31 704
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2009)

nr. 72
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2008

Na afloop van de plenaire behandeling van het Belastingplan 2009 c.a. in de nacht van 19 op 20 november zijn nog twee amendementen ingediend op het Belastingplan 2009. Teneinde de inhoudelijke discussie over het Belastingplan 2009 c.a. voor de stemmingen over de wetsvoorstellen adequaat af te kunnen ronden reageer ik hierbij schriftelijk op deze twee amendementen.

De leden Cramer, Tang en Sap hebben een amendement ingediend inzake de afschaffing van de vrijstelling voor oldtimers in de motorrijtuigenbelasting. Het amendement betreft een aanpassing op twee punten van het eerder door deze leden ingediende amendement op Kamerstuknummer II 2008–09, 31 704, nr. 40. In de eerste plaats beoogt het aangepaste amendement de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting niet per 31 december 2008, maar per 31 december 2011 te bevriezen. De tweede wijziging verhoogt de leeftijd vanaf welke in de bijtelling en de onttrekking privégebruik auto van de zaak wordt uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer van de huidige vijftien naar 25 jaar.

Het bevriezen van de vrijstelling voor oldtimers met ingang van 1 januari 2012 beoogt de maatregel beter aan te laten sluiten op de invoering van de kilometerbeprijzing. Immers, auto’s die op genoemde datum nog geen 25 jaar oud zijn, zullen in verband met de invoering van de kilometerbeprijzing worden uitgerust met een zogenaamde on board equipment (obe).

Het kabinet kan in dit stadium niet vooruit lopen op de invoering van de kilometerbeprijzing. Minister Eurlings heeft eerder aangegeven de oldtimers niet in het systeem van kilometerbeprijzing te willen betrekken. In de tweede plaats neemt het kabinet nog steeds het standpunt in, dat de oldtimervrijstelling als belastinguitgave vanwege het lage aantal kilometers dat met de oldtimers wordt gereden tot dusver effectief is gebleken. Een recente evaluatie van deze belastinguitgave in 2006 heeft dat nog eens aangetoond. Ik heb nog geen resultaten gezien welke deze evaluatie inmiddels weerspreekt. Derhalve ontraad ik het amendement.

Daarnaast heeft het lid Sap nog een amendement ingediend waarin de combinatiekorting1 wordt afgeschaft en de budgettaire opbrengst daarvan wordt ingezet voor een beperking van de in het Belastingplan 2009 opgenomen verlaging van de alleenstaande-ouderkorting2. De combinatiekorting komt ten goede aan werkende ouders. De alleenstaande-ouderkorting geldt voor belastingplichtigen die alleenstaand zijn en zorg dragen voor een kind jonger dan 27 jaar, ongeacht of zij arbeid verrichten. Dit amendement legt minder nadruk op de door het kabinet beoogde positieve effecten van arbeidsparticipatie. Derhalve ontraad ik de Kamer het amendement.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Artikel 8.14 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

XNoot
2

Artikel 8.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Naar boven