nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK
EN VAN GENT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt «artikel 7.32, vijfde lid, in samenhang
met artikel 7.12, eerste lid» vervangen door: artikel 7.32, vijfde of
zesde lid.
II
In artikel I, onderdeel NN, wordt aan artikel 7.32 een lid toegevoegd,
luidende:
6. Artikel 7.12 is van overeenkomstige toepassing op een besluit
waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van
toepassing zijn, met uitzondering van een besluit met betrekking tot een activiteit
waarvoor tevens een besluit is vereist waarvoor op grond van artikel 19f,
eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 een passende beoordeling moet
worden gemaakt, met dien verstande dat de commissie kan bepalen dat geen advies
wordt uitgebracht indien zij van oordeel is dat de milieueffecten van het
plan dat een kader vormt voor het besluit, op grond van artikel 7.12 al in
voldoende mate zijn beoordeeld.
III
In artikel I, onderdeel QQ, wordt in artikel 7.37, tweede lid, onderdeel
a, «artikel 7.32, vijfde lid, in samenhang met artikel 7.12» vervangen
door: artikel 7.32, vijfde of zesde lid.
IV
In artikel I, onderdeel YY, punt 3, wordt «artikel 7.32, vijfde
lid, in samenhang met artikel 7.12» vervangen door: artikel 7.32, vijfde
of zesde lid.
V
In artikel I, onderdeel HHH, punt 1, wordt «artikel 7.32, vijfde
lid, in samenhang met artikel 7.12» vervangen door: artikel 7.32, vijfde
of zesde lid.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de verplichting een advies aan de Commissie
voor de MER te vragen ook bij de beperkte procedure wordt gehandhaafd. Hierbij
wordt wel een vrijstellingsmogelijkheid geïntroduceerd voor die gevallen
waarin de Commissie voor de MER zelf meent dat de effecten van een activiteit
in het kader van een plan-MER reeds in voldoende mate beoordeeld zijn. De
beoogde procedurewinst van vijf weken door het achterwege laten van het toetsingsadvies
van de Commissie voor de MER blijft met deze wijziging behouden doordat de
adviestijd voor het toetsingsadvies net als in de uitgebreide procedure op
maximaal 6 weken wordt gesteld en nu moet samenvallen met de inspraakperiode
en niet daarna pas zal aanvangen.
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Van Gent