31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2015

Met deze brief doe ik de toezegging gestand van de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, gedaan tijdens het AO slachtofferbeleid op 18 december 2013 (Kamerstuk 33 552, nr. 10), om uw Kamer te informeren over de voortgang van de verbetering van slachtofferhulp op de BES-eilanden en over de mogelijkheden van een uitbreiding van de reikwijdte van het Schadefonds Geweldsmisdrijven naar de BES-eilanden.

Achtergrond

In december 2012 heeft de Raad voor de Rechtshandhaving een rapport uitgebracht over slachtofferhulp op de BES-eilanden. De Raad deed hierin een aantal aanbevelingen voor verbetering van slachtofferhulp op de BES-eilanden. In hun beleidsreactie van maart 2013 (Kamerstuk 31 568, nr. 128) hebben mijn voorgangers aangegeven de aanbevelingen uit het rapport te onderschrijven en ter hand te nemen.

Tijdens het AO slachtofferbeleid op 18 december 2013 is door de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie toegezegd uw Kamer nader te informeren over de voortgang van de verbetering van slachtofferhulp op de BES-eilanden. Daarbij heeft hij ook toegezegd in 2014 de mogelijkheden te verkennen van een uitbreiding van de reikwijdte van het Schadefonds Geweldsmisdrijven naar de BES-eilanden.

In het navolgende zal ik ingaan op de uitkomst van deze verkenning en de stappen die reeds zijn genomen om slachtofferhulp op de BES-eilanden te verbeteren. Een belangrijk uitgangspunt bij deze verbetermaatregelen is dat rekening wordt gehouden met de lokale context. Het Nederlandse model voor slachtofferhulp is niet zonder meer passend op de BES-eilanden. Een andere vorm van slachtofferhulp is nodig, waarbij rekening wordt gehouden met de kleinschaligheid, de cultuur en de geldende wet- en regelgeving op de BES-eilanden.

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Slachtoffers en nabestaanden van geweldsmisdrijven die op de BES-eilanden zijn gepleegd kunnen thans geen aanspraak maken op een tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven is immers niet van toepassing op de BES-eilanden.

Inmiddels heb ik een eerste verkenning laten verrichten naar de mogelijkheden van uitbreiding van het Schadefonds Geweldsmisdrijven naar de BES-eilanden. Op basis van deze inventarisatie kan ik u aangeven dat ik positief ben over de mogelijkheden van een uitbreiding van de werking van het Schadefonds naar de BES eilanden. Gezien de kleinschaligheid op de BES-eilanden acht ik het vooralsnog niet wenselijk aldaar een apart Schadefonds op te richten. Eerder denk ik aan een variant waarbij aanvragen worden behandeld door het Schadefonds in Nederland en een medewerker op de BES-eilanden kan fungeren als liaison. Ik zal deze variant nader uitwerken en ben voornemens eind dit jaar definitief te besluiten over een uitbreiding. Een dergelijke uitbreiding vergt hoe dan ook wetswijziging.

Slachtofferzorg op de BES-eilanden

Slachtofferhulp is op de BES-eilanden belegd bij het Bureau Slachtofferhulp. Dit bureau is onderdeel van het Korps Politie Caribisch Nederland. Het Bureau Slachtofferhulp wordt bemensd door een coördinator en een medewerker in dienst van het Korps en een aantal vrijwilligers verspreid over de eilanden.

Naar aanleiding van het rapport van de Raad voor de Rechtshandhaving heeft het Korps flinke stappen gezet. Zo zijn, in navolging van de aanbevelingen van de Raad voor de Rechtshandhaving, de volgende maatregelen getroffen om slachtofferhulp op de BES-eilanden te verbeteren:

• Verbeteringen op het gebied van bedrijfsvoering, werkprocessen en administratie zijn doorgevoerd. Er is blijvende aandacht voor de borging en doorontwikkeling van slachtofferzorg bij KPCN en de verdere keten;

• Regelmatige inloopspreekuren Bureau Slachtofferhulp op Sint Eustatius zijn geïntroduceerd;

• Op zowel Bonaire, Sint Eustatius als Saba is Bureau Slachtofferhulp 24 uur per dag telefonisch bereikbaar;

• Met de vrijwilligers zijn vrijwilligersovereenkomsten afgesloten waar afspraken en voorwaarden met de vrijwilligers in vast worden gelegd;

• Het aantal vrijwilligers is uitgebreid. Op deze wijze kunnen roosters en piketdiensten beter en flexibeler worden ingedeeld;

• De medewerkers en vrijwilligers van BSH zijn bijgeschoold door collega’s van Bureau Slachtofferhulp Nederland;

• Ook voor de meest betrokken collega’s van KPCN, agenten en medewerkers intake zijn trainingen «bejegening slachtoffers» verzorgd;

• Zorg wordt gedragen voor de eerste opvang en emotionele, juridisch administratieve en praktische ondersteuning voor slachtoffers;

• Een aanmeldingsprocedure is ingericht waarmee in principe ieder slachtoffer bij Bureau Slachtofferhulp wordt aangemeld, tenzij daar nadrukkelijk bezwaar tegen gemaakt wordt door het slachtoffer zelf;

• Bureau Slachtofferhulp verstrekt actief informatie via kranten, radiospotjes en het geven van voorlichting. Ook zijn informatiefolders verspreid over alle eilanden en in verschillende talen (Papiamentu, Nederlands, Engels en Spaans).

Met deze verbeteringen is een praktische, slachtoffer gerichte zorg, voor nog meer slachtoffers in Caribisch Nederland daadwerkelijk binnen handbereik.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur