Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2020
In het VAO Middelbaar Beroepsonderwijs d.d. 18 januari 2018 (Handelingen II 2017/18,
nr. 41, item 2) heb ik uw Kamer toegezegd te rapporteren over de werking van het onderdeel studentenmedezeggenschap
van de Wet versterking bestuurskracht. Naar aanleiding van deze toezegging heeft de
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) onderzoek gedaan naar de stand van zaken
van de (studenten)medezeggenschap en participatie in het MBO. Het rapport «Jij beslist
mee 3.0» van de JOB is recent gepubliceerd. Hierbij doe ik dit rapport aan uw Kamer
toekomen1.
Uit het onderzoek maak ik op dat studentenmedezeggenschap bijdraagt aan verbeteringen
op scholen. Hoewel er grote verschillen bestaan tussen scholen ziet JOB dat de professionaliteit
van de studentenraden in het MBO de laatste jaren is verbeterd. Ik wil dan ook mijn
waardering uitspreken voor alle studentenraadsleden, bestuurders, JOB en de MBO Raad
die hieraan hun bijdrage hebben geleverd. Hoewel de ontwikkelingen op het gebied van
de studentenmedezeggenschap de goede kant op gaan, is er nog ruimte voor verdere verbetering.
Hierover ga ik in gesprek met JOB en de MBO Raad. Enkele verbeterpunten zal ik hieronder
benoemen.
Uit het onderzoek van JOB blijkt dat de facilitering van studentenraden verschilt
van school tot school. Het gaat daarbij om een vergoeding – hetzij financieel, hetzij
op een andere wijze – voor deelname aan de raad, alsmede faciliteiten om te vergaderen
en ondersteuning om de taken uit te voeren die behoren bij het lidmaatschap. De tijdens
de begrotingsbehandeling ingediende motie van het lid Van Meenen c.s.2 onderschrijft dit probleem. Momenteel zijn JOB en de MBO Raad in gesprek om voor
de zomer concrete afspraken te maken over facilitering van studentenraden en de manier
waarop studentenraden en bestuurders hierover worden geïnformeerd.
Tijdens het eerdergenoemde VAO is ook decentraal, ofwel getrapte, medezeggenschap
ter discussie gekomen. Het rapport van JOB omschrijft diverse voordelen en uitdagingen
van een getrapte medezeggenschapsstructuur. De Wet educatie beroepsonderwijs (Web)
maakt het reeds mogelijk voor MBO-instellingen om een getrapte medezeggenschapsstructuur
in te voeren. Gelet op het gedecentraliseerde karakter van de Web ben ik van oordeel
dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het al dan niet implementeren van een
getrapte medezeggenschapsstructuur. Bovendien kan de situatie van school tot school
verschillen, waardoor maatwerk op het gebied van medezeggenschapsstructuur mogelijk
moet zijn. Ik ga samen met JOB en de MBO Raad dit onderwerp aankaarten bij de scholen.
Het rapport beschrijft daarnaast de uitdagingen van een medezeggenschapsstructuur
in een samenwerkingscollege, een college dat is opgericht door twee samenwerkende
MBO-instellingen. Ik ga in overleg met JOB en de MBO Raad om te bespreken hoe de studentenmedezeggenschap
in samenwerkingscolleges kan worden ingericht, zodat studentenraden zich meer betrokken
voelen bij de medezeggenschap op een samenwerkingscollege en dichterbij de student
staan.
Tot slot stelt het rapport van de JOB dat de formele medezeggenschap behoefte heeft
aan een breed draagvlak, en raadt aan de participatiecultuur op scholen te bevorderen.
Ik hecht veel waarde aan medezeggenschap en de mogelijkheid voor studenten om hun
school en het onderwijs dat zij volgen te verbeteren. Tegelijkertijd kunnen situaties
van school tot school verschillen, waardoor ook hier maatwerk mogelijk moet zijn.
In overleg met de MBO Raad en de JOB zal ik bezien hoe de betrokkenheid van studenten
bij medezeggenschap en inspraak kan worden verbeterd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven