31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2012

Als bijlage treft u aan mijn reactie op de vragen van enkele fracties van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake het Toezichtkader BVE 2012 (Kamerstuk 31 524, nr. 123).

Naast dit Verslag voeg ik nog twee gerelateerde documenten toe: de Opbrengsten BVE 2012 en de Evaluatie risicogericht toezicht mbo.

Opbrengsten BVE 2012

In het Toezichtkader BVE 2012 is aangegeven dat de normering van de opbrengsten verder moet worden ingevuld, vooral voor het niet-bekostigde onderwijs. Dit heeft de Inspectie van het Onderwijs inmiddels gedaan. Bijgevoegd treft u aan de door mij en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie goedgekeurde normering van de Opbrengsten BVE 2012 voor de bekostigde en de niet-bekostigde instellingen1.

Evaluatie (risicogericht) toezicht mbo

In mei 2010 heb ik u de evaluatie van het toezicht in het primair en voortgezet onderwijs gestuurd. In dat rapport is ook de evaluatie van het toezicht in bve in het najaar van 2010 aangekondigd. Hierbij ontvangt u de rapportage van de Inspectie van het Onderwijs over de evaluatie van het (risicogericht) toezicht mbo. Met de invoering van de brede driejaarlijkse instellingsanalyse en aandacht voor kwaliteitsborging op opleidingsniveau én op instellingsniveau, zoals weergegeven in het Toezichtkader BVE 2012, worden de aandachtspunten uit de conclusies ondervangen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven