31 755
Wijziging van de Wet milieubeheer en enkele daarmee verband houdende wetten (modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage)

nr. 31
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 mei 2009

Artikel I, onderdeel J, van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van gevallen worden aangewezen, waarin sprake is van kleine gebieden en kleine wijzigingen die geen aanzienlijke milieueffecten hebben, waarop de verplichting tot het maken van een milieueffectrapport, als bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing is.

2. In de aanhef van het derde lid (nieuw) wordt «tweede» vervangen door «derde» en in het derde lid (nieuw) wordt het cijfer «2» vervangen door het cijfer «3».

Toelichting

Met onderhavige nota van wijziging, uitgebracht mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wordt een eerste aanzet gegeven aan de invulling van de door de Tweede Kamer aangenomen motie Van Heugten c.s.1. Deze wijziging beoogt de mogelijkheid te scheppen dat in sommige gevallen de verplichting tot het verrichten van een passende beoordeling niet altijd automatisch betekent dat ook een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij artikel 3, derde lid, van richtlijn 2001/42/EG2, waarin staat dat een mer alleen dan verplicht is voor plannen die kleine gebieden betreffen of plannen die kleine wijzigingen behelzen, wanneer deze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Er zal nader onderzocht gaan worden welke gevallen precies onder deze mogelijkheid zullen komen te vallen. De algemene maatregel van bestuur waarop gedoeld wordt is het Besluit mer. Overigens wordt nog benadrukt dat door het hanteren van de terminologie «categorieën van gevallen» geen automatische koppeling met de C- en D-lijst van het Besluit mer wordt beoogd.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Kamerstukken II 2008–2009, 31 755, nr. 20 (gewijzigd).

XNoot
2

Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s.

Naar boven