31 731 Integraal wetgevingsbeleid

F BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 december 2013

Sinds 2009 houdt het kabinet met de regelgevingsmonitor de stand van het aantal geldende regelingen bij. Hierover worden de beide Kamers regelmatig geïnformeerd. Laatstelijk is hierover bij het Rijksjaarverslag 2012 in mei 2013 gerapporteerd.1

Met het oog op de vergelijkbaarheid is de opzet van deze rapportage op gelijke leest geschoeid als de eerdere berichten aan Uw Kamer over dit onderwerp. De getoonde getallen in bijgesloten grafieken2 hebben derhalve betrekking op het aantal wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen welke zijn opgenomen in het Basiswettenbestand op www.wetten.nl.

Voor het krijgen van een beter inzicht in de ontwikkeling van het aantal regelingen, is een analyse gemaakt van het regelingenbestand. Daaruit blijkt het volgende:

  • * Het laatste decennium is sprake geweest van een afname van het aantal nieuwe wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • * Het totaal van regelingen in de periode 2005–2013 is vrijwel op hetzelfde niveau gebleven. Jaarlijks worden de regelingen die uitgewerkt zijn ingetrokken. Het aantal intrekkingen is iets kleiner dan het aantal nieuwe regelingen dat er jaarlijks bijkomt. Dit verklaart de geringe netto stijging van het totaal aantal geldende regelingen.

  • * De bestendigheid (de gemiddelde leeftijd) van de regelingen neemt toe.

  • * In de eerste helft van 2013 is het aantal geldende regelingen gedaald van 9547 naar 9502.

Deze analyse maakt duidelijk dat regeldruk niet wordt veroorzaakt door een voortdurende stijging van het aantal nieuwe regelingen.

Winst bij het verminderen van regeldruk is vooral te boeken door vereenvoudiging van regelingen en door te zorgen dat alleen regelgeving tot stand komt die nodig en proportioneel is. Het kabinet blijft daar op in zetten.

Ik ben voornemens bij de komende rapportages, naast informatie over het totaal aantal geldende regelingen op de peilmomenten, ook informatie te verstrekken over hoe dat getal is opgebouwd (door het aantal nieuwe en vervallen regelingen in de tussenliggende periode te noemen). Verder is het mijn voornemen deze informatie een structurele plaats te geven op de website van het Wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum en deze halfjaarlijks te actualiseren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstuk 2012–2013, 33 605 VI, nr.1

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 154124.

Naar boven