31 710 Deltaprogramma

27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 14 oktober 2019.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 24 november 2019.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 25 november 2019 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2019

In de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De subsidiemodules Brede weersverzekering en Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies hebben een vervaldatum van 21 januari 2020 respectievelijk 31 december 2019. Om hieronder vermelde redenen ben ik voornemens deze vervaldata voor deze subsidiemodules te verlengen tot 21 januari 2025 respectievelijk 31 december 2021.

Brede weersverzekering

De subsidiemodule Brede weersverzekering is opgenomen in titel 4.1 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies. Op grond van deze subsidiemodule wordt steun verleend aan landbouwers in de vorm van bijdragen in premies om gewassen te verzekeren tegen economische verliezen die worden veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden. De agrarische sector wordt met enige regelmaat geconfronteerd met zware regenval, droogte, ernstige vorst en zware sneeuwval. Dergelijke incidenten kunnen een grote impact hebben op het inkomen van landbouwers. De verandering van het klimaat maakt het nog belangrijker dat de sector over een instrument beschikt om met ongunstige weersomstandigheden om te gaan. Daarom is het van belang dat er een brede weersverzekering wordt gestimuleerd.

Het principe van een brede weersverzekering is dat alle weersrisico’s worden verzekerd en sluit uit dat landbouwers teelten slechts voor enkele risico’s verzekeren. Evenzo geldt dat verzekeraars binnen deze brede weersverzekering geen teelten uitsluiten van dekking. Daarmee wordt een robuuste verzekeringsmogelijkheid neergezet, zodat iedereen de mogelijkheid heeft zijn teelten te verzekeren. Landbouwers kunnen zelf beslissen welke teelten ze verzekeren en verzekeren deze dan voor alle risico’s; maatwerk met gedifferentieerde eigen risico’s is daarbij wel mogelijk. In het licht van klimaatadaptatie wordt de Brede weersverzekering door alle betrokkenen beschouwd als het sluitstuk van het risicomanagement van ondernemers met teelten in de open lucht.

Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Regeling brede weersverzekering, 15 juni 20171) volgt dat de deelname aan de subsidiemodule Brede weersverzekering stevig is gegroeid en naar verwachting verder zal groeien. Ook na deze evaluatie uit 2017 heeft de groei zich in de jaren 2017, 2018 en 2019 (in iets minder sterke mate) doorgezet. In de werkgroep Brede weersverzekering wordt (mede naar aanleiding van de aanbevelingen uit deze evaluatie) door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de landbouwsector en de verzekeraars aan verdere verbetering van de voorwaarden van deze subsidiemodule gewerkt. Ook wordt met de Staatssecretaris van Financiën gewerkt aan verdere verbetering van de Brede weersverzekering voor de ondernemers voor het verzekeringsjaar 20202. Zo is naar aanleiding van de aanbevelingen uit voormelde evaluatie het budget voor de subsidiemodule verhoogd, komt er een vrijstelling van de assurantiebelasting voor de premies van de Brede weersverzekering en wordt de verplichte schadedrempel verlaagd van 30 procent naar 20 procent. Vanwege de positieve evaluatie en verwachte groei (mede gestimuleerd door voormelde verbeteringen van de subsidiemodule) ben ik voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule te verlengen tot 21 januari 2025.

Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels

Met de subsidiemodule Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels, die is opgenomen in titel 4.6 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, wordt ingezet op de verbetering van de leefomstandigheden van weidevogels en akkervogels door uitvoering van inrichtingsmaatregelen en kwaliteitsversterkende investeringen op landbouwgrond. Deze regeling is een gevolg van nauwe samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en provincies, en is ondersteunend aan de uitvoering van het provinciale beleid voor het behoud en herstel van weide- en akkervogels. De subsidie kan worden aangevraagd door agrarische collectieven ten behoeve van investeringen die bijdragen aan het behoud van weidevogels en akkervogels. De niet-productieve investeringen voor deze doelsoorten dienen plaats te vinden op of aanpalend aan landbouwgronden ten behoeve van de leefgebieden van deze vogels, ter versterking van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat de agrarische collectieven uitvoeren.

Voor deze subsidiemodule was één openstelling voorzien. Om die reden is er voor gekozen om deze subsidiemodule relatief snel na inwerkingtreding te laten vervallen. Thans wordt overwogen om de subsidiemodule een tweede keer open te stellen. Of dat gebeurt, zal mede afhangen van de mate waarin het subsidieplafond van de eerste openstelling zal zijn verleend aan de aanvragers. De beoordeling van die aanvragen vindt nu plaats. Om die reden ben ik voornemens deze subsidiemodule te verlengen tot 31 december 2021.

Slot

In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik de regeling die strekt tot wijziging van de tijdstippen waarop de subsidiemodules vervallen aan u voor en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen na verzending van deze brief.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 31 710, nr. 68.

X Noot
2

Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 95.

Naar boven