31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2014

Tijdens het Algemeen Overleg Transitie WMO heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de wijze waarop partijen kunnen samenwerken en informatie mogen delen bij inkoopprocedures.1 Hierover hebben enkele gesprekken plaatsgevonden tussen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Ook is er gesproken met het «Aanjaagteam Langer zelfstandig wonen» dat gemeenten en regio’s helpt de regionale samenwerking te zoeken en te verbeteren. Daarnaast heeft een aantal samenwerkingsverbanden zelf contact gezocht met ACM om specifieke casuïstiek te bespreken.

Naast de vragen uit de Kamer, hebben ook aanbieders en inkopers van zorg en ondersteuning uit de jeugdzorg, langdurige zorg en ondersteuning tijdens een viertal bijeenkomsten in het najaar van 2014 vragen gesteld over samenwerking aan ACM, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Ministerie van VWS. Om uw Kamer een indruk te geven van de bijeenkomsten treft u het verslag aan in de bijlage2. Zowel gemeenten als zorgkantoren lieten weten in overleg te gaan met aanbieders om zo in het belang van hun cliënten zorg en ondersteuning te kunnen organiseren. Enkele aanbieders lieten weten huiverig te zijn om te spreken over de afbouw van capaciteit in de langdurige zorg, omdat zij uit een briefwisseling tussen ACM en de branchevereniging ActiZ begrepen, dat er niet over capaciteit gesproken mag worden in het bijzijn van andere aanbieders.3

Met ACM heb ik een verhelderend gesprek gehad. Wij delen het uitgangspunt dat bij de transitie het belang van de cliënt op de korte en op de lange termijn centraal staat. Op korte termijn moeten cliënten zo min mogelijk last hebben van de transitie en de afbouw van capaciteit in de langdurige zorg. Op langere termijn moet de transitie er ook toe leiden dat de instellingen/locaties die het beste op de behoefte van cliënten inspelen ook de beste kansen krijgen en dat de instellingen/locaties die er niet in slagen de cliënt goed te bedienen de meeste capaciteit inleveren. Het is aan gemeenten en zorgkantoren, als inkopende partijen, om over de toedeling van capaciteit aan zorgaanbieders te beslissen in het belang van de cliënt en burger.

Om de transitie in het belang van de cliënt te laten verlopen en het zorgkantoor en de gemeente in staat te stellen om goed geïnformeerd en in het belang van cliënten keuzes te maken, achten ACM en ik het van belang dat waar nodig – en op verzoek van het zorgkantoor of de gemeente – informatie kan worden uitgewisseld in gezamenlijke overleggen zoals de regiotafels. Omdat in bepaalde fasen meer informatie collectief gedeeld kan en moet worden dan in andere, onderscheiden ACM en ik bij de beoordeling van de wenselijkheid van collectief overleg de volgende fasen: Informatie delen, Vaststelling en Uitvoering:

  • Informatie delen: op verzoek van een zorgkantoor of gemeente kan collectief informatie worden gedeeld over de huidige capaciteit per zorgaanbieder, de regionale capaciteit en toekomstige regionale ontwikkelingen.

  • Vaststelling en toewijzing: het zorgkantoor en de gemeente stellen de gewenste situatie vast en wijzen het gewenste toekomstige zorgaanbod toe aan de specifieke zorgaanbieders. Dit zijn individuele gesprekken tussen de inkoper en de desbetreffende zorgaanbieder.

  • Uitvoering en coördinatie na inkoopbesluit: waar coördinatie nodig is om van de huidige situatie naar de door het zorgkantoor en de gemeente gewenste situatie te komen kan dit in onderling overleg plaatsvinden.

De fasen worden nader toegelicht in een leidraad die de ACM hiervoor heeft opgesteld, deze heb ik bijgevoegd4.

Met ACM constateer ik dat samenwerking en informatie-uitwisseling die echt in het belang van de cliënt zijn geen belemmering vinden in de Mededingingswet. Gemeenten en zorgkantoren en aanbieders die in 2015 samen willen werken, kunnen hun vragen voorleggen aan het «Aanjaagteam Langer zelfstandig wonen», het ministerie of direct aan de ACM. ACM zal de antwoorden in geanonimiseerde vorm opnemen op haar website, zodat deze informatie breed beschikbaar komt. Ik zal deze informatie ook laten delen via de transitiewebsites. Daarnaast zal deze brief, het verslag van de vier regionale bijeenkomsten met diverse voorbeelden worden verspreid onder de deelnemers aan de rondgang en via de transitiewebsites.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven