31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 353 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2018

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot het afschaffen van de cascadebekostiging in het mbo, zoals vastgelegd in het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst»1. Het afschaffen van de cascadebekostiging is een belangrijke maatregel om de kansengelijkheid in het onderwijs te bevorderen.

Door het beëindigen van de cascadebekostiging wordt de afnemende bekostiging voor de studenten die lang(er) in het mbo verblijven ongedaan gemaakt. Daardoor ontstaat er meer financiële ruimte voor instellingen om deze studenten gelijke kansen te bieden zodat ook zij met behulp van het stapelen van diploma’s of het wisselen van opleiding, een diploma kunnen halen met uitzicht op een plek op de arbeidsmarkt. Zo krijgen studenten in het mbo de kans zich in een passend tempo te ontwikkelen en te ontplooien.

Ook de Sociaal-Economische Raad (SER) en Onderwijsraad hebben aandacht gevraagd voor negatieve effecten van de cascadebekostiging2. De SER wijst op mogelijke ongewenste effecten voor vooral de student in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). De bbl-route leent zich meer voor het stapelen en bbl-studenten verblijven om die reden langer in het mbo om volleerd vakman of vakvrouw te worden. De Onderwijsraad ziet risico’s van de cascade voor de sociale samenhang en kansengelijkheid. Instellingen zouden door de afnemende bekostiging verleid kunnen worden tot berekenend gedrag door studenten te weren uit opleidingen waar ze een strengere selectie voor toepassen. Om ook deze studenten met behulp van het stapelen van diploma’s gelijke kansen te bieden, zal ik de cascadebekostiging afschaffen.

Op 7 februari jl. is met de mbo-sector het Bestuursakkoord «Trots-lef-vertrouwen»3 gesloten. Met dit akkoord is de basis gelegd voor de kwaliteitsafspraken. Met het bestuursakkoord wordt ook het belang van de afschaffing van de cascadebekostiging onderschreven. Door het afschaffen van de cascade wordt het beschikbare mbo-budget op een andere wijze verdeeld en zullen er instellingen zijn die er qua bekostiging op vooruit gaan en instellingen die erop achteruit gaan. De stijging of daling van de rijksbijdrage als gevolg van de afschaffing van de cascade zal in een overgangsregime van drie jaar per mbo-instelling invulling krijgen. Op die manier kunnen de mbo-instellingen hun bedrijfsvoering geleidelijk afstemmen op de nieuwe verdeling.

De bekostiging van het mbo is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit WEB. Voor de afschaffing van de cascadebekostiging een wijziging van dit besluit in gang gezet waarbij beoogd wordt de cascade per 1 januari 2019 af te schaffen. De (concept)wijziging zal binnenkort opengesteld worden voor de internetconsultatie. Voor het besluit geldt de nahang-procedure; dat betekent dat het besluit volgens planning4 na het zomerreces aan uw Kamer wordt voorgelegd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

De relevante regeerakkoordpassage luidt: «de cascadebekostiging in het MBO wordt (budgetneutraal) afgeschaft wanneer nieuwe kwaliteitsafspraken zijn gemaakt, onder andere om het aantal Beroeps-Begeleidende-Leerweg-plaatsen te laten toenemen», p. 11.

X Noot
2

Zie SER, «Toekomstgericht beroepsonderwijs»(2016) https://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2016/toekomstbestendig-beroepsonderwijs.aspx en Onderwijsraad: «Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst en de adviezen van de Onderwijsraad https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2017/regeerakkoord-en-onderwijsraad/volledig/item7613.

X Noot
3

Kamerstuk 31 524, nr. 351.

X Noot
4

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 122.

Naar boven