31 710 Deltaprogramma

29 664 Binnenvisserij

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2019

In mijn brief van 13 september 2018 over de toekomst van de IJsselmeervisserij (Kamerstuk 29 664, nr. 191) heb ik aangegeven dat ik de consequenties van de in die brief aangegeven maatregelen uit ga werken in een roadmap. Bijgevoegd Actieplan toekomstig visserijbeheer IJsselmeergebied is daarvan het resultaat1. Het Actieplan wordt ondersteund door alle betrokken partijen: het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincies Flevoland, Friesland en Noord-Holland, de Coöperatieve producenten organisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer (PO IJsselmeer), Vogelbescherming Nederland, Sportvisserij Nederland, Coalitie Het Blauwe Hart Natuurlijk en Stichting Transitie IJsselmeer.

Doel

De verduurzaming van de visserij is vorig jaar in de Agenda IJsselmeergebied 2050 (Kamerstuk 31 710, nr. 69) benoemd als één van de 7 hoofdopgaves die vragen om een integrale aanpak. Het eindbeeld is een duurzame visserij, waarbij de vangstcapaciteit in het IJsselmeer is afgestemd op de hoeveelheid verantwoord te onttrekken vis. Visbestanden moeten weer een kans krijgen om te herstellen. Dat is nodig voor de natuur én de visser en geeft de vissers een helder perspectief op basis waarvan ze beslissingen kunnen nemen over de toekomst van hun bedrijf. Daarmee maken we de visserij weer leefbaar op het IJsselmeer.

Bovengenoemd eindbeeld betekent dat op termijn visbestanden qua omvang, samenstelling en populatieopbouw passen bij de draagkracht van het ecosysteem. Hiermee geef ik invulling aan de motie De Groot (Kamerstuk 29 664, nr. 181). De visserij wordt op een dusdanige manier uitgevoerd dat bijvangsten van beschermde diersoorten (waaronder vogels) beperkt blijven tot incidenten en de cultuurhistorische waarde van de sector behouden blijft. De sector werkt professioneel en transparant met een hoge mate van interne regulering binnen publieke kaders. De naleving van de regelgeving wordt versterkt. De gekozen maatregelen leiden tot een kleine, economische gezonde sector met stabiliteit in de opbrengsten. Overblijvende vissers hebben toekomstperspectief en degenen die stoppen ontvangen daarvoor een passende tegemoetkoming. Een dergelijke sector investeert in verduurzaming en in diversificatie van de activiteiten zoals toerisme en natuurbeheer, en draagt bij aan maatregelen die worden genomen ter verbetering van de waterkwaliteit. Hierdoor ontstaat er een maatschappelijke legitimatie voor de visserij en is er een toekomstperspectief voor de komende generaties.

Gemeenschappelijke aanpak en bekostiging

Het is bijzonder dat alle partijen bereid zijn zich te committeren aan deze opgave en de gezamenlijke aanpak. Daarbij hebben de vijf betrokken rijks- en provinciale overheden op 15 maart jl. een intentieovereenkomst ondertekend (zie bijlage 2)2 om dit ook financieel mogelijk te maken. Hierin is afgesproken gezamenlijk 9,2 miljoen euro bijeen te brengen voor de herstructureringsopgave voor de schubvisvisserij van het Actieplan. Vanuit de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heb ik de intentie uitgesproken hiervoor circa 2,1 miljoen euro vrij te maken in 2020/2021. Het is ons streven om deze herstructurering vorm te geven als een warme sanering en waar nodig sociaal flankerend beleid. Uitdaging is om dit in te vullen op een manier die acceptabel is voor Brussel. Daarmee ben ik tegemoet gekomen aan de oproep van de heer Geurts (lid van de CDA fractie) en de heer Bisschop (lid van de SGP fractie) tijdens het Algemeen Overleg Visserij van 28 maart 2018 om middelen bijeen te zoeken voor een structurele oplossing voor de IJsselmeervisserij. Dit is door de heer Bisschop ook verwoord in de op 4 april 2018 ingediende motie Kamerstuk 29 664, nr. 187.

Met de herstructurering van de schubvisvisserij nemen we het meest urgente onderdeel ter hand. Aalvisserij maakt op dit moment (nog) geen onderdeel uit van de intentieovereenkomst omdat er vanuit het aalbeheerplan op dit moment nog geen aanleiding is om maatregelen te nemen. Tevens is er nog geen zicht op financiële middelen die dit mogelijk kunnen maken.

De zorgen van de vissers

PO IJsselmeer heeft aangegeven dat de vissers zorgen hebben over de bedrijfs- en sociaaleconomische aspecten van de in het Actieplan opgenomen herstructurering. Vissers die na de herstructurering doorgaan, willen een minimum aantal aan netten tot hun beschikking houden omdat het anders niet meer loont om uit te varen. Zij stellen dat de in 2014 ingestelde reductiemaatregel, waarbij 15% van het aantal op de vergunning geregistreerde netten nog slechts ingezet mocht worden, uit bedrijfseconomisch oogpunt die ondergrens is. Met een verdere reductie per vergunning kan de visserij niet meer renderen, hetgeen dan de onbedoelde consequentie heeft dat er geen visserij meer zou plaatsvinden. Om aan deze zorg tegemoet te komen zal de herstructurering zodanig worden vormgegeven dat het aantal schubvisvergunningen wordt teruggebracht in plaats van dat er een generieke reductie wordt doorgevoerd. We bewerkstelligen stabiliteit door rechten tegen vergoeding in te nemen.

De vissers die niet door zullen gaan, willen dat hun netrechten tegen een redelijke vergoeding uitgenomen worden. Dit is overeenkomstig de brief die vissers op 9 november 2018 aan mij gericht hebben als reactie op het advies van Wageningen Economic Research over de maatregelen die genomen kunnen worden om te komen tot een reductie van de vangsten van brasem en blankvoorn. Partijen hebben gezamenlijk de bereidheid uitgesproken om vissers hierin tegemoet te komen. Hiervoor zal door partijen gezamenlijk gezocht worden naar wat een redelijke vergoeding is en hoe die kan worden vormgegeven op zo’n manier dat die niet in strijd is met de Europese regelgeving inzake staatssteun.

Ik zal deze zorgpunten als uitgangspunt betrekken in de uitwerking van het Actieplan, in het bijzonder bij de uitwerking van de contouren van een herstructurering en het flankerend beleid daarbij. Met deze noties kon ook de PO IJsselmeer instemmen met het Actieplan.

Alle energie naar de uitvoering van het Actieplan

Om ervoor te zorgen dat de aandacht van partijen gericht kan worden op het realiseren van de ambitieuze plannen, heeft Vogelbescherming Nederland voorgesteld om maatregelen gericht op verdere vangstbeperking die nu op stapel staan uit te stellen tot 1 januari 2020 en komend visseizoen zo min mogelijk te veranderen aan de vergunningverlening. Alle energie kan zodoende gaan naar de uitvoering van het Actieplan. Dit voorstel is door mij en alle andere betrokken partijen omarmd. De consequentie hiervan is dat ik de in de genoemde brief van 13 september 2018 aangekondigde reductiemaatregelen voor de twee schubvisbestanden van brasem en blankvoorn dit jaar nog niet ga invoeren. Dat geldt ook voor het afkondigen van de maatregel voor de inname van niet gebruikte staande netrechten en spieringvisserijrechten. De facto betekent dit een bevriezing van de vangstmogelijkheden voor het komende seizoen. Dit is in lijn met de wens van de heer Bisschop om voorlopig nog geen verdere vangstbeperking door te voeren.

Organisatie van de samenwerking

Nu er een Actieplan ligt met een intentieovereenkomst, kan een programmaorganisatie opgebouwd worden die de uitvoering ter hand neemt. Mijn departement neemt hierin het voortouw met onder meer aanpassing van regelgeving, opdrachtverlening voor het onderzoek naar de hoeveelheid vis die duurzaam onttrokken kan worden en het organiseren van de herstructurering. Alle partijen leveren capaciteit om mee te denken en mee te doen. Voor de vissers betekent dit een grote verandering. Zaken als digitale vangstregistratie, mogelijke wijzigingen van de vergunningen, en het ook op de kleinere schepen invoeren van een vaartuigvolgsysteem, vergen van vissers aanpassingen. We zullen hen daar actief bij betrekken.

In 2019 en 2020 zal de Stichting Transitie IJsselmeer de activiteiten opgenomen in het Actieplan ondersteunen en de afstemming tussen partijen stimuleren. Daarmee ondersteunt de Stichting het nemen van onomkeerbare besluiten in de cruciale stappen in de transitie en draagt ze bij aan vertrouwen tussen partijen, nodig om maatregelen te nemen en besluiten uit te werken. De Stichting heeft een tijdelijk karakter en heeft aangegeven te overwegen begin 2021 haar werkzaamheden af te ronden, afhankelijk van de voortgang van de transitie en het gegroeide vertrouwen tussen partijen op dat moment.

De kern van de werkzaamheden

Om te komen tot een duurzame visserij met toekomst staan de komende periode de volgende, met elkaar samenhangende pijlers in het Actieplan centraal:

  • 1. het komen tot een gezamenlijk inzicht in de benodigde omvang van de commerciële visbestanden en haar natuurlijke aanwas, zodat deze duurzaam geoogst kan worden;

  • 2. een beheersysteem en -stelsel dat gericht is op het verduurzamen van de visserij;

  • 3. herstructurering van de visserij om te komen tot een vangstcapaciteit die past bij een duurzame visserij;

  • 4. beroepsvissers die transparant zijn over waarmee wordt gevist, wat er wordt gevangen, bijgevangen en aangeland;

  • 5. vismethoden waarmee vermijdbare schade aan andere belangen wordt voorkomen;

  • 6. afstemmen van publieke uitvoeringskaders voor de vergunningverlening.

Voor de uitvoering van het Actieplan trekken we drie jaar uit. Komend jaar zal er nog veel uitgezocht en uitgewerkt worden, moet regelgeving worden aangepast en moet er nog onderzoek worden verricht. Dit alles ter voorbereiding van de herstructurering die voorzien is voor de eerste helft van 2021. In de bijlage bij deze brief vindt u het Actieplan, waarin verder is uitgewerkt wat wordt verstaan onder de zes pijlers en welke activiteiten daarvoor de komende tijd worden opgepakt.

De overeenstemming die nu is bereikt tussen partijen geeft mij het vertrouwen dat we daarin kunnen slagen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven