31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2010

In het algemeen overleg van 14 april jl. (kamerstuk 31 524, nr. 67) heb ik toegezegd u een aantal rapportages toe te sturen over:

  • de invoering van competentiegericht onderwijs;

  • de mening van docenten over de kwalificatiedossiers en

  • de verwachting en waardering van studenten ten aanzien van het mbo.

Ik heb ervoor gekozen deze rapportages te presenteren als een drieluik, dat door procesmanagement MBO 2010 wordt verzorgd. Dat is een wijziging ten opzichte van hetgeen wij eerder hebben afgesproken. In het algemeen overleg van 4 november 2009 (kamerstuk 31 524, nr. 35) heb ik immers toegezegd de Inspectie van het Onderwijs te vragen een onderzoek te doen naar de mening van docenten en studenten en hierover te rapporteren in het Onderwijsverslag 2010–2011. Dit onderwijsverslag zal echter pas in mei 2012 beschikbaar zijn. Daarom heb ik besloten niet de inspectie maar MBO 2010 te vragen de rapportages te verzorgen. Met de gekozen aanpak kan ik u al op korte termijn van de gevraagde informatie voorzien en wordt bovendien verdere onderzoeksdruk bij instellingen voorkomen.

Het eerste deel van het drieluik «In 2010» dat u op 5 juli jl. (Kamerstuk 2009–2010, 31 524, nr. 69 Tweede Kamer) ontvangen heeft, bevat een weergave van de laatste gespreksronde over de invoering van competentiegericht onderwijs. De andere twee delen ontvangt u bij deze brief.1

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven