Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2017
Vandaag is de Monitor Duurzaam Voedsel 2016 gepubliceerd1. De monitor is in opdracht van mijn ministerie uitgevoerd door Wageningen Economic
Research en brengt de bestedingen door consumenten aan duurzaam voedsel in 2016 in
beeld. Daartoe is een steekproef uitgevoerd in de belangrijkste verkoopkanalen voor
duurzaam voedsel, te weten supermarkten (70% aandeel), de gehele buitenhuishoudelijke
markt en alle speciaalzaken voor duurzame voeding.
Duurzaam voedsel wordt in de monitor gedefinieerd als voedsel dat voor de consument
herkenbaar is als duurzaam, doordat het voorzien is van een van de tien in de steekproef
meegenomen duurzaamheidskeurmerken. Uit de monitor blijkt dat de Nederlandse consument
in 2016 in bovengenoemde verkoopkanalen voor circa € 3,8 miljard heeft besteed aan
duurzaam voedsel, een stijging van +26% ten opzichte van 2015. Het aandeel duurzaam
voedsel is daarmee uitgekomen op 10% van de totale uitgave aan voedsel. Zowel in het
supermarktkanaal als ook in de buitenhuishoudelijke markt (foodservice) zijn de consumentenbestedingen
ten opzichte van 2015 (fors) gegroeid met respectievelijk +36%2 en +14%. Bij de speciaalzaken zijn de consumentenbestedingen niet gestegen.
De grootste procentuele omzetstijging was er voor het keurmerk Beter Leven; de totale
omzet in de steekproef bedroeg in 2016 € 1,1 miljard, een stijging van +99% ten opzichte
van 2015. Volgens de onderzoekers is dit vooral het gevolg van de forse inzet op uitbreiding
van het assortiment dierlijke producten met het keurmerk Beter Leven in supermarkten,
met name bij vlees en vleeswaren. Op basis van de omzet in de steekproef voor het
keurmerk Biologisch schatten de onderzoekers dat de Nederlandse consument in 2016
in totaal voor ruim € 1,4 miljard aan biologisch voedsel heeft besteed, een stijging
van bijna 8% ten opzichte van 2015.
Sinds het verschijnen van de eerste monitor in 2011 (Kamerstuk 31 532, nr. 57) is het aandeel duurzaam voedsel in de totale uitgaven door consumenten aan voedsel
in Nederland gestegen van 3,5% in 2010 naar 10% in 2016. Uit deze ontwikkeling kan
geconcludeerd worden dat de markt voor duurzaam voedsel geen nichemarkt meer is. Tevens
laat dit zien dat inzet op een breder productassortiment lonend is. Ik hoop en verwacht
dat het bedrijfsleven hierdoor aangespoord wordt om in de komende jaren (versneld)
in te zetten op een nog ruimer aanbod van op duurzame wijze geproduceerd voedsel.
Meer informatie over de consumentenbestedingen per duurzaamheidskeurmerk en productgroep
kunt u lezen in de Monitor Duurzaam Voedsel 2016, welke te vinden is op agrimatie.nl.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp