31 537 Voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Blok tot wijziging van de Pensioenwet met betrekking tot een evenwichtige samenstelling van en de medezeggenschap in pensioenfondsbesturen

G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 juli 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft in haar vergadering van 21 juni jl. is de memorie van antwoord besproken van de initiatiefnemers van wetsvoorstel 31 537 Koşer Kaya–Blok samenstelling en medezeggenschap pensioenfondsbesturen (31 537, E) en de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2010 (31 537, D). De commissie heeft eindverslag uitgebracht en beraadt zich momenteel op een geschikte datum voor de plenaire behandeling. De vraag werd opgeworpen hoe de datum van plenaire behandeling van dit wetsvoorstel zich zal verhouden tot de datum van indiening van het wetsvoorstel dat de minister in voorbereiding heeft inzake governance van pensioenfondsen.

Naar aanleiding daarvan is aan de minister op 24 juni 2011 een brief gestuurd.

De minister heeft op 1 juli 2011 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Den Haag, 24 juni 2011

In de vergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 juni jl. is de memorie van antwoord besproken van de initiatiefnemers van wetsvoorstel 31 537 Koşer Kaya–Blok samenstelling en medezeggenschap pensioenfondsbesturen (31 537, E) en uw brief van 20 december 2010 (31 537, D). De commissie heeft eindverslag uitgebracht en beraadt zich momenteel op een geschikte datum voor de plenaire behandeling, die in ieder geval niet meer zal plaatsvinden voor het zomerreces. Dit zo zijnde werd de vraag opgeworpen hoe de datum van plenaire behandeling van dit wetsvoorstel zich zal verhouden tot de datum van indiening van het wetsvoorstel dat u in voorbereiding heeft inzake governance van pensioenfondsen.

Nu de inhoud van laatstgenoemd wetsvoorstel nog niet kenbaar is, bestaat er in de commissie nog geen duidelijkheid over eventuele wetgevingstechnische aspecten van verbondenheid tussen beide wetsvoorstellen.

De leden van de commissie zouden het op prijs stellen in hun vergadering van 5 juli 2011 meer inzicht te kunnen hebben in die eventuele verbondenheid en tevens uw opvattingen inzake de wenselijkheid van gezamenlijke dan wel gescheiden behandeling van deze beide wetsvoorstellen in hun overwegingen te kunnen betrekken. Gaarne ziet de commissie uw reactie dienaangaande per 1 juli 2011 tegemoet.

De voorzitter van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Joyce Sylvester

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2011

De Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij bij brief van 24 juni jl. verzocht uw Kamer te informeren over de wetgevingstechnische aspecten van verbondenheid van het voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Blok tot wijziging van de Pensioenwet met betrekking tot een evenwichtige samenstelling van en de medezeggenschap in pensioenfondsbesturen (Kamerstukken I 2009/10, 31 537, A) met het voorgenomen wetsvoorstel over de aanpassing van het bestuursmodel voor pensioenfondsen. Tevens is gevraagd naar mijn opvattingen ten aanzien van de wenselijkheid van gezamenlijke dan wel gescheiden behandeling van beide voorstellen. Met deze brief beoog ik aan deze verzoeken te voldoen.

Om u de gelegenheid te geven zich een beeld te vormen van de samenhang tussen beide voorstellen zend ik uw Kamer hierbij het voorontwerp van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Dit voorontwerp wordt deze week voor internetconsultatie gepubliceerd. Het voorontwerp van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen bevat een integrale aanpassing van governance en medezeggenschap van pensioenfondsen. Ik ben van mening dat de wettelijke regels voor governance en medezeggenschap voor pensioenfondsen integraal herzien moeten worden om te kunnen voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de huidige ontwikkelingen op het pensioenterrein. Pensioenfondsen worden geconfronteerd met een steeds complexere omgeving. Het gaat hierbij niet alleen om de instabiliteit van de financiële markten, maar ook om vergrijzing en ontgroening, de financiële crisis in 2008 die leidde tot een forse daling van de dekkingsgraden van de meeste pensioenfondsen en een afnemend vertrouwen in de pensioensector. De toenemende complexiteit legt de bestuurlijke lat hoger.

Het voorontwerp van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen biedt, naar mijn mening, een adequaat antwoord op de huidige ontwikkelingen. Daartoe bevat het voorontwerp van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen op hoofdlijnen de volgende elementen:

  • versterking van de deskundigheid van het bestuur en versteviging van het intern toezicht;

  • adequate vertegenwoordiging van alle risicodragers door versterking van de positie van deelnemers en pensioengerechtigden;

  • stroomlijning van taken en organen onder meer door het laten vervallen van het verantwoordingsorgaan.

Verder bevat het voorontwerp drie bestuursmodellen waaruit sociale partners kunnen kiezen. Nieuw zijn een extern bestuursmodel met beroepsbestuurders en een gemengd bestuursmodel met een «one tier board». Daarnaast is het huidige paritaire bestuursmodel aangepast aan de eisen van de huidige tijd.

Ik ben voorstander van meer mogelijkheden tot bestuursparticipatie van pensioengerechtigden. Zo ben ik net als de beide initiatiefnemers voorstander van een keuzerecht voor pensioengerechtigden bij bedrijfstakpensioenfondsen voor bestuursparticipatie. Met het voorontwerp van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen wordt een stap verder gezet dan in het vorige voorontwerp van wet over het bestuursmodel voor pensioenfondsen. Er kunnen meerdere pensioengerechtigden in het pensioenfondsbestuur komen, met dien verstande dat er een maximum wordt gesteld aan hun aandeel. Verder zal de positie van pensioengerechtigden via de deelnemersraad worden versterkt, omdat daar ook de taken van het verantwoordingsorgaan worden belegd. Het algemene beroepsrecht zal bij de deelnemersraad blijven.

Ik ben voornemens om het Wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen in het najaar van 2011 bij de Tweede Kamer in te dienen. Het lijkt mij niet wenselijk dat de pensioensector kort na elkaar wordt geconfronteerd met verschillende wijzigingen in de governance en medezeggenschap. Dit leidt tot uitvoeringstechnische en communicatieve knelpunten voor pensioenfondsen. Daarom zal ik één integraal wetsvoorstel indienen. De wijzigingen die voortvloeien uit het initiatiefwetsvoorstel van de leden Koşer Kaya en Blok zullen daar integraal onderdeel van uitmaken, behoudens op de twee punten die ik hiervoor heb toegelicht. Mocht uw Kamer kiezen voor een aparte behandeling van beide voorstellen, dan kunt u mijn voorstel, zoals neergelegd in het bijgaande voorontwerp2, in uw afwegingen betrekken.

Een afschrift van deze brief heb ik heden aan de voorzitter van de Tweede Kamer doen toekomen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Klever (PVV) (vice-voorzitter), Sörensen (PVV), Reynaers (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Van Rey (VVD) en Beckers (VVD).

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 147138.04.

Naar boven