leden van de SP-fractie betreft een onwenselijke situatie omdat leerlingen hierdoor gedurende hun behandeling worden geconfronteerd met een andere behandelaar en de in scholen beschikbare kennis niet kan worden benut. Naar de mening van deze leden is dat een onwenselijke situatie. Genoemde leden vragen de Minister of zij deze mening met hen deelt. Daarnaast is het voor taalwetenschappers die zijn gespecialiseerd in taalproblematiek niet meer mogelijk om leerlingen met dyslexie te behandelen. Dit is een groep specialisten die expert is op het gebied van dyslexiezorg die een wezenlijke toegevoegde waarde heeft. Deze groep mensen heeft hun werk verloren terwijl zij wel bekwaam zijn om leerlingen met dyslexie te begeleiden. Genoemde leden vragen de Minister of zij de handelwijze van de zorgverzekeraars acceptabel vindt. De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister gaat doen om zorgverzekeraars te bewegen dat zij in de nabije toekomst remedial teachers wel weer accepteren als medebehandelaren.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over het vergoeden van dyslexiezorg geleverd door remedial teachers.

Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister naar aanleiding van de inhoud van de brief.

De Minister schrijft dat net als in de GGZ in de dyslexiezorg alleen een hoofdbehandelaar een DBC kan openen. Hoofdbehandelaren kunnen gespecialiseerde remedial teachers vragen hen te ondersteunen en hen een vergoeding betalen voor hun activiteiten. De leden van de CDA-fractie horen echter geluiden uit het veld dat dit in de praktijk niet uitvoerbaar is, omdat zorgverzekeraars remedial teachers uitsluiten in hun aanvullende (contract)voorwaarden.

Deze leden willen van de Minister weten of zij ook op de hoogte is dat zorgverzekeraars remedial teachers uitsluiten in hun aanvullende (contract)voorwaarden. Is het bij de Minister ook bekend dat een aantal zorgverzekeraars «plafonds» voor de dyslexiezorg heeft geformuleerd, waardoor de wachttijden voor onderzoek en behandeling oplopen.

Een oplossing voor het knelpunt met de gespecialiseerde remedial teachers zou kunnen zijn om hen (binnen het huidige systeem van de vergoede dyslexiezorg) op de GGZ-beroepentabel te plaatsen. De leden van de CDA-fractie willen graag weten of de Minister bereid is om gespecialiseerde remedial teachers die voldoen aan de opgestelde kwaliteitscriteria als medebehandelaar in de dyslexiezorg toe te laten. Vervolgens vragen deze leden of de Minister een mogelijkheid ziet om de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven tot plaatsing van het beroep «gespecialiseerde remedial teacher als medebehandelaar dyslexiezorg» op de GGZ-beroepentabel.

Verder is er nog veel onzekerheid over de overheveling van de dyslexiezorg (in verband met de overheveling van de jeugdhulp) per 2015 naar de gemeenten. Is de Minister of de Staatssecretaris bereid met de betrokken veldpartijen (waaronder de Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers) te overleggen over de uitgangspunten van de dyslexiezorg en de wijze waarop dit binnen de transitie van de jeugdzorg in 2015 wordt vormgegeven?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief betreffende het vergoeden van dyslexiezorg geleverd door remedial teachers en zij willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.

Sinds 1 januari 2014 hebben zorgverzekeraars de eis gesteld dat remedial teachers slechts in aanmerking komen voor tijdschrijven op de DBC als de remedial teacher beschikt over een opleiding op post-HBO en/of Master SEN-niveau. Hierdoor kunnen remedial teachers zonder dergelijke diploma’s sinds 1 januari 2014 niet meer als medebehandelaar aangemerkt worden. Is de Minister van mening dat er een risico is dat hierdoor kinderen met ernstige dyslexie ernstig getroffen worden, omdat deze kinderen gehecht zijn aan hun remedial teacher en er nog geen sprake is van een afbouwregeling voor remedial teachers?

De Minister stelt in haar brief dat remedial teachers nog altijd vergoedingen kunnen krijgen voor hun werkzaamheden in een rol als ondersteuner. Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre het waar is dat in de praktijk deze manier van vergoeden niet effectief is daar sommige verzekeraars een dergelijke constructie niet toelaten in hun polissen of contractvoorwaarden en zorgtrajecten daardoor inefficiënt lang duren?

Genoemde leden verzoeken de Minister bovendien te reageren op de stellingname dat het niet-categoriseren van gespecialiseerde remedial teachers als medebehandelaren aangemerkt in de GGZ-beroepentabel negatieve gevolgen heeft voor de werkgelegenheid van gespecialiseerde remedial teachers.

De Minister stelt in haar brief dat dyslexiezorg naar verwachting in 2015 overgeheveld zal zijn naar gemeenten. Kan de Minister uiteenzetten welke gevolgen dit heeft voor de zorg die kinderen met dyslexie op dit moment ontvangen?

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben de volgende vragen:

  • Is het bij de Minister bekend dat een aantal zorgverzekeraars «plafonds» voor de dyslexiezorg heeft geformuleerd? De wachttijden voor onderzoek en behandeling lopen op.

  • Is de Minister bereid om gespecialiseerde remedial teachers die voldoen aan de opgestelde kwaliteitscriteria als medebehandelaar in de dyslexiezorg toe te laten? Deze toelating wordt gesteund door de stakeholders de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).

  • Is de Minister bereid de NZa een aanwijzing te geven tot plaatsing van het beroep «gespecialiseerde remedial teacher als medebehandelaar dyslexiezorg» op de GGZ-beroepentabel?

  • Is het kabinet bereid met de betrokken veldpartijen (waaronder de LBRT) te overleggen over de uitgangspunten van de dyslexiezorg en de wijze waarop dit binnen de transitie van de jeugdzorg in 2015 wordt vormgegeven?

II. REACTIE VAN DE MINISTER

De leden van de VVD-fractie vragen wat de reden is dat remedial teachers niet opgenomen zijn in de GGZ-beroepentabel.

De ggz-beroepentabel is gebaseerd op een indeling van beroepen die het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de ggz (CONO) in 2004 heeft gemaakt voor zorgverleners in de ggz. In deze indeling komen de remedial teachers niet voor. Dat wil niet zeggen dat remedial teachers geen werkzaamheden mogen verrichten in de dyslexiezorg, de dbc ggz beroepentabel regelt alleen welke beroepen als medebehandelaar mogen «tijdschrijven» in de dbc ggz systematiek.

De leden van de VVD-fractie vragen door wie het protocol Blomert is opgesteld en hoeveel zorgverzekeraars dit protocol niet volgen.

Het protocol Blomert is opgesteld door prof. dr. L. Blomert (Cognitieve Neurowetenschap, Faculteit Psychologie, Universiteit Maastricht), met begeleiding en financiële ondersteuning door het College voor Zorgverzekeringen. Alle zorgverzekeraars verwijzen in hun polis naar het protocol van Blomert. Zij hebben hierin geen keuze, want dit protocol geeft de verzekeringsvoorwaarden aan voor de inhoud en omvang van de verzekerde dyslexiezorg.

De leden van de PvdA-fractie vragen of de eis van een academische graad wel een proportionele eis is voor het geven van lesbegeleiding bij dyslexie.

De aanspraak die nu in de Zorgverzekeringswet geldt, betreft geen lesbegeleiding of ondersteuning vanuit het onderwijs, maar behandeling van een neurobiologische stoornis door ggz-behandelaren. Om activiteiten te mogen registreren in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, dient een behandelaar in de ggz-beroepentabel te staan.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de financiering van dyslexiezorg na de transitie in 2015 gaat verlopen, welke afspraken hierover zijn gemaakt en of het kabinet bereid is te praten met veldpartijen als de LBRT over de uitgangspunten van dyslexiezorg en de wijze waarop dit in de transitie van de jeugdzorg is vormgegeven.

Wat nu binnen de aanspraak (Zvw) bij ernstige enkelvoudige dyslexie valt, wordt in 2015 overgeheveld naar gemeenten. In het kader van de jeugdhulpplicht is de gemeente dan verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend jeugdhulpaanbod, en de zorg bij ernstige enkelvoudige dyslexie maakt daar onderdeel van uit. De VNG bekijkt op dit moment hoe deze zorg het beste ingekocht kan worden en welke kwaliteitseisen zouden moeten gelden. Veldpartijen kunnen hierover dus het beste contact zoeken met de VNG.

De leden van de SP-fractie vragen of de Minister het een onwenselijke situatie vindt dat zorgverzekeraars remedial teachers uitsluiten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexiezorg en wat de Minister gaat doen om zorgverzekeraars de andere kant op te bewegen.

Zorgverzekeraars mogen aanvullende kwaliteitseisen stellen bij de contractering van behandelaren, mits zij aan hun zorgplicht voldoen. De NZa ziet daarop toe. Zorgverzekeraars die remedial teachers uitsluiten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, doen dit op basis van het Protocol Blomert. Dit protocol maakt, in navolging van de Gezondheidraad, een onderscheid tussen remediëring (extra begeleiding binnen de school en aan de schoolcontext gelieerde remedial teaching) en specialistische behandeling in de zorg. In het onderwijs kunnen remedial teachers dus wel hulp- en ondersteuning bieden, maar vanuit kwaliteitsoverwegingen mogen zorgverzekeraars remedial teachers van een rol in het behandeltraject uitsluiten.

De leden van de SP-fractie vragen of de Minister het acceptabel vindt dat zorgverzekeraars taalwetenschappers uitsluiten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexiezorg.

Zorgverzekeraars kopen zorg in die tot de aanspraak op geneeskundige ggz behoort. Een taalwetenschapper levert geen zorg die tot het verzekerde pakket behoort. Een zorgverzekeraar kan een taalwetenschapper dus uitsluiten van de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister op de hoogte is van het feit dat zorgverzekeraars remedial teachers uitsluiten in hun aanvullende contractvoorwaarden.

Ja, daar ben ik van op de hoogte.

De leden van de CDA-fractie vragen of het de Minister bekend is dat een aantal zorgverzekeraars «plafonds» voor dyslexiezorg heeft geformuleerd, waardoor de wachttijden voor onderzoek en behandeling oplopen.

Zorgverzekeraars moeten te allen tijden voldoen aan hun zorgplicht, maar kunnen daarbinnen sturen op beperking van de kosten om zo een beheerste ontwikkeling van de premie te bewerktstelligen. Zij doen dit langs drie assen: wie behandelt (in navolging van Protocol Blomert), hoe lang is de verwachte behandelduur (ook in navolging van Protocol Blomert) en hoeveel middelen zijn vooraf geraamd voor dyslexiezorg? Uit navraag bij Zorgverzekeraars Nederland blijkt dat er geen indicaties zijn dat door het sturen op kostenbeperking grote wachttijden ontstaan voor onderzoek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexiezorg.

De leden van de CDA-fractie willen weten of de Minister bereid is om gespecialiseerde remedial teachers die voldoen aan de opgestelde kwaliteitscriteria als medebehandelaar in de dyslexiezorg toe te laten.

Remedial teachers worden in de bestaande regelgeving niet uitgesloten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie en kunnen dus al een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie hebben. De regelgeving hoeft daartoe niet te worden aangepast.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister een mogelijkheid ziet om de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven tot plaatsing van het beroep «gespecialiseerde remedial teacher als medebehandelaar dyslexiezorg» op de GGZ-beroepentabel.

Remedial teachers worden in de bestaande regelgeving niet uitgesloten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie en kunnen dus al een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie hebben. Ik zie geen reden de NZa te vragen ze ook op te nemen in de GGZ-beroepentabel, zodat ze tijd kunnen schrijven op een dyslexie-dbc.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister of Staatssecretaris bereid is om met betrokken veldpartijen (waaronder de LBRT) te overleggen over de uitgangspunten van dyslexiezorg en de wijze waarop dit binnen de transitie van de jeugdzorg in 2015 wordt vormgegeven.

Wat nu binnen de aanspraak (Zvw) bij ernstige enkelvoudige dyslexie valt, wordt in 2015 overgeheveld naar gemeenten. In het kader van de jeugdhulpplicht is de gemeente dan verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend jeugdhulpaanbod, en de zorg bij ernstige enkelvoudige dyslexie maakt daar onderdeel van uit. De VNG bekijkt op dit moment hoe deze zorg het beste ingekocht kan worden en welke kwaliteitseisen zouden moeten gelden. Veldpartijen kunnen hierover dus het beste contact zoeken met de VNG.

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister van mening is dat kinderen met ernstige dyslexie ernstig getroffen worden, doordat zorgverzekeraars sinds 1 januari 2014 de eis stellen dat remedial teachers slechts in aanmerking komen voor tijdschrijven op de DBC als de remedial teacher beschikt over een opleiding op post-HBO en/of Master SEN-niveau, en er geen afbouwregeling is voor remedial teachers die niet aan deze eis voldoen.

Remedial teachers hebben nooit tijd mogen schrijven op een dyslexie-dbc, aangezien zij niet in de GGZ-beroepentabel staan. Deze situatie is niet sinds 1 januari 2014 veranderd.

De leden van de D66-fractie vragen de Minister uiteen te zetten in hoeverre het waar is dat het indirect vergoeden van remedial teachers geen effectieve manier van vergoeden is aangezien veel zorgverzekeraars een dergelijke constructie niet toelaten.

Het klopt dat veel zorgverzekeraars de zogenaamde «verlengde arm»-constructie in de ggz niet meer toestaan, en remedial teachers op die manier uitsluiten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie. Zorgverzekeraars doen dit vanuit kwaliteitsoverwegingen op basis van het Protocol Blomert, dat in navolging van de Gezondheidraad, een onderscheid maakt tussen remediëring (extra begeleiding binnen de school en aan de schoolcontext gelieerde remedial teaching) en specialistische behandeling in de zorg. Zorgverzekeraars hebben deze ruimte, mits ze aan hun zorgplicht voldoen. De NZa ziet daarop toe.

De leden van de D66-fractie vragen de Minister te reageren op de stellingnamen dat het niet-categoriseren van gespecialiseerde remedial teachers als medebehandelaren aangemerkt in de GGZ-beroepentabel negatieve gevolgen heeft voor de werkgelegenheid van gespecialiseerde remedial teachers.

Remedial teachers worden in de bestaande regelgeving niet uitgesloten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie. Echter, door strengere eisen van de zorgverzekeraar kunnen veel remedial teachers die voorheen een rol vervulden in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, dat nu vaak niet meer doen. Zorgverzekeraars hebben deze ruimte, mits ze aan hun zorgplicht voldoen. De NZa ziet daarop toe. In het onderwijs is altijd nog steeds een rol voor remedial teachers weggelegd, in de signalering, begeleiding en ondersteuning van leerlingen met dyslexie en andere lees- en leerproblemen. Dyslexie valt binnen de basisondersteuning die scholen in het kader van passend onderwijs moeten bieden. Tijdig signaleren, remediëren en waar nodig doorverwijzen door de remedial teacher voorkomt verergering van de problematiek. Ook na afronding van de behandeling van de leerling buiten het onderwijs heeft de remedial teacher een belangrijke rol in het blijvend ondersteunen van de leerling met dyslexie.

De leden van de D66-fractie vragen de Minister welke gevolgen de overheveling van dyslexiezorg naar gemeenten per 2015 heeft voor de kinderen die nu dyslexiezorg ontvangen.

Wat nu binnen de aanspraak (Zvw) bij ernstige enkelvoudige dyslexie valt, wordt in 2015 overgeheveld naar gemeenten. In het kader van de jeugdhulpplicht is de gemeente dan verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend jeugdhulpaanbod, en de zorg bij ernstige enkelvoudige dyslexie maakt daar onderdeel van uit. De VNG bekijkt op dit moment hoe deze zorg het beste ingekocht kan worden en welke kwaliteitseisen zouden moeten gelden. Voor kinderen die in 2014 dyslexiezorg ontvangen, geldt het continuïteitsrecht uit de Jeugdwet, wat betekent dat hun behandeling (indien nodig) in 2015 onder dezelfde voorwaarden wordt voortgezet.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het bij de Minister bekend is dat een aantal zorgverzekeraars «plafonds» voor dyslexiezorg heeft geformuleerd, waardoor de wachttijden voor onderzoek en behandeling oplopen.

Zorgverzekeraars moeten te alle tijden voldoen aan hun zorgplicht, maar kunnen daarbinnen sturen op beperking van de kosten. Zij doen dit langs drie assen: wie behandelt (in navolging van Protocol Blomert), hoe lang is de verwachte behandelduur (ook in navolging van Protocol Blomert) en hoeveel middelen zijn vooraf geraamd voor dyslexiezorg? Uit navraag bij Zorgverzekeraars Nederland blijkt dat er geen indicaties zijn dat door het sturen op kostenbeperking grote wachttijden ontstaan voor onderzoek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexiezorg. Zij zien dat het declaratievolume «overige stoornissen kindertijd», waar dyslexie een belangrijk onderdeel van uitmaakt, blijft oplopen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is om gespecialiseerde remedial teachers die voldoen aan de opgestelde kwaliteitscriteria als medebehandelaar in de dyslexiezorg toe te laten.

Remedial teachers worden in de bestaande regelgeving niet uitgesloten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie en kunnen dus al een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie hebben. De regelgeving hoeft daartoe niet te worden aangepast.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister een mogelijkheid ziet om de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven tot plaatsing van het beroep «gespecialiseerde remedial teacher als medebehandelaar dyslexiezorg» op de GGZ-beroepentabel.

Remedial teachers worden in de bestaande regelgeving niet uitgesloten van een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie en kunnen dus al een rol in de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie hebben. Ik zie geen reden de NZa te vragen ze ook op te nemen in de GGZ-beroepentabel, zodat ze tijd kunnen schrijven op een dyslexie-dbc.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of kabinet bereid is te praten met veldpartijen als de LBRT over de uitgangspunten van dyslexiezorg en de wijze waarop dit in de transitie van de jeugdzorg is vormgegeven.

Wat nu binnen de aanspraak (Zvw) bij ernstige enkelvoudige dyslexie valt, wordt in 2015 overgeheveld naar gemeenten. In het kader van de jeugdhulpplicht is de gemeente verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend jeugdhulpaanbod, en de zorg bij ernstige enkelvoudige dyslexie maakt daar onderdeel van uit. De VNG bekijkt op dit moment hoe deze zorg het beste ingekocht kan worden en welke kwaliteitseisen zouden moeten gelden. Veldpartijen kunnen hierover dus het beste contact zoeken met de VNG.

Naar boven