nr. 31
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Artikel I, onderdeel J, van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt
een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt
een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van
gevallen worden aangewezen, waarin sprake is van kleine gebieden en kleine
wijzigingen die geen aanzienlijke milieueffecten hebben, waarop de verplichting
tot het maken van een milieueffectrapport, als bedoeld in het eerste lid,
niet van toepassing is.
2. In de aanhef van het derde lid (nieuw) wordt «tweede»
vervangen door «derde» en in het derde lid (nieuw) wordt het cijfer «2»
vervangen door het cijfer «3».
Toelichting
Met onderhavige nota van wijziging, uitgebracht mede namens de minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, wordt een eerste aanzet gegeven aan de invulling van de door
de Tweede Kamer aangenomen motie Van Heugten c.s.1.
Deze wijziging beoogt de mogelijkheid te scheppen dat in sommige gevallen
de verplichting tot het verrichten van een passende beoordeling niet altijd
automatisch betekent dat ook een milieueffectrapport moet worden gemaakt.
Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij artikel 3, derde lid, van richtlijn
2001/42/EG2, waarin staat dat een mer alleen dan
verplicht is voor plannen die kleine gebieden betreffen of plannen die kleine
wijzigingen behelzen, wanneer deze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben.
Er zal nader onderzocht gaan worden welke gevallen precies onder deze mogelijkheid
zullen komen te vallen. De algemene maatregel van bestuur waarop
gedoeld wordt is het Besluit mer. Overigens wordt nog benadrukt dat door het
hanteren van de terminologie «categorieën van gevallen» geen
automatische koppeling met de C- en D-lijst van het Besluit mer wordt beoogd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer