31 736
Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet op de zorgtoeslag en enige andere wetten, houdende maatregelen om ook wanbetalers voor hun zorgverzekering te laten betalen (structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 29 januari 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 18c, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. ingeval de verzekeringnemer zich heeft aangemeld bij een schuldhulpverlener als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet en aantoont dat hij in het kader daarvan een schriftelijke overeenkomst tot stabilisatie van zijn schulden heeft gesloten.

II

In artikel 18d, derde lid, wordt onderdeel c vervangen door:

c. door tussenkomst van een schuldhulpverlener als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet een overeenkomst als bedoeld in artikel 18c, tweede lid, onderdeel d, is gesloten of een schuldregeling tot stand is gekomen waarin, naast de verzekeringnemer, ten minste zijn zorgverzekeraar deelneemt.

Toelichting

Dit amendement bewerkstelligt dat er geen melding voor heffing van bestuursrechtelijke premie plaats heeft, indien de verzekeringnemer een stabilisatieovereenkomst in het kader van schuldbemiddeling heeft gesloten (onderdeel I). Verder meldt de zorgverzekeraar aan het Cvz het bestaan van een dergelijke overeenkomst nadat de bestuursrechtelijke premie is ingegaan (onderdeel II).

In artikel 18d wordt er van uitgegaan dat de verzekeringnemer zich meldt bij een schuldhulpverlener nadat de bronheffing is opgelegd. Er zijn verzekeringnemers die op basis van de aanmaningen niet kunnen betalen en zich aanmelden bij de schuldhulpverlening. Deze verzekeringnemers zouden gevrijwaard moeten blijven van bronheffing. Immers zij zijn niet-kunners, die wel willen betalen, maar niet kunnen. De schuldhulpverlener garandeert middels budgetbeheer dat lopende premies worden voldaan aan de zorgverzekeraar. Voor de schuld komt een minnelijk saneringsvoorstel.

Een minnelijk traject schuldhulpverlening ziet er globaal als volgt uit. De klant (schuldenaar) vult een aanvraag schuldregeling in en levert deze in bij een schuldhulpverleningsinstantie. De klant wordt uitgenodigd voor een intakegesprek. Op basis van deze intake wordt door de schuldhulpverleningsinstantie een Plan van Aanpak gemaakt. Indien de klant akkoord is met het Plan van Aanpak tekent hij een stabilisatieovereenkomst. De stabilisatieperiode is bedoeld om de klant te stabiliseren; budgetbeheer wordt opgestart en belemmeringen om te kunnen schuldregelen (bijvoorbeeld een verslaving) worden opgelost. De stabilisatieperiode duurt één tot zes maanden. Na het stabilisatietraject start het daadwerkelijke schuldregelen (inventariseren, voorstellen doen, etc.) middels een schuldregelingsovereenkomst.

In de nota naar aanleiding van het verslag schrijft de Minister op bladzijde 25 dat aanmelding voor de schuldhulpverlening onvoldoende basis is om te concluderen dat de betalingsachterstand wordt opgelost en dat de verzekerde verschuldigde premie voortaan aan zijn zorgverzekeraar betaalt. Het kabinet vindt een overeenkomst van schuldhulpverlening een noodzakelijke voorwaarde voor dit vertrouwen. Welke overeenkomst het kabinet bedoeld wordt niet aangegeven. Gezien voornoemde toelichting is het verstandig om uit te gaan van de stabilisatieovereenkomst.

De belastingdienst stopt eveneens invorderingsmaatregelen bij overlegging van een getekende stabilisatieovereenkomst. Dit staat in artikel 73.5.2. van de leidraad invordering 2008. Toevoeging van dit amendement in de wet zorgt dus voor een consistent beleid van de overheid inzake medewerking aan minnelijke schuldhulpverlening.

Van Gerven

Naar boven