Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2011
In mijn brief van 10 december jl. ben ik ingegaan op mijn reactie op de moties Dibi/Waalkens (TK 32 123 XIV, nr. 108) en Peters/Dibi (TK 31 532, nr. 35). Abusievelijk was in deze brief 31 532, nr. 31 vermeld.
Omdat hierover misverstand ontstond tijdens het AO van donderdag 13 januari jl. wil ik u mijn reactie nogmaals schriftelijk
geven.
De motie Dibi/Waalkens vraagt de regering het initiatief te nemen voor een publiekscampagne ter promotie van het bewustzijn
van de gevolgen van het eten van vlees, vis en zuivel voor mens, dier en milieu. Hierover heb ik in mijn brief van 10 december
jl. en mondeling in het AO gemeld dat het Voedingscentrum objectieve informatie aan consumenten verstrekt over diverse aspecten
van voedsel, zoals gezondheid, dierenwelzijn, milieu en voedselverspilling. Ook MilieuCentraal geeft consumenten informatie
over de effecten van voedsel op het milieu, de effecten van voedselverspilling en de mogelijkheden om voedselverspilling tegen
te gaan.
Naast de inspanningen vanuit het Voedingscentrum en MilieuCentraal wil ik aansluiten bij initiatieven in de samenleving die
zijn gericht op het bewuster maken van consumenten en op het aandragen van aantrekkelijke alternatieven voor dierlijke eiwitten.
Voor dat laatste zie ik vooral een belangrijke rol weggelegd voor het bedrijfsleven. Ik zoek naar mogelijkheden om koplopers
binnen het bedrijfsleven te verbinden met maatschappelijke initiatieven. Zo ondersteun ik de stichting Urgenda bij het voeren
van een maatschappelijke dialoog over de consumptie van dierlijke eiwitten. Geen dialoog in de traditionele zin van het woord,
maar een positieve beweging die duurzame menuvarianten promoot en die de samenwerking zoekt tussen consumenten en producenten.
Deze dialoog zal op diverse digitale platforms gevoerd worden, maar bijvoorbeeld ook op de Huishoudbeurs en Lowlands.
Verder ondersteun ik een project van de stichting Natuur en Milieu gericht op de promotie van duurzame en gezonde vleesvervangers.
Dit project is ontwikkelingsgericht en wordt uitgevoerd in samenwerking met voorlopers binnen het bedrijfsleven.
De motie Peters/Dibi verzoekt aan te sturen op vermindering van consumptie van dierlijke eiwitten en hierbij de aanbevolen
eiwitconsumptie van de Gezondheidsraad als streefwaarde te gebruiken.
Zoals ik in mijn brief van 10 december jl. heb aangegeven, heeft mijn voorganger de Gezondheidsraad met een adviesaanvraag
verzocht om richtlijnen te geven voor duurzaamheidsaspecten van voeding. De Gezondheidsraad werkt nu aan een verkenning van
dilemma’s op de thema’s gezondheid en duurzaamheid van voedsel en toetst de wetenschappelijke basis van de relatie tussen
gezond en duurzaam.
Vanuit een aantal stakeholders uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties is de vraag naar voren gekomen om een
quick scan te maken van gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van eiwitbronnen. Recentelijk is een onderzoek van Blonk Milieuadvies
hierover afgerond en het rapport is openbaar gemaakt. De uitkomsten van dit rapport zullen in het hierboven genoemde proces
van de Gezondheidsraad meegenomen worden. Het advies van de Gezondheidsraad is medio 2011 gereed.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker