31 532 Voedingsbeleid

Nr. 257 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2020

Vandaag is de monitor Duurzaam Voedsel voor het tiende jaar op rij gepubliceerd. De monitor geeft een overzicht van de consumentenbestedingen aan duurzaam voedsel in Nederland in het afgelopen jaar en wordt in opdracht van mijn ministerie door Wageningen Economic Research uitgevoerd. U kunt de monitor vinden op www.agrimatie.nl.

Duurzaam voedsel wordt in de monitor gedefinieerd als voedsel waarbij tijdens de productie en verwerking meer rekening is gehouden met milieu, dierenwelzijn en/of sociale aspecten dan wettelijk verplicht is. De gegevens zijn gebaseerd op de omzet van producten die zijn voorzien van een duurzaamheidskeurmerk met onafhankelijke controle in de verkoopkanalen supermarkten, foodservices en speciaalzaken in duurzame voeding. Uit de monitor blijkt dat de vraag naar en het aanbod van duurzaam voedsel in 2019 zijn toegenomen. De totale consumentenbestedingen aan duurzaam voedsel in Nederland bedroegen € 7,7 miljard, een toename van 18% ten opzichte van 2018. Deze stijging komt gedeeltelijk, maar niet volledig, door de verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2019. Het marktaandeel van bestedingen aan duurzaam voedsel in de totale bestedingen aan voedsel is namelijk toegenomen van 12% in 2018 naar 14% in 2019.

Dit vind ik een positieve ontwikkeling. Naast producenten en ketenpartijen hebben ook consumenten een rol in kringlooplandbouw. Dit heb ik benoemd in mijn visie Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden.1 Ik vind het van belang dat consumenten weten dat de productie van voedsel van grote invloed is op onze leefomgeving. De gegevens uit de monitor Duurzaam Voedsel geven weer dat consumenten afgelopen jaar meer hebben gekozen voor voedsel dat duurzamer geproduceerd is dan het jaar ervoor.

Het is bij deze cijfers wel goed om te benadrukken dat producten met een duurzaamheidskeurmerk niet per se geheel duurzaam zijn. Zo maken keurmerkorganisaties een afweging tussen lagere duurzaamheidseisen waar veel producenten aan kunnen voldoen of hele hoge duurzaamheidseisen waar een kleiner deel van de producenten aan kan voldoen.

Daarnaast blijft het garanderen en controleren van de nakoming van de regels onder producenten een uitdaging voor veel keurmerkorganisaties.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5

Naar boven