Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juli 2015
Op 10 februari 2015 heb ik het plan «Waardigheid en Trots, liefdevolle zorg voor onze
ouderen» aan uw Kamer gestuurd (bijlage bij Kamerstuk 31 765, nr. 124). Eén van de onderdelen uit het plan betreft het geven van ruimte aan verpleeghuislocaties
die de ambitie hebben om best practice te worden. Om te bereiken dat ook met een zware
zorgvraag de bewoner met zijn specifieke achtergrond, gewoonten en betrokkenheid van
naasten zo veel mogelijk het leven leidt, zoals hij of zij gewend is. En waar ondanks
afhankelijkheid van anderen invloed op je eigen leven en zelfrespect geborgd blijven.
In mijn brief van 1 mei jl. (Kamerstuk 31 765, nr. 142) heb ik de aanpak beschreven. In het algemeen overleg op 30 juni jl. over de voortgang
van het «Waardigheid en Trots» kon ik reeds melden dat vele zorgaanbieders voorstellen
hebben ingestuurd. Zoals opgenomen in de genoemde brief van 1 mei jl. geef ik de zorgaanbieders
medio juli duidelijkheid. Met deze brief informeer ik u hierover.
Aanpak
Samen met de leden van de TaskForce «Waardigheid en Trots» (bestaande uit NPCF, LOC,
Actiz, BTN, Verenso, V&VN, ZN, IGZ en het Zorginstituut) heb ik alle organisaties
die verpleeghuiszorg leveren uitgenodigd om voorstellen in te zenden.
In totaal hebben ruim 175 zorgaanbieders voorstellen gedaan die in totaal betrekking
hebben op ongeveer 780 locaties. In «Waardigheid en Trots» was nog uitgegaan van 200
locaties. Uit de voorstellen spreekt de ambitie om de omslag die is bedoeld in «Waardigheid
en Trots» ook daadwerkelijk te realiseren. Vele zorgaanbieders willen bovendien laten
zien dat in de verpleeghuiszorg betrokken professionals werken die elke dag hun best
doen voor heel kwetsbare ouderen. Zij willen laten zien dat zij de vernieuwing in
de praktijk brengen.
Bespreking van de voorstellen
Op 3 juli jl. hebben de zorgaanbieders hun voorstellen besproken met leden van cliëntenraden,
professionals, zorgkantoren, zbo’s, leden van de Taskforce en VWS.
De voorstellen moeten kwaliteit door de ogen van de cliënt realiseren. In de taskforce
is daarom afgesproken dat de mening van de leden van cliëntenraden en de professionals
het zwaarst wegen. Op basis van het oordeel van genoemden, ontstaat het volgende beeld.
-
• Bij zo’n 60 zorgaanbieders (samen ongeveer 270 locaties) is sprake van een voorstel
dat bijdraagt aan de kwaliteit van de verpleeghuiszorg en aan de beoogde omslag in
«Waardigheid en Trots» zonder dat regelruimte nodig is. Deze zorgaanbieders kunnen
direct van start.
-
• Bij zo’n 90 zorgaanbieders (samen ongeveer 400 locaties) is sprake van een voorstel
dat bijdraagt aan de kwaliteit van de verpleeghuiszorg, bijdraagt aan de beoogde omslag
in «Waardigheid en Trots» en waarbij om regelruimte wordt gevraagd. De regelruimte
wordt samen met de zbo’s, de zorgkantoren en de zorgaanbieders uitgewerkt in de periode
tot aan half oktober.
Mede gebaseerd op de ervaringen met experiment regelarme instellingen kan in deze
fase, waarin de plannen worden uitgewerkt, blijken dat sommige zorgaanbieders juist
wel of toch geen regelruimte nodig hebben. Ook is het mogelijk dat zorgaanbieders
zich terug trekken.
De voorstellen van de overige zorgaanbieders hebben geen betrekking op zorg die is
verzekerd in het kader van de Wet Langdurige zorg, of leden van cliëntenraden en professionals
waren van mening dat het niet voor de hand ligt om het voorstel op te nemen in het
programma-W&T. Tegelijkertijd hebben deze aanbieders ook de ambitie om de kwaliteit
van de zorg te verbeteren. Bezien wordt hoe aan deze groep een alternatief geboden
kan worden.
Tot slot
Vele zorgverleners willen nu al laten zien dat zij toekomstbestendige zorg willen
en kunnen leveren. Graag wil ik hen de ruimte geven om veranderingen door te voeren
en daarvan met elkaar te leren. Ik zie uit naar de resultaten die zij zullen boeken!
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers