31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 616 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2022

In het coalitieakkoord1 is de keuze gemaakt om de Integrale Vergelijking (IV) verpleeghuiszorg, een benchmark die beoogde de doelmatigheid te bevorderen door de prestaties van verpleeghuisinstellingen af te zetten tegen een vergelijkbare best presterende instelling, niet door te laten gaan en in te zetten op andere maatregelen. De NZa heeft, zoals eerder aan uw Kamer is toegezegd2, haar rapportage over de doorontwikkeling van de IV, waar zij in 2021 aan heeft gewerkt, afgerond. Deze is toegevoegd in de bijlage3.

De NZa heeft samen met partijen veel tijd en energie gestoken in de doorontwikkeling van de integrale vergelijking. Daar ben ik hen erg dankbaar voor. Tijdens deze doorontwikkeling is onder andere gewerkt aan het verbeteren van het onderdeel datakwaliteit van de gegevens en inperking van administratieve lasten. Ook is er gewerkt aan het ontwikkelen van handvatten ten behoeve van het leren en verbeteren door zorgaanbieders en de dialooggesprekken hierover tussen zorgaanbieders en zorgkantoren. Inzichten uit deze doorontwikkeling kunnen ook zonder integrale vergelijking worden toegepast.

De NZa geeft aan dat ondanks de gemaakte keuze in het coalitieakkoord verschillende onderdelen hiervan bruikbaar zullen zijn bij de uitwerking van thema’s die in het coalitieakkoord zijn genoemd en ook voor toekomstige kostenonderzoeken en tariefherijkingen.

Zoals aangegeven is in het coalitieakkoord ingezet op andere maatregelen om de houdbaarheid en doelmatigheid van de ouderenzorg binnen de Wlz te bevorderen. Het gaat hierbij om het inzetten op het scheiden van wonen en zorg, het overhevelen van behandeling van de Wlz naar de Zvw, het verplicht meerjarig contracteren met budgetafspraken gecombineerd met een meerjarige contracteerruimte en het doorontwikkelen van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

De komende tijd wil ik met de NZa en andere partijen in het veld het gesprek aangaan hoe deze maatregelen verder vorm kunnen krijgen, waarbij ik deze maatregelen in een breder perspectief wil plaatsen om kwalitatief goede ouderenzorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

Ik wil uw Kamer voor de zomer meenemen in mijn beleidsvoornemens met betrekking tot de toekomst van ouderenzorg.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 35 788, nr. 77

X Noot
2

Kamerstuk 31 765, nr. 543.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven