31 753 Rechtsbijstand

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2020

Op 18 november 2020 heeft de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid om een brief gevraagd over de aanjager die vorig jaar is benoemd om geschillen tussen burger en overheid terug te dringen.

Met mijn brief van 19 december 2019 informeerde ik uw Kamer over de aanstelling van een boegbeeld om het aantal geschillen tussen burger en overheid op het terrein van het bestuursrecht terug te dringen.1

Op voordracht van het overleg van Secretarissen-generaal (SGO) is de heer Daan Hoefsmit in deze rol benoemd. Met mijn brief van 26 juni 2020 is het plan van aanpak van de aanjager aan uw Kamer gestuurd.2 Met de uitvoering daarvan is voortvarend aan de slag gegaan. Naar verwachting begin volgend jaar start een pilot tussen het UWV en het Juridisch Loket gericht op het ontwikkelen van een proactieve samenwerking om in een zo vroeg mogelijk stadium burgers te informeren en ondersteunen bij een afwijzende beslissing, klacht of het uitblijven van een besluit. Daarnaast neemt, zoals ik ook in mijn brief van 26 juni 2020 benadrukte, het aantal toevoegingen in het bestuursrecht af. De aanvankelijke doelstelling van 10% minder toevoegingen in het bestuursrecht tijdens de looptijd van de stelselvernieuwing is inmiddels behaald. Ik zet, samen met de betrokken partijen, in op het nog verder verminderen van het aantal toevoegingen en procedures in het bestuursrecht.

Met ingang van 1 oktober jongstleden heeft de heer Hoefsmit, op basis van een persoonlijke afweging, besloten om zijn opdracht als aanjager terug te geven aan het SGO. Medio oktober van dit jaar is José Lazeroms gestart als aanjager bij het deelprogramma Responsieve Overheid. Het is goed om te zien dat zij deze belangrijke rol voortvarend oppakt. Zij heeft een vliegende start gemaakt met haar opdracht om zich in te zetten voor verbeterde dienstverlening bij de uitvoeringsorganisaties en gemeenten met het hoogste aantal toevoegingen. Daarnaast brengt zij met deze uitvoeringsorganisaties en gemeenten in kaart welke wet- en regelgeving bij deze organisaties voor de meeste juridisering (procedures en toevoegingen) zorgt.

In de volgende voortgangsrapportage, die ik naar verwachting nog voor het kerstreces aan uw Kamer zal sturen, informeer ik u over de verdere voortgang van deze pijler van de stelselvernieuwing die ziet op minder onnodige juridisering tussen burger en overheid.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 753, nr. 190

X Noot
2

Kamerstuk 31 753, nr. 216

Naar boven