31 765 Kwaliteit van zorg

34 104 Langdurige zorg

Nr. 360 BIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2019

In eerdere brieven1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de situatie bij Stg. Arduin. Het bestuur van Arduin heeft mij begin november 2018 laten weten dat zij – naast problemen met kwaliteit, voldoende personeel en vastgoed – ook problemen van financiële aard heeft die een risico vormen voor de continuïteit van de gehandicaptenzorg in Zeeland. Daarbij gaat het onder meer over de continuïteit van de zorg voor 500 cliënten met een (ernstige) beperking die veelal levenslang zijn aangewezen op verblijf in een instelling. Met de hieronder beschreven aanpak kan de continuïteit van de zorg in Zeeland worden gewaarborgd.

Het bestuur van Arduin heeft eind 2018 geconstateerd dat de verschillende problemen samen zodanig zijn dat dringend hulp nodig was van buitenaf. Arduin heeft gesproken met diverse partijen. ’s Heeren Loo, een landelijk opererende gehandicaptenzorgorganisatie, heeft Arduin in de afgelopen maanden bijgestaan door het leveren van mensen om te ondersteunen bij het leveren van kwalitatief goede en passende zorg en mee te denken over de huisvesting en het personeelsbeleid. Mede dankzij de ondersteuning door ’s Heeren Loo heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bij een bezoek van de locatie Aagtekerke aanleiding gezien om de aanwijzing te beëindigen. De aanpak voor Aagtekerke wordt ook op andere locaties ingevoerd.

Op 28 november 2018 hebben vertegenwoordigers van CZ zorgkantoor, de Nederlandse Zorgautoriteit, het Waarborgfonds voor de Zorgsector, IGJ, ING en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hun vertrouwen uitgesproken in een stappenplan van Arduin. Alle partijen benadrukten het belang van continuïteit, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gehandicaptenzorg in Zeeland en gaven aan alles in het werk te stellen om – elk vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid – de realisatie van een continuïteitsplan voor de zorg van de cliënten van Arduin mogelijk te maken. Ik heb u hierover eerder geïnformeerd en aangegeven dat Arduin volgens planning eind januari 2019 haar definitieve continuïteitsplan gereed zou hebben.

Op 28 januari 2019 heeft Arduin haar continuïteitsplan – dat zij heeft opgesteld met ondersteuning van ’s Heeren Loo – gepresenteerd aan vertegenwoordigers van CZ zorgkantoor, de Nederlandse Zorgautoriteit, het Waarborgfonds voor de Zorgsector, de IGJ, ING bank en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het continuïteitsplan voorziet in het op orde brengen van de kwaliteit van zorg, een investering in medewerkers (zowel in aantal als in deskundigheidsniveau), het op orde brengen van de bedrijfsvoering en een herinrichting van de huisvesting.

De huidige vorm van zeer verspreid wonen (groepsgroottes van 3 tot 6 personen) kan niet kwalitatief goed en veilig georganiseerd worden. Arduin kiest daarom in haar plan voor het anders organiseren van de kleinschaligheid door deze te concentreren op enkele locaties. Door woningen te groeperen ontstaan veel meer mogelijkheden om de begeleiding van de cliënten overdag goed te organiseren en alle cliënten een zinvolle dagbesteding te bieden. In zo’n woonkern kunnen ook de nachtzorg, veiligheid en nabijheid goed georganiseerd worden.

In dit overleg is het vertrouwen uitgesproken dat Arduin met dit plan de juiste richting inslaat om te komen tot toekomstbestendige, kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare gehandicaptenzorg in deze regio. Met deze positieve uitkomst van het overleg is de continuïteit van de zorg op korte termijn geborgd. Tegelijk is geconstateerd dat dit een enorme opgave is voor Arduin, temeer omdat ook in de periode voordat de herinrichting van de huisvesting is gerealiseerd de kwaliteit van zorg binnen Arduin op orde moet worden gebracht. Ondersteuning van ’s Heeren Loo blijft volgens Arduin dan ook noodzakelijk.

In het overleg is ook gesproken over de financiële randvoorwaarden om de realisatie van het plan mogelijk te maken. Met Arduin is overeengekomen dat, voor zover de noodzakelijke kosten niet opgevangen kunnen worden binnen de reguliere bekostigingssystematiek van de Wlz, de NZa een beschikbaarheidbijdrage voor deze cruciale zorg op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg beschikbaar zal stellen voor de periode 2019–2024. Arduin mag in deze periode tot een maximum van € 20 mln. Wlz-uitgaven die samenhangen met het continuïteitsplan, ter dekking van bijvoorbeeld incidentele en onvermijdelijke kosten in verband met de voortzetting van deze zorg, ten laste brengen van het Fonds langdurige zorg.

De beschikbaarheidsbijdrage vergt de nodige voorbereiding. Ik zal hiertoe een aanwijzing geven aan de NZa waarvan de zakelijke inhoud zal worden voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. In deze aanwijzing wordt aan de NZa de opdracht gegeven om ter uitvoering hiervan beleidsregels vast te stellen. Bovendien zal ik de Europese Commissie informeren over mijn voornemen om de continuïteit van de gehandicaptenzorg in Zeeland te waarborgen om het risico dat dit wordt aangemerkt als ongeoorloofde staatsteun te voorkomen.

Het verlenen van een beschikbaarheidbijdrage aan een instelling in financiële problemen is een zeer uitzonderlijke maatregel. Het beleid rond instellingen in financiële problemen is immers gericht op continuïteit van zorg, en niet op continuïteit van individuele zorgaanbieders. In dit geval vallen die twee echter samen. De overheid heeft een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van het waarborgen van de continuïteit van cruciale zorg omdat dit zorg is waarvoor geldt dat wanneer zij (tijdelijk) niet (voldoende dichtbij) beschikbaar is, cliënten (bij langdurige zorg) ernstig worden belemmerd in hun dagelijks functioneren.

De Wlz-uitvoerder heeft de plicht om binnen de regio voldoende en kwalitatief goede zorg in te kopen. De zorgplicht van CZ zorgkantoor houdt ook in dat zij de continuïteit van zorg dient te waarborgen. In de langdurige zorg is daarbij de sociale context van de cliënt die in zorg verblijft van belang. Wlz-uitvoerders moeten er tijdig voor zorgen dat hun verzekerden Wlz-zorg krijgen die aansluit bij die sociale context. In dit specifieke geval is dat niet mogelijk zonder Arduin financieel te ondersteunen bij het realiseren van het continuïteitsplan, omdat er geen mogelijkheid is om andere effectieve maatregelen te kunnen treffen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat bij een faillissement van Arduin de ongeveer 500 (zwaar) gehandicapte bewoners, die veelal levenslang zijn aangewezen op verblijf in een instelling, zouden moeten verhuizen naar instellingen tot (ver) buiten de eigen regio. De afstand tot hun naasten zou daarmee onacceptabel toenemen. Bovendien wonen bij Arduin 15–20 cliënten met een hele complexe zorgvraag, waarbij de ervaring is dat deze elders moeilijk plaatsbaar zijn.

Een Wlz-uitvoerder heeft geen eigen middelen waarmee zij Arduin financieel kan ondersteunen bij het realiseren van het continuïteitsplan. Gezien deze zeer uitzonderlijke omstandigheden ben ik daarom van mening dat een beschikbaarheidbijdrage gerechtvaardigd is. Ik wil hierbij overigens benadrukken dat de bestuurders die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de financiële problemen inmiddels niet meer betrokken zijn bij Arduin.

Het is goed dat met alle betrokken partijen tot goede afspraken is gekomen om de continuïteit van cruciale zorg voor de cliënten van Arduin op korte termijn te waarborgen. De afspraken worden verder uitgewerkt met de betrokken partijen, waarmee aan de randvoorwaarden wordt voldaan. Het is nu vooral zaak dat Arduin zich tot het maximale inspant om haar continuïteitsplan te realiseren. Voor de langere termijn geeft Arduin aan dat zelfstandig doorgaan onmogelijk is en zoekt men intensieve samenwerking op structurele basis. Tegelijk ligt er een forse opgave om de kwaliteit en veiligheid van de zorg al op orde te brengen, voordat de herinrichting van de huisvesting daadwerkelijk is gerealiseerd. Dit is nodig om cliënten de zorg te bieden die ze nodig hebben en de medewerkers van Arduin vertrouwen te geven in de toekomst. De IGJ zal hier in de komende periode op blijven toezien.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 31 765, nrs. 351 en 354 en Kamerstukken 31 765 en 34 104, nr. 357

Naar boven